dinsdag 2 april 2013

KONINGSLIED


Er is nogal wat te doen over het lied dat bij de kroning van Willem-Alexander te horen zal worden gebracht. Iedereen mocht een compositie inzenden maar zoals verwacht werd er op safe gespeeld: de bal werd naar de ervaren liedjesschrijver en muziekproducent John Ewbank toe gekopt. Hij presenteerde zijn werkje in DWDD (De Waan van De Dag). Er rees een storm van protest, en niet alleen uit muzikantenhoek. Dit hadden we al eens gehoord! De titelsong van Shrek? The Chieftains? Relizanger Matt Redman? Zo ontstond de affaire Ewbank.
De kwestie van plagiaat is niet waar het mij hier om gaat. Componeren is mensenwerk. Het is een illusie te denken dat er iets als volstrekte originaliteit kan bestaan. De toonladder telt slechts iets meer dan twee handen vol noten (de halve meegerekend) en er zijn al oneindig veel muziekjes mee gemaakt. Ons oor is bovendien behoudzuchtig. Het is tonaal ingesteld en keurt niet alle combinaties goed. Bij iets dat goed in het gehoor moet liggen grijp je automatisch naar voor de hand liggende combinaties die hun werkzaamheid al lang en breed hebben bewezen, naar min of meer traditionele melodische bouwsteentjes. Wat je vervolgens als componist doet is die bouwsteentjes op je eigen manier ordenen, ze op ongebruikelijke wijze door elkaar husselen of net iets anders stapelen dan de luisteraar verwacht. Er op een uitgekiend moment een nootje van weglaten, of er slinks eentje toevoegen. Je verlegt accenten, goochelt met maatsoorten. Je bedenkt er een contrasterend motiefje bij, of herhaalt het patroon onverwacht in een andere toonsoort. Zo krijgt je liedje een eigen signatuur.
Ewbanks inschattingsfout (luiheid, writer’s block, cynisme?) is dat hij het gelaten heeft bij stap één, het zoeken naar een goed klinkende, traditionele combinatie van noten. Hoewel hij een bekwaam componist is doet hij er vervolgens niets mee, hij laat het bij die ene inval, alsof die zo geniaal is dat verdere uitwerking overbodig is. En ja, dan blijken meer mensen dat Iers aandoende, pentatonische motiefje al te hebben gebruikt. Natuurlijk! En word je vervolgens van plagiaat beschuldigd. Natuurlijk! Het is waarschijnlijk geen plagiaat, in de zin van vooropgezet jatwerk, maar ‘toevallige’ overeenkomst: ook de andere gebruikers van het wijsje putten uit dezelfde bron van eeuwenoude volksmuziek. Maar de smet kleeft ook zonder boze opzet, en je reputatie krijgt, terecht, een deuk.

Wat mij vooral bezighoudt is niet wát Ewbank heeft aangeleverd (slappe kitsch, wat mij betreft, zouteloze aanstekermuziek voor de Heinekendrinkende feestmassa), maar dát hij het überhaupt heeft mogen aanleveren. Dat verontrust me, al bevestigt het mijn culturele pessimisme met een vette, cynische knipoog.
Dat we in een populistische cultuur leven is bekend. Dit is het Land van Leuk. Op alle fronten wordt een knieval gemaakt voor de smaak van de grootste gemene deler. Moeilijke kunst, die de man van de straat niet kan begrijpen, is verdacht en elitair. Die beoefen je maar in het geheim, met een paar andere hooghartige en wereldvreemde trawanten. Wat ooit ‘hoge cultuur’ werd genoemd is verdrongen naar de achterkamertjes van luxueuze grachtenpanden en heeft op zijn best de status van een soort artistieke vrijmetselarij.
Ooit domineerde die hoge cultuur, en werd op lage of volkscultuur neergezien. Als je vooruit wilde komen in de wereld simuleerde je desnoods interesse in klassieke muziek of in literaire meesterwerken, net zoals je ABN moest leren spreken of met mes en vork moest zien om te gaan. Toen kwam er een boeiende tijd waarin hoge en lage cultuur elkaar gingen beïnvloeden en samen tot interessante resultaten kwamen. Dat tijdperk begon grofweg met Gershwins Rhapsodie in Blue en eindigde nog niet zo lang geleden. Op dit moment is de slinger definitief doorgeslagen naar de andere kant. Lage cultuur heerst, hoge cultuur zit in het verdomhoekje.

Niets toont dat beter aan dan de affaire rond het zogenaamde Koningslied. De hoogste instanties van het vaderland vieren een groots en symbolisch feest, ons koninkrijk krijgt een nieuwe vorst, de eerste mannelijke monarch sinds Willem de Derde na een interregnum van drie koninginnen (vier zelfs, als je koningin-regentes Emma meerekent). Bij de muzikale aankleding van zo’n feest laat je zien waar je staat, als culturele natie. Vroeger zouden onze belangrijkste klassieke componisten zijn aangezocht om die hymne te schrijven. Ook die zouden zich trouwens, het Wilhelmus en het Neêrlandse volk indachtig, gebaseerd hebben op folkloristische motieven, maar daar gaat het niet om.
Nu wordt aan klassieke componisten niet eens gedacht. Louis Andriessen, Theo Loevendie? Stel je voor dat ze er een rare maatsoort, een vreemde tweede stem of een moeilijk interval in zouden smokkelen! Doodeng.
Ook toondichters van een minder academisch maar even creatief kaliber worden schijnbaar vanzelfsprekend gepasseerd. Ik noem maar een paar namen: Maarten van Roozendaal (te ziek?), Corry van Binsbergen (te marginaal?), Kyteman (te hip?). Of, als het echt een liedje moet zijn, waarom niet onze vaderlandse oer-troubadour, Boudewijn de Groot?
Nee, John Ewbank wordt gevraagd. Boegbeeld van de muziekcommercie, hitproducent, verkoopcijferkanon. Blijkbaar is de man die Marco Borsato voorzag van zijn bekendste hits de grootste componist van onze tijd. Niets kwaads over Ewbank: hij is een vakman die op geraffineerde wijze even sentimentele als meeslepende liedjes schrijft waarop het fijn huilen is als je gedronken hebt. Maar het zegt wel iets over onze nationale cultuur. Alles voor de populariteit, alles voor de volksgunst.
Kees van Kooten zei in een interview dat onze vorst in spe en zijn lieftallige vrouw liever bij Jan Smit gezien worden dan bij het Schönberg Ensemble. Anders dan Beatrix en de betreurde Claus voelen ze blijkbaar niet de noodzaak om als vorstenpaar een opvoedende taak te verrichten of het goede voorbeeld te geven. De schijn van een culturele interesse hoeft bij ons eigentijdse koningshuis zelfs niet meer opgehouden te worden. En dat baart me zorgen.

[En wie schrijft eigenlijk de tekst voor Het Koningslied? De Dichter des Vaderlands, Anne Vegter? Nee, las ik vanmorgen: Acda en De Munnik, Guus Meeuwis en Daphne Deckers. Ik bedoel maar.]

4 opmerkingen:

Daniël zei

Mooie column. Goede, inhoudelijke, leerzame kritiek.

Anoniem zei

Goed stuk, wil er nog aan toevoegen dat het verweer tegen plagiaat ook te denken geeft. Ewbank zou het 5 jaar geleden gemaakt hebben voor totaal iets anders. Ook enigzins gemakzuchtig lijkt me.

Peter zei

Treffend blog! Dank je. Maar, in lijn met de bovenstaande reactie: wat ik nog stuitender vind, is dat Ewbank een melodie/song aanbiedt die hij 'al een tijdje had liggen'. De nieuwe koning krijgt een kortingknaller-cadeautje uit de 1-euro-bak, een ode uit de op=op aanbieding. Daar was Marnix van Sint Aldegonde niet mee weggekomen...

Jan-Paul van Spaendonck zei

En dan zijn verdediging: dat dit te 'groot' was voor normaal gebruik, en a.h.w. op deze gelegenheid had liggen wachten... Ik wed dat Marco B. het niet had willen zingen, als Ewbank het hem aangeboden had.