vrijdag 28 april 2023

Koningsvangst en cirkel rond


Het was beter, veel beter weer dan verwacht. Wel nog koud, maar omdat er zon was en geen wind best aangenaam. Ik kon zelfs toen mijn voeten moe waren op het gras van de Apollolaan gaan zitten, met een versgebakken Luikse wafel. Naast me stond een voorzichtig te dragen tas met kelken voor trappist, een slank glas met groene voet, lijvige delen Eichendorff en Hesse en een plaat met Renaissancemuziek, in nieuwstaat. Ik had gescoord wat ik wilde en was tevreden, nu konden we wel naar huis. 
Thuis gingen de balkondeuren voor het eerst van het jaar voorzichtig open. De poezen stoven verheugd naar buiten. Ik bereidde alvast het eten voor - een rijke Bolognesesaus die op zijn minst een uur moest stoven - en zette de plaat met zestiende-eeuwse dansen op. Kromhoorns, rebec, gamba's, luiten, vihuela's, allerhande trommeltjes en knerpende bastoeters die ik niet kon thuisbrengen brachten me terug naar de tijd dat we Musica Reservata draaiden en droomden van minstrelen, jongleurs en troubadours. Vijftien waren we. Nu ben ik zowel luitist als troubadour, zei ik tegen mijn vriendin. Wie zegt dat dromen nooit uitkomen?



maandag 24 april 2023

REUNIE


Kuikie was er, en Paultje. En natuurlijk Marijke, mijn prille jeugdliefde, jaarlijks van de partij. Boontje liet helaas verstek gaan, maar met de Dwarse Man Robert hadden we toch maar liefst vijf klasgenoten uit de klas van Meester Panken bij elkaar. Het was bijna een reünie. Meester Panken zelf is in het eerste coronajaar overleden, onlangs had een routineuze googlesessie dat onthuld, en het was een schok. "De dag dat er rust en vrijheid kwam" stond er boven de rouwkaart, hij moet een zware tijd hebben doorgemaakt. We herinnerden ons de vrijdagmiddagen waarop hij voorlas uit Kees de jongen en zijn theatrale geschiedenislessen, de boterhammen die hij bij ons thuis at, want hij ging iedere dag lunchen bij een van zijn leerlingen, uit betrokkenheid - en konden het ons maar moeilijk voorstellen. 
Maya was er ook, uit de klas van mijn zuster. Ze had gehoopt dat ik Eva van Boudewijn de Groot ging zingen, en dat deed ik, liefdevol begeleid door mijn zoon Martijn. Helemaal toevallig was dat niet: ik had op dit blog ergens geschreven dat ik dat liedje voor mijn vriendin had gezongen en zij, Maya, had gereageerd met "was er maar iemand die Eva voor mij zong". Aanstaande zondag doen we een reprise van ons Boudewijn en Lennaert programma Wat geweest is, is geweest, dus het zat nog in mijn vingers. Het leek een goed idee om Eva op te nemen in het blokje liedjes over Nieuw-West, ter afwisseling, en als hommage aan mijn leermeesters. Ik dacht wel degelijk aan Maya, maar verzuimde het liedje aan haar op te dragen zoals ik van plan was geweest. 
De feestelijke bijeenkomst in Broedplaats De Vlugt, bij gelegenheid van de presentatie van ons achtste "literaire jaarboek" Tussen Andreasplein en Zwarte Pad én Robert Eksteens fantastische verhalenbundel Wormgaten in Nieuw-West, werd afgerond met een etentje aan de Sloterplas in Het Boothuis. Dat Italiaanse familierestaurant is er het levende bewijs van dat er schot zit in Nieuw-West. We hadden het op Nieuwjaarsdag bij onze traditionele wandeling rondom de Plas ontdekt en ons voorgenomen er eens te gaan eten; als het dan tenminste nog bestond, want vele veelbelovende initiatieven daar in de tuinsteden sneuvelen voortijdig. Het bestond nog en wat meer is, het floreerde. Het was er gezellig druk en het eten was uitstekend. De pappardelle met wildzwijn en cavolo nero stonden helaas, na het wildseizoen, niet meer op de kaart, maar de paccheri met ricotta en paddestoelen waren een voortreffelijk alternatief. Zelden dronk ik een betere espresso dan degene die mijn glaasje grappa begeleidde, en de limoncello aan de beregende Sloterplas waarmee we stemmig eindigden was eveneens van meer dan gemiddelde kwaliteit.
Dat ik, eenmaal thuis, mijn verleden, Nieuw-West en de hele wereld welgezind, nog wat oude plaatjes met mijn eigen liedjes draaide en daarbij iets te schielijk een geheel overbodige fles witte wijn bijna leeg dronk is er de reden van dat dit stukje warriger is geworden dan wanneer ik het tot morgen had uitgesteld. Maar morgen moet ik repeteren voor Wat geweest is, is geweest, en heb ik geen tijd om te bloggen.

Wat geweest is, is geweest
Een ode aan Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh

Zondag 30 april, 15.00 uur

Jan-Paul van Spaendonck: zang en gitaar
Jenny van de Wateringen: zang, gitaar en dwarsfluit
Martijn van Spaendonck: zang, gitaar en mandoline
Met Maria van Spaendonck: zang


vrijdag 21 april 2023

LAPPENMAND


Deze week vertoefde ik in de lappenmand. Volgens taalkundigen is die uitdrukking voor 'niet lekker zijn' ontstaan doordat in de lappenmand stukken stof lagen die niet in goede conditie waren maar nog wel bruikbaar konden zijn. Sokken die nog gestopt konden worden bijvoorbeeld. 
Ook de gaten in mijn ijzersterk gestel konden nog wel gedicht worden maar tijdelijk was ik niet erg gedisponeerd. Ik voelde me zo slap als een dweil. Ofwel een vaatdoek. Ook weer zo'n uitdrukking. Blijkbaar wordt rillerig zijn met lappen textiel geassocieerd. 
Gelukkig was ik anders dan mijn hoestende en proestende dochter nog wel in staat om mijn werk te doen. Gisteren was ik in Zaandam bij zoon en schoondochter om te oefenen voor ons programma Wat geweest is, is geweest. De ode aan Lennaert en Boudewijn die we in december ten doop hielden gaat op 30 april opnieuw klinken, in de Grote Kerk van Schermerhorn. Van harte aanbevolen. 
Zojuist maakte ik een vertaling van Falter im Wein van Hermann Hesse. Het veertigste en daarmee laatste gedicht van een bundel die deo volente later in dit jaar zal verschijnen. Ik dronk er een glaasje wijn bij en kon het niet laten om de titel aan te passen. 

Verdronken vlinder

Er is in mijn beker met wijn een vlinder gevlogen,
Dronken schikt hij zich in zijn zoete verderven,
Spartelt nog flauwtjes in ‘t nat en is willig te sterven,
Totdat mijn vinger hem optilt uit mededogen.

Zo is mijn hart, door jouw ogen verblind en gepijnigd,
Zalig in geurige bekers van liefde verzonken,
Klaar voor de dood, door de wijn van jouw charme bedronken,
Tenzij een wenk van jouw hand mijn noodlot voleindigt.

Falter im Wein, 1919


Illustratie: "De lappenmand" door Alexander Hugo Bakker Korff (1824-1882)

dinsdag 18 april 2023

BABYSHOWER


Aanstaande zondag is het weer zo ver: de nieuwste editie van het "literaire jaarboek voor Nieuw-West" wordt gepresenteerd in de theaterzaal van Broedplaats De Vlugt. Tweeëntwintig auteurs schreven aansprekende, grappige, ontroerende of spannende verhalen. Deel acht van Tussen Andreasplein en Zwarte Pad is daarmee een feit. Wat ooit begon als een bescheiden alternatief Boekenweekgeschenk is inmiddels een mooie traditie geworden met een nog steeds groeiend aantal lezers en auteurs.

Dit keer heeft de bijeenkomst een extra feestelijk tintje. Het is een babyshower voor een twee-eiige tweeling: naast het achtste deel van de reeks wordt ook de bundel Wormgaten in Nieuw-West van Robert Eksteen ten doop gehouden. Dat is een bijzonder boek, zoals ik er in het Nederlands taalgebied geen tweede ken. De auteur omschrijft het als far-fetched-fiction. Maar de gebeurtenissen in deze Fantasyverhalen mogen bizar en kolderiek zijn, de locatie is dicht bij huis. De Westelijke Tuinsteden blijken onvermoede vreemde kostgangers te herbergen. Het viertal vrienden De Niknar, De Bonte, Montikoot en Tekkel zijn op het oog excentrieke straatslijpers die hun dagen vullen met het achteroverslaan van blikjes bier en roze koeken, maar in werkelijkheid hebben deze raadselachtige heren een belangrijke missie te vervullen. Zeg maar gerust een Interstellaire Missie. Meer verklap ik niet, maar ik beloof u hilarische uren leesplezier. Als u van de wilde humor van Terry Pratchett en Douglas Adams houdt, en daarnaast een voorliefde voor jongensboekavonturen en de barokke taal van Godfried Bomans heeft, moet u Wormgaten in Nieuw-West zeker lezen. De taalvondsten buitelen over de 144 pagina's heen. Ik ben natuurlijk bevooroordeeld, want ik ken Robert goed, maar ik heb in tijden niet zo vaak hardop gelachen. Ideaal leesvoer voor tuin of balkon, als de lente ooit eens wil doorbreken.

Beide boeken zijn een creatieve ode aan een stadsdeel dat nog altijd niet in de eerste plaats met literatuur wordt geassocieerd. Maar zo ver van de grachtengordel gebeuren er mooie en ook merkwaardige dingen. Het alsmaar uitdijende oeuvre van Stichting de Driehoek maakt dat dit jaar dubbel duidelijk.

Zondag 23 april, 15:00 uur Broedplaats de Vlugt Burg. De Vlugtlaan 125 1063 BJ Amsterdam

Toegang is gratis, maar wel graag even uw komst aanmeldden via info@stichtingdriehoek.nl. Vol is vol.

De boeken zijn te bestellen via www.stichtingdriehoek.nl


vrijdag 14 april 2023

OPLUCHTING


In Epen besluiten we niet de vertrouwde holle weg van de Volmolen naar de Kliniek te nemen maar de bordjes "bloesemwandeling" te volgen. Het is een koude, late lente en meer dan een paar huiverende, wit bloeiende perelaartjes passeren we niet. Mijn verrekijker had ik net zo goed thuis kunnen laten - behalve een paar kwetterende musjes en wat kraaien is het hemelruim stil.
De dag ervoor hadden we in Wittem het eerste terrasje van het jaar gepikt. De zon had zich op Eerste Paasdag laten vermurwen tot een vrolijk geschitter. Vandaag hangt er een smoezelige hemel boven de heuvels. Maar we openen draaihekje na draaihekje en stappen lekker door, bewegen doet goed.
Als mijn voeten moe beginnen te worden zie ik in de verte de weg omhoog, het Geuldal uit, naar het bos, en ja, de bordjes wijzen ons tóch langs de witte gebouwen waar ik ruim een decennium geleden intern was. Volgen, of eigenwijs zijn? Volgen, zegt mijn vriendin. Je wou toch weer eens die nestgeur opsnuiven? Ik antwoord dat mijn gevoelens omtrent mijn toenmalige opname nog altijd gemengd zijn. In mijn boek heb ik er weliswaar luchtig over geschreven, maar een zekere vage beklemming hangt er nog rond deze plaats. We lopen de ingang voorbij waar een groepje (verplegers?) wat landerig staat te roken. Nu willen de groene wegwijzers ons niet terug naar Epen sturen, nog een halfuur gaans, maar verder weg van ons doel. We hebben geen indicatie van afstand gezien, wie weet is die bloesemwandeling wel twintig kilometer?  We verlaten de uitgestippelde route, steken de rijksweg over en komen via mooie stille paden aan de achterkant van Epen uit.
Mijn vriendin wil nog even naar de VVV maar die is er niet meer. Wel een weggeef- of ruilkastje met prullaria dat hier blijkbaar een nieuwigheidje is: wat een leuk idee! zegt iemand. Verder van Amsterdam kun je niet komen.
We stappen in de auto en rijden weg van alle vlaai-etende permanentjes en met nordic walking sticks uitgeruste zondagswandelaars. In Gulpen gaan we kleumerig op het terras van de Vrije Brouwerij zitten. Ik had nooit gedacht dat ik dit nog eens zou missen, zeg ik, doelend op de hipsters die hier biobier drinken in een met restwarmte verwarmd proeflokaal en bitterballen met paddo's of diervriendelijk geteeld rundvlees eten volgens de meest verantwoorde mode. Het personeel is net zo jong als de toeristen verderop oud waren.

Toch was het niet alleen het sombere weer en de tuttigheid van de entourage die een licht floers van bedruktheid over ons Paasuitje legden, alle natuurgenot en culinaire pleziertjes, het uitmuntende gezelschap en de fijne kamer in Den Roden Leeuw van Limburg ten spijt. De recensie zou woensdag verschijnen en de dag erna wachtte de parodontoloog op me, grijnzend, handenwrijvend. Ze zeggen dat je in jezelf moet schouwen naar wat je dwarszit, maar als ik mediteerde voelde ik alleen dat iets me dwarszat - wat precies, dat kon ik alleen met mijn verstand bepalen. Niet dat dát wat hielp. Weten wat je dwarszit is iets anders dan het obstakel uit de weg ruimen, helaas - wat Eckhart Tolle ook beweert.
Donderdagmorgen liep ik langs boekhandel Het Martyrium. Argus was inmiddels gearriveerd. Ik betaalde vier euro, klemde het tweewekelijkse tijdschrift onder mijn arm en haastte me naar huis. Daar kwelde ik mezelf door eerst koffie te zetten. In mijn leunstoel sloeg ik de knisperende pagina's open. Daar was het, op pagina 20. Parelduiken in je eigen hart, stond erboven. Ernaast een fleurige foto van mijzelf, tien jaar geleden. Ik joeg mijn blik door het uitvoerige stuk heen en las het meteen nog eens. Een enorme opluchting daalde neer. Ik werd niet neergesabeld of geridiculiseerd, mijn boek was met respect en begrip behandeld en er stonden zelfs een paar aardige dingen in. 'Een grappig en ontroerend einde'. 'Een sympathiek boek'. Nog een beetje ongelovig zag ik mijn bedruktheid verdampen. Hier was dus proefondervindelijk vastgesteld dat die somberheid het gevolg was geweest van mijn angst voor een negatief oordeel van de buitenwereld. Nu bleef alleen een doodgewone nervositeit voor de tandarts over.
Ik besloot mezelf op een dure wijn en een bosje bloemen te trakteren als ik ook dat overleefd had. Het kleine verwende jongetje was aan een onderhoudsdosis toe. 

Een klein verwend jongetje is te bestellen via onderstaande link: 


vrijdag 7 april 2023

Voorheen Rookzangers Notitieblog 45: Afwijzing


De bibliotheek moest ze niet. Voor deze titel verwachten wij te weinig belangstelling van de gemiddelde openbare bibliotheek. De twee recensie-exemplaren werden niet eens retour gestuurd, daar was met de huidige kosten niet meer aan te beginnen. Jammer, maar als je ziet wat de doorsnee bibliotheek tegenwoordig in de schappen heeft staan wel begrijpelijk. Thrillers, bestsellers. Met moeilijke of onbekende boeken wordt geen risico meer genomen. Die raak je alleen nog aan de straatstenen kwijt: aan de weggeefkastjes in de openbare ruimte kun je je naar literatuur dorstende hart ophalen, wat je smaak ook is - ik heb er laatst nog een schitterende in linnen gebonden uitgave van twee romans van Dickens gevonden, begin twintigste eeuw, loodzware boeken, ik voelde me als een dier dat zijn prooi mee naar zijn hol sleept.
Tien jaar geleden was dat allemaal - nog net - anders. Na een juichende recensie van wijlen Cees van der Pluijm sloegen de biebs 76 exemplaren van mijn blogbundel Rookzanger in. Beetje overmoedig misschien. Ik kom er weleens eentje tegen op Boekwinkeltjes.nl ('harde kaft, bibliotheek-exemplaar, in redelijke conditie') en heb dan altijd de neiging om het te bestellen. Niet dat ik om een boek verlegen zit, ik heb er nog een paar, maar gewoon, om de verweesde deeltjes thuis te laten komen. Kom maar terug bij papa, jongens.
Uit hetzelfde sentiment stuurde ik een mailtje naar Biblion. Kon ik de versmade boekjes misschien terughalen? Ja, dat kon, vernam ik. Als ik me twee dagen van tevoren meldde legde men ze klaar bij de receptie. Ah, dacht ik, ze gaan dus niet meteen de versnipperaar in. Zouden al die duizenden geweigerde boeken daar ergens opgeslagen liggen, in een soort treurig en stoffig depot? Ik streepte benzinekosten naar Zoetermeer weg tegen de winst van twee mogelijke verjaardagscadeaus en besloot er nog even over te denken.
Diezelfde middag bestelde iemand die Een klein verwend jongetje had gelezen twee van mijn eerdere boeken. Voor zijn verjaardag. Dat voelde, om in de geest van het boek te blijven, als een aai over mijn bol. 

Een klein verwend jongetje (242 pagina's, paperback) kost €17,82 en is via onderstaande link heel gemakkelijk te bestellen.

https://www.mijnbestseller.nl/shop/index.php/catalogsearch/result/?q=Een+klein+verwend+jongetje 

                                                

woensdag 5 april 2023

FANTASIA


Hoe kun je muziek verbeelden, verwoorden? Dat is nergens voor nodig natuurlijk want muziek kan heel goed op zichzelf staan. Toch is er blijkbaar een behoefte in de artistiek geneigde mens om ook zelf iets creatiefs te doen met zijn of haar geliefde composities. Luisteren en genieten is niet genoeg, er moet over geschreven worden, geschilderd, gefilmd, gezongen of gedanst.
Deze kruisbestuiving van de kunsten toont de beoefenaars ervan niet altijd op hun best. Kitsch ligt op de loer, pretenties dringen zich op. Muziek die zelf al 'programmatisch' was laat zich uitstekend vertalen in woord of beeld. Denk aan het symfonische gedicht de Tovenaarsleerling en hoe het team van Disney daar in de tekenfilm Fantasia uit 1940 vorm aan gaf. Mickey Mouse stuntelt zich door een driedubbel kunstwerkje heen: het gedicht van Goethe werd muziek, de muziek van Ducas werd bewegend beeld - alles past precies alsof het zo bedoeld was. Moeilijker wordt het als muziek in hoge mate abstract is. In dezelfde film wordt de Toccata en Fuga in D mineur van Bach aanleiding tot een spel met live-action en abstracte lichtpatronen dat zonder de majestueuze muziek van Bach weinig bestaansrecht zou hebben.

Hermann Hesse munt als dichter uit in eenvoudige lyrische poëzie - volkstümlich, in de traditie van Eichendorff en Heine. Onpretentieuze lyriek, vaak gebaseerd op natuurbeelden en stemmingen. Soms waagt hij zich verder en wil hij filosofisch gedachtengoed vatten in verzen. Dat zijn meestal niet zijn beste gedichten, de taal verliest haar vanzelfsprekendheid en krijgt woordenrijke, ingewikkelde constructies die eerder aan Schiller doen denken dan aan volksliedjes. Een essay lijkt nu eenmaal een beter voertuig voor filosofie dan een gedicht.
Afgelopen weekend bracht mijn vertaaltocht me bij zo'n lyrische bespiegeling. En dat is de reden voor de inleiding hierboven: ik heb sterk de indruk dat Zu einer Toccata von Bach op dezelfde orgelmuziek is gebaseerd als het openingsstuk van Disneys animatiefilm. Hoe verwoordt Hesse dat ijzersterke, dramatisch begin en de complexe doorwerking daarvan, die uitmondt in een meeslepende climax? Hij ziet er een parafrase van de Genesis in, van het goddelijke, dat uit het niets creëert en bestemd is naar zichzelf terug te keren. Lees maar:

Bij een toccata van Bach

Oerzwijgen heerst, in duisternis totaal …
Plots breekt uit scherpe wolkenspleet een straal,
Grist werelddiepten uit het blinde niet-zijn,
Bouwt ruimten op, doorwoelt met licht de nacht,
Laat berg en top vermoeden, helling, schacht,
Laat luchten luchtig blauw, laat aarde dicht zijn.

Dan splijt al scheppende tot daad en strijd
De helle straal wat kiemend drachtig is:
En zet de wereld, opgeschrikt, in brand:
Die glanst veranderd waar het lichtzaad landt,
Zo ordent zich en zingt wat prachtig is
Een lofzang, aan de schepper toegewijd.

En verder danst, naar God teruggebogen,
Nadat hij ’t wereldse bedrijf doorkliefde,
Zijn schepper tegemoet de grote drang.
Hij wordt tot lust en leed, tot taal en beeld, gezang.
Welft werelden tot weidse hemelbogen,
Is drift, is geest, is strijd, geluk, is liefde.

Zu einer Toccata von Bach, 1935

Vertaling (eerste versie) ⓒ JPvS