woensdag 21 december 2022

IJzel, zang en warme wijn



De dichter kijkt vanuit zijn hemelse stamkroeg (of vanuit zijn wolkenschip) welgezind op ons neer. Dat moet haast wel. Op de openingsdag van het Lennaert Nijgh Festival in 2013 was Haarlem veranderd in een wintersprookje. Een sneeuwstorm joeg over de stad. Afgelopen zondag herdachten we zijn twintigste sterfdag met een intiem concert en ook nu waren de omstandigheden zeldzaam winters, zoals hij, ras-romanticus, het graag had. Schaatsers zwierden over de slootjes, rijp kleurde de polder wit. De ramen van het kleine kerkje gloeiden donkergeel in de bevroren namiddag. 
Ondanks de voorspelde ijzel, code zeker zo geel als de kerkvensters, was de Noordeinder Vermaning welgevuld. Er was zelfs een nicht of achternicht van Nijgh die via via van ons initiatief had gehoord. Erg warm was het er ondanks onverantwoord stoken niet. Vrienden, familie, bekenden en onbekenden hielden hun jassen aan en nipten dankbaar van de glühwein die mijn vriendin bereid had, met steranijs, kruidnagel, kaneel, een beetje kardemom, sinaasappels en honing. 
De fragmenten uit Lennaerts brieven die ik had uitgekozen om voor te lezen vielen in de smaak. De liedjes ook. De sfeer was uitstekend. Warm. We waren op dreef, Jenny, Maria, Martijn en ik. 
Thuis heb ik de boeken met teksten weer in de kast gezet, de brieven terug in de ordner gedaan, de cd's opgeborgen. Dit is alweer voorbij. En wat geweest is, is geweest.
Maar we doen het graag nog eens.

Voorheen Rookzanger wenst u allen goede en fijne feestdagen toe en hoopt u op deze plaats weer te zien eer het nieuwe jaar ver gevorderd is. Moge de bloemenwei leeg en groen zijn!



vrijdag 16 december 2022

ZWANENZANG


Ik wilde niet kijken maar deed het natuurlijk toch. Nieuwsgierigheid won het van huiver. Zoals je niet kunt wegkijken bij een verkeersongeluk ook al zou je dat graag willen, zo kon ik mijn hand niet beletten om te zappen naar Omroep Max, waar Rob de Nijs afscheid nam van zijn fans.
Kort en goed: het was droevig maar mooi.
Stem heeft Rob niet veel meer. De avond tevoren had ik bij toeval nog een aflevering van Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer? gezien, op YouTube. De Nijs sprong rond, struikelde over zijn woorden van vitaliteit, en als hij ging zingen was daar meteen de magie van dat zoete en toch mannelijke geluid. Nu kon zelfs de meest geavanceerde geluidsversterking de krachtige lyrische bariton van toen niet terugtoveren. Wat tegen het einde restte van een van de mooiste stemmen van de Nederlandse muziek was het zwakke, rasperige geluid van een oude man. Toonvast, dat nog wel. En qua inleving en tekstvoordracht was hij nog steeds een meester. Het leek zelfs of de fysieke onmacht die Parkinson bij hem heeft veroorzaakt hem dwong tot een uiterste economie. Net genoeg zingen om de suggestie te wekken, geen noot meer. In de overbekende en door het publiek meegebrulde refreinen van Malle Babbe gooide hij er af en toe een "lekkere kont" tussendoor. De rest liet hij aan achtergrondzangers en volkskoor. 
Maar, zelfs al was hij niet ziek: mag een mens van bijna tachtig misschien zijn stem kwijt zijn? We vinden het maar heel gewoon tegenwoordig dat we eeuwig jong blijven, hardlopen op een leeftijd waarop men vroeger de hele dag in de leunstoel bleef zitten en rondspringen op podia als onze alter ego's van zestig jaar geleden. Niet iedereen is Paul McCartney of Mick Jagger. Of Boudewijn de Groot. Rob heeft een zeer respectabele leeftijd en zijn afscheid is bepaald niet ontijdig. Hij is ziek, hij is oud, hij is op. Het is een godswonder dat hij daar nog zat, in het Ziggo Dome, en zich, rasperig of niet, door een heel concert heen zong. 

Nu is de vraag die misschien in u opkomt, als u niet gekeken hebt: was het gênant, was het pijnlijk? Want zo klinkt het wel. Antwoord, na het dubbend verwerken van gemengde gevoelens: Neen. Het was droevig, maar niet pijnlijk. Over het waarom van dat antwoord moest ik wederom weer even broeden. Ik geloof dat ik eruit ben.
Vroeger vond ik De Nijs ijdel. Zijn strakke leren broeken, zijn kokette gilletjes en sprongetjes tussen het zingen door, het befaamde spleetje tussen zijn tanden - alles riekte naar een man die veel tijd voor de spiegel doorbracht en vooral uit was op de bevrediging van de eigen behoeften. Maar de man is gelouterd door wat hij heeft doorgemaakt en ik heb stellig de indruk (u mag me sentimenteel vinden als u dat wilt) dat hij dat laatste moeizame optreden vooral deed voor zijn fans. Rob heeft een heel eigen achterban. Die bestaat vooral uit 'de gewone man', of liever gezegd, de gewone vrouw. Rob bedient een vooral vrouwelijk mainstream publiek dat Hazes te plat vindt maar Boudewijn te high brow. Bijna al die vrouwen zijn in hun jeugd verliefd geweest op leren broek en spleetje. En op die verleidelijke stem natuurlijk, die ook mij, norse fijnproever, altijd heeft gecharmeerd en ontroerd.
Heel Ziggo Dome hield van die man in zijn rolstoel, en hij gaf de zaal dankbaar en grootmoedig wat zij wilde: nog één keer meezingen met de geliefde liedjes. Als hij het niet meer kon deden de fans het wel. Zanger en zaal waren één. Ik vond dat ontroerend.


dinsdag 13 december 2022

ZONDE


Kun je menselijke emoties uitdrukken in verf of denken we dat maar? De maniëristen lieten geen twijfel bestaan aan de innerlijke stormen waaraan hun subjecten ten prooi waren. Die waren duidelijk te zien aan de bij die emoties horende grimassen en verwrongen lichaamshoudingen. Wil je het subtieler, dan werk je met symbolen. Een oude man en een zandloper en we weten genoeg. Doorgaans zijn wij kijkers het die interpreteren wat er omgaat in de afgebeelde figuren. De schilder reikt ons sleutels aan, bekende of minder bekende, om dat in olieverf en canvas gesuggereerde gemoed te ontsluiten.

Zaterdag waren we met de familie in het Van Gogh Museum. Nog ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van mijn schilderende broer. Broer is een groot liefhebber van Van Gogh en mijn zuster wilde graag haar held Klimt zien, aan wie een expositie is gewijd dezer dagen. Ik kuierde geboeid door de volle zalen. Net toen mijn aandacht voor al dat moois dreigde te verslappen bleef ik verrast, bijna geschrokken staan. Daar hing zomaar een oude favoriet: Die Sünde van de romantisch-decadente schilder en beeldhouwer Franz von Stuck. 

Drukken die ogen écht lust en schaamte uit, of is dat onze interpretatie, die ontstaat doordat de schilder het gezicht van de vrouw heel geraffineerd in diepe schaduw heeft gehuld: de schaduw van het verborgene, verbodene? Of door de zware, zwarte make-up? Het symbool van de slang? Haar blanke blote vlees op de voorgrond doet de rest. Ik keek lang naar het schilderij, dat kleiner en donkerder was dan ik had gedacht.
Toen onze ogen vol waren kochten we wat souvenirs en haalden jassen en mutsen uit de kluisjes. Buiten sneed de wind ijzig door iedere kier in onze kleding. 

Met familie loop ik anders door mijn stad. Ik meen die door hun ogen te zien en vind de straten en pleinen opeens zo weids, druk en prozaïsch, terwijl ik ze normaal als de gezellige steegjes van mijn eigen buurtje ervaar. Ook loop ik voorop terwijl ze de weg net zo goed kennen als ik. Ik leid mijn kleine kudde stalwaarts. Loods ze veilig langs een dampende oliebollenkraam. Niet doen, denk ik, ik heb niet voor niets gisteravond boven het fornuis gestaan.

Binnen is het warm, de kerstboom flonkert. Ik inspecteer mijn huis met die andere ogen. Steek kaarsen aan. Aai trots de katten en knijp een oogje toe voor die slijtageplekken in stoel en bank. Als iedereen zit vraag ik wat men wil drinken. Ik som op wat er is. Voorzichtig druppelen de verstandige bestellingen binnen. Appelsap, koffie, prikwater, Peroni zonder alcohol. Zelf neem ik toch alvast een bockbier mét. De quiche gaat in de oven, ik zet het vuur aan onder de soep. Ik open de ijskast en zie de feestelijke fles Cava die net zo goed op het balkon koud had kunnen worden. Geen nood, mijn jongste broer heeft grootmoedig beloofd om me daarmee straks een handje te helpen.


Zie: https://www.jettyvanspaendonck.com/2022/12/groene-soep.html


vrijdag 9 december 2022

ZWERVER


Aanstaande zondag doen we een doorloop van ons Nijgh-programma: Wat geweest is, is geweest. In hetzelfde kerkje waar ook het concert zal plaatsvinden, de week daarop. Mijn zoon had het over filmen voor een promovideo - we willen dit programma immers vaker gaan spelen. Ik keek in de spiegel. Daar grijnsde een verloederde kerstman me aan.
Lennaert had in de latere jaren van zijn leven vaak een verlopen kop. 'Wie is dát?' vroeg mijn moeder fluisterend op een feestje bij mij thuis, discreet wenkend naar een hoek van de kamer waarin zich een bleke en magere man met een rommelige baard en ongekamd haar had teruggetrokken. 'Mam, dat is Lennaert Nijgh,' antwoordde ik in hoofdletters. 'Ach,' zei ze, 'ik dacht dat je een zwerver van straat had meegenomen.'
Nee, zover hoefde mijn inleving niet te gaan. 

Bij de kapper was ik meteen aan de beurt. Al snel merkte ik dat het anders zou worden dan normaal. De jongeman met episch getatoeëerde biceps en een muzelmannenbaard keek indringend naar mijn spiegelbeeld. Neeg zijn hoofd naar links en naar rechts. Concentratie blonk uit zijn zwarte ogen. Nadat hij mijn wensen had aangehoord en op een paar punten om opheldering had gevraagd begon hij als een razende met een tondeuse de zijkanten van mijn hoofd te snoeien. Zo, dat gaat snel, dacht ik, waarom zijn je collega's altijd zo tergend langzaam met schaartjes in de weer?
De zijkant was algauw grofweg in orde. Nu pakte hij kleiner instrumentarium. Randjes werden o zo precies bijgewerkt. Tot slot kwam er een zacht zoemende reuzetondeuse die alleen leek te aaien en misschien een enkele úitstekende micrometer onthoofde. 
Al die tijd keek hij intens naar mijn haar. En naar mijn baard - hij popelde zichtbaar om daar iets aan te doen, maar dat had ik niet toegestaan. Soms kon hij zich niet bedwingen en vroeg toestemming om dat éne haartje weg te knippen. Ik zag nu dat zijn eigen zwarte baard eerder die van een hipster dan die van een religieuze moslim was.
Voor koetjes en kalfjes had hij geen tijd. Als hij al praatte was dat functioneel. We zaten hier om mijn kapsel te fixen. Zijn verantwoordelijkheid en die van mij. Een zwijgend pact hadden we samen. Heerlijk! Ik hoefde niet over mijn aanstaande kerstvakantie te babbelen of over het voetbal, de drukte in de winkel, het weer, enzovoorts.
Ter afronding pakte hij toch nog een schaartje of twee om het haar bovenop te fatsoeneren. En toen hij tevreden leek te zijn (er waren nog een stuk of drie precisie-instrumentjes aan te pas gekomen voor het zover was) vroeg hij of hij mijn profiel mocht fotograferen. Hij draaide zijn telefoon om mijn hoofd heen en filmde, knipte. Hij vroeg wat ik ervan vond. Mooi, antwoordde ik oprecht. Hij knikte lachend. Classic! zei hij.
Bij de kassa zei ik tegen hem dat hij een artiest was. Weer knikte hij. Dat vond hijzelf ongetwijfeld ook. Terwijl ik mijn jas aantrok veegde hij nederig de vloer. 


"Wat geweest is, is geweest"
Een ode aan Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh

Zondag 18 december, 15.00 uur
De Noordeinder Vermaning, Noordeinde 18, 1485 EV, Noordeinde
Reserveren gewenst: 06 23342980
Entree: 15 euro

Jan-Paul van Spaendonck: zang en gitaar
Jenny van de Wateringen: zang, gitaar en dwarsfluit
Martijn van Spaendonck: zang, gitaar en mandoline

Met Maria van Spaendonck: zang


(De foto van Lennaert is uit 1985. Tien jaar later zag hij er heel wat minder fris uit. Weer later verfde hij zijn haar en liet zich door de kapper kortwieken. Netter, maar ook ouder.)

woensdag 7 december 2022

LEK

Het lekte in de keuken. In het plafond was de bruine vochtkring al poreus geworden, als je erin porde zou het voze gips verbrokkelen en naar beneden komen. Toen er na veel bellen en lang wachten een loodgieter kwam kijken stelde die vast dat de lekkage niet van de plassen regenwater op het dak kwam, maar zijn oorsprong vond in de rookgas-afvoerpijp van de verwarmingsketel. Die sloot niet goed en lekte condenswater, aldus de expert. Het plafond moest opengebroken worden en er moest iets aan de buis gebeuren. Een ringetje worden vervangen wellicht. Zelf mocht hij dat helaas niet doen. Het onderhoud van de cv-ketel was contractueel ondergebracht bij een extern bedrijf. 
Het externe bedrijf kwam enige weken later. Als ik gehoopt had op een snelle oplossing kwam ik bedrogen uit. Deze monteur keek eens goed rond, stelde kien vast dat er een lekkage was, en dat de pijp de boosdoener was. Het plafond moest open. Ik zei dat ik dat al wist. Hij keek me glazig aan. Met een andere loodgieter had hij niets te maken, hij was door zijn moederbedrijf gestuurd om poolshoogte te nemen. Na zijn diagnose vertrok hij weer, mij achterlatend met een emmer vol lekwater. 
Weer een tijd later verscheen er een monteur met een koffertje en een trapleer. Deze man had anders dan zijn voorganger blijkbaar een boorbrevet want hij legde mijn gehavende plafond mooi vierkant open. Hij veegde zelfs de vloer aan. Maar daar hield het mee op. Voor het vervangen van dat ringetje had hij blijkbaar de juiste papieren weer niet. Ik zou spoedig gebeld worden voor een vervolgafspraak.
Ik wachtte een paar weken, hoorde niets. Het water liep ondertussen langs de muur, in het spoor ervan was de verf opgelost.
Op een maandagmorgen waarop ik toch nergens zin in had ging ik met koffie en telefoon in mijn fauteuil zitten en doorstond driekwartier pianogezeur van Einaudi, steeds hetzelfde temerige nummer, op repeat. Daarna vertelde een levende medewerker me dat ik een ander telefoonnummer moest hebben. Nog een half uur wachten, ditmaal een soort elektronisch liftmuziekje in het oor. De man die nu 'goedemorgen, waarmee kan ik u helpen' zei wist nergens van, er was blijkbaar iets niet doorgegeven. Maar als ik even geduld had plande hij alsnog een afspraak in.
Ik had geduld, tien minuten lang, en kon uiteindelijk woensdag 7 december noteren, tussen twaalf uur en half vijf.
Dat is vanmiddag. Als het goed is krijgt mijn buis dan een nieuw sluitringetje. Vervolgens komt er een ander extern bedrijf om het plafond te herstellen. Maar zo ver in de toekomst durf ik niet te kijken.

                                                                  ***

Naschrift. Daar was de monteur, of waterzijdige installateur, in zijn eigen woorden. Een praatgrage jongen die op een zoon van John Lennon leek. In eerste instantie verrast, want hij kwam om open te breken en dat was al gebeurd. Maar hij schrok van wat hij aantrof. Er waren twee soorten materiaal gebruikt, aluminium en pvc, voor verschillende gedeelten van de pijpleiding, en dat was tegen de regels. Daar kon hij even niks aan doen, excuses, want hij had die spullen niet bij zich. Dat verdomde 'ketelteam' ook, altijd hetzelfde! Hij moest eerst alles tot de bodem uitzoeken, rondbellen, opmeten, foto's maken. Dan zou hij zien of hij de lekkage provisorisch kon stelpen. Onderwijl kwam er een afspraak voor een grootscheepse actie: een hele nieuwe leiding, plafond moest daarvoor nog verder open. Vervelend voor mij, sorry, maar hij zou het met voorrang voor elkaar zien te krijgen.
Waarvan acte.

[Laatste update na veel bellen met superieuren en collega's: hij fixt de lekkage, het plafond gaat daarna dicht, het vervangen van de leiding gaat 'op projectmatige basis' - lees: ooit.]


vrijdag 2 december 2022

FILE


Alles viel op zijn plaats. De liedjes die ik als jongen had meegezongen met mijn held Boudewijn zong ik nu zelf. De woorden van Lennaert die ik al een leven lang kende kwamen gemakkelijk. Ik had geen behoefte om iets duidelijk te maken of over het voetlicht te brengen want de taal sprak, glashelder, voor zichzelf. Ik hoefde slechts haar spreekbuis te zijn, te veel expressie was eerder een handicap dan een hulpmiddel.
Bovendien was ik in vertrouwd gezelschap. Niet de eenzame troubadour op wie alle ogen gericht zijn maar één van een trio. Mijn zoon en zijn vriendin, de ouders van mijn kleinkinderen, speelden en zongen mee. Drie stemmen, drie gitaren. Ik had het gevoel dat ik veilig was, dat het welslagen niet van mij alleen afhing en dat ik liefdevol opgevangen zou worden als ik een fout maakte. 

Om kwart over twee waren we door ons repertoire heen. Naast jou had alleen nog een kampvuur nodig om een traditional te zijn, voor mij was het, ondanks de lappen tekst waar de jongere generatie wat moeite mee had, zoiets als The House of the Rising Sun.
Jenny ging Anna van school halen, ik pakte mijn gitaar in, praatte nog wat na met mijn zoon en maakte me op om in de gebruikelijke twintig minuten van Zaandam naar huis te zoeven.
Dat het verkeer compleet vastzat op de uitvalsweg weet ik nog aan het tijdstip. Tegen drieën, een vroeg spitsuur vandaag. Maar toen ik ruim een half uur later nog steeds op de Kolkweg stond, slechts een autolengte per keer vorderend richting de A10, begon ik me toch zorgen te maken. Mijn gedachten hadden dat half uur vaag en aangenaam spelend bij de repetitie vertoefd. Nu begonnen ze te verdampen en werd mijn aandacht ten volle ingenomen door de stroom van auto's en vrachtwagens waarin ik gevangen zat. Geen uitweg mogelijk, ik zat muurvast.
Daar verschenen twee lichtbakken, links en rechts: COENTUNNEL DICHT zeiden ze. Ik belde mijn zoon. Hoe kon ik het beste naar huis gaan via een andere route? Er was eigenlijk maar één optie: de noordelijke ringweg. Maar ook die zat potdicht, zag mijn zoon op internet. 

Wat te doen?
Niks. In muziek had ik geen zin, mijn oren waren nog zo lekker vol met die van onszelf. Ik schuifelde lijdzaam verder, telde iedere meter als winst, probeerde mijn ongeduld te bedwingen. Toen ik merkte dat er desondanks kleine paniekgedachten opborrelden ging ik in wat ik maar de zenstand zal noemen. Ik concentreerde me op mijn ademhaling. Diep en rustig in door de neus, krachtig en langzaam uit door de mond. Minuut na minuut na minuut verstreek zo. Mijn longen voeren er wel bij.
Eindelijk, eindelijk op de Ring beland genoot ik van elke kleine vordering. Soms mochten we even rijden, mijn weggenoten en ik. Dat maakte de taaie meters daarna (want onherroepelijk werden we teruggefloten en tot hernieuwde wandelpas gedwongen) draaglijk. Toen ik de begeerde afslag Buitenveldert naderde vond ik het bijna jammer, want mijn tocht had ondertussen iets heroïsch gekregen; ik wilde een record breken, een prestatie kunnen melden. 

Thuis appte ik mijn zoon: 'Twee en een half uur over gedaan. Pfft. De HEL! Een biertje heb ik nu wel verdiend.'
Hij was het daarmee eens. Maar terwijl ik me een bokje inschonk bedacht ik dat het eigenlijk niet zo heel erg geweest was. Het gevoel van veiligheid en verbinding tijdens de repetitie had me erdoorheen geloodst. Meer nog dan mijn ademoefeningen konden doen. 


***


"Wat geweest is, is geweest"
Een ode aan Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh

Zondag 18 december, 15.00 uur
De Noordeinder Vermaning, Noordeinde 18, 1485 EV, Noordeinde
Reserveren gewenst: 06 23342980
Entree: 15 euro

Jan-Paul van Spaendonck: zang en gitaar
Jenny van de Wateringen: zang, gitaar en dwarsfluit
Martijn van Spaendonck: zang, gitaar en mandoline

Met Maria van Spaendonck: zang

Foto: Paulien Kop