vrijdag 9 december 2011

BEZEMWEER

Wat beestenweer is wist ik natuurlijk al heel lang, maar het woord bezemweer hoorde ik pas geleden voor het eerst. Op het achtuurjournaal vermoedelijk, of misschien las ik het in de krant. Als het al niet bestond, buiten mijn medeweten om, is het een perfect neologisme, zo’n slim gemunt woord dat je even een plezierig gevoel van bijna-herkenning geeft: ach, natuurlijk, daar is het! Hoe heb ik al die jaren zonder gekund? Heel anders dus dan met al die suffe en melige samenstellingen die het dagelijks debat moeten terugbrengen tot hapklare taalbrokken, zoals ‘weigerambtenaar’: verbale pasmunt die het veel te snel tot de Van Dale weet te brengen, omdat politiek nu eenmaal overschat wordt. Ze lullen maar door, de hele dag, al dan niet in neologismen, en je kunt net zo goed niet luisteren, want morgen is alles weer anders. 
Met het weer is dat ook zo, dat het morgen weer anders is, maar om de een of andere reden vind ik dat toch boeiender. Misschien omdat ik een meteofoob ben. Ook zo’n mooi nieuw woord, dat ik leerde van de Siciliaanse schrijver Andrea Camilleri. De hoofdpersoon van diens boeken, commissaris Salvo Montalbano, kan totaal uit zijn humeur en van slag af raken als de lucht troebel is en de zee onrustig. Ik heb dat ook. Het weer kan mijn stemming wezenlijk beïnvloeden, een plotseling andere lichtval kan me waakzaam en gespannen maken, of juist rustig en vrolijk, al naar gelang het karakter van dat licht – schel en priemend, of mild en koesterend. 
Maar dan dat bezemweer. Eergisteren was het zover. De bezem moest door het najaar, al die ouwe troep moest van de bomen, de koude schone lei van de winter moest worden geprepareerd. Het stormde ook in mijn hoofd, want ik ben immers solidair met de elementen. Een groot onrustig herfstsentiment vervulde me: met grote passen door de stad marcheren, hard roepen, woest zuipen, wild neuken, ontembaar leven! Helaas had ik een explosieve verkoudheid te pakken, die me heel andere suggesties deed (je bed in, met een boekje en een glas kiwisap!), en bovendien heb ik mijn libido ergens in de koelkast van de kliniek achtergelaten, mag ik van de dokter niet meer drinken, en voor hard roepen ben ik te beschaafd, dat doe ik alleen beroepshalve. Van enige congruentie met het bezemweer kon dus geen sprake zijn. Ik moest het lijdzaam uitzitten en wachten tot de rust was weergekeerd in de wereld. 
 ‘Ik vind het altijd wel fijn,’ zei mijn vriendin. ‘Dan is de appelboom weer lekker kaal. Hebben we dat tenminste gehad.’

6 opmerkingen:

Hans Valk zei

"De koude, schone lei van de winter".
Hij is fijn, rookzanger.

Maarten Dieben zei

Een lei kan wel schoongeveegd zijn, maar koud? Dat is eerder bedoeld als reactie op die van Hans Valk, dan als een 'pizzico di sale' - een mespuntje zout heet dat geloof ik in het Nederlands, vreemd genoeg, want ik voeg nooit zout toe met een mes, maar tussen wijsvinger en duim zoals het Italiaans ook suggereert - op jouw prachtige 'slakken', Rookzanger, die ik met trots mijn vriend mag noemen, geen geheimen daaromtrent. Wat ik, bescheiden en vol schroom eigenlijk wilde vragen: u had ons deze maand toch louter opgewekte schrijfstukken beloofd? Dat kunnen we nu wel gebruiken. Maar de melancholie, hoe kan het anders, schemert overal doorheen. Wat in de ijskast staat, kun je er ook uithalen, zoals ik zelf vaak doe. Hoe mooi schrijft u niet over stemmingen en stemmingswisselingen! Euthymisch deze maand, wat ik u bidden mag, al slingert het gemoed mee met de klok! De advent is een tijd van blijde verwachting. We weten, in deze donkere dagen voor Kerstmis, dat het licht zal schijnen en dat vanuit de hemelen engelengezang zal neerdalen over de velden. U bent zelfs aangesteld van hogerhand - ik duid niet op het aardse gezag dat ons besodemietert - deze muziek te dirigeren! Laat ook uw schriftelijke arrangementen getuigen van geluk.

Anoniem zei

Beste Maarten Dieben, ik ben spaarzaam met metaforen, maar als ik ze gebruik mag ik ze toch wel van een adjectief voorzien? En wat mij betreft mag dat dan zowel op de betekenisdrager als op het betekende slaan, of allebei; wat de grammatici daarvan zeggen weet ik niet - in elk geval moest ik denken, of zag ik voor me: de koude harde leistenen daken van Ardense huizen, leigrijs, het woord zegt het al, die ik zozeer met de winter associeer, na er zo vaak het jaar te hebben gewisseld... Wat betreft uw voornaamste punt: dit was toch wel een vrolijk stukje? Veel vrolijker zal het bij mij wel niet worden, vrees ik, maar ik beloof dat ik mijn best zal doen het u naar de zin te maken!

Hans Valk zei

@Maarten Dieben: dat "mespuntje zout" komt geheel en al uit je eigen koker. In het Nederlands is de bekende metafoor: 'iets met een korreltje zout nemen'. Komt geen mes aan te pas, dus. Zo gezien is dat "vreemd genoeg" van je op zijn beurt dus ook weer een beetje vreemd.
Voor het overige: Een klassieke lei (om op te schrijven) is van natuursteen en voelt dus van nature een tikkeltje koud aan. Dat Rookzanger dit, omwille van zijn metafoor, nog wat verder aanzet, lijkt mij dan ook volledig legitiem.

Aan je vraag naar positieve stukjes heeft Rookzanger in zijn volgende bericht voldaan, dus dat kunnen we ook als afgehandeld beschouwen, hoop ik.

Maarten Dieben zei

@Hans Valk: nooit gehoord van de uitdrukking: 'Niet op alle slakken zout leggen'? Mijn aanmerking alludeerde op die zegswijze: Ik wil niet op alle (taalkundige) slakken van Rookzanger zout leggen, voor zoverre die bij hem te vinden zijn. Nee, maar, omdat Hans Valk dat zo'n mooie zin vond, wilde ik een beetje zout leggen op dat zinnetje, om u te contrariëren. Ook de winter als lei gezien bevalt me niet. Schrijft men soms iets op de winter?
Maar Rookzanger heeft me in zijn commentaar volledig overtuigd, zowel wat de grammaticale als de associatieve aspecten betreft.
Niet u, maar Rookzanger betuig ik mijn excuses. Een mooi beeld: sneeuw op de leien daken van die sombere Ardennerboerderijen in de winter. Caesar heeft in zijn boek 'Gallia omnia divisa est in partes tres' al gezegd dat je de Ardennen in de winter beter kunt vermijden; en de geallieerden uit W.O.II hebben daar laatstelijk nog flink lik op stuk gekregen van de Duitsers. Dat kleine Sherman-tankje bij Bastogne brengt me al die ellende weer in herinnering. Dus persoonlijk vind ik de Ardennen een onguur gebied. En ik ben blij dat Rookzanger ons in positieve zin verslag uitbrengt over wat hij zoals op de Nederlandse televisie ziet. Evenwel beschouw ik mijn 'Valk-watching' geenszins als afgehandeld.

Hans Valk zei

@Maarten Dieben: Je maakt het wel erg ingewikkeld, Maarten. Excuses? En omdat ik het was wilde je wel even contrair gaan? Heb ik iets van je aan, ofzo?
Om het nog bonter te maken: ijs en weder dienende zit ik deze kerstmis in de Ardennen (omgeving Trois Ponts). Je weerzin tegen het gebied zal me niet weerhouden.
Wat Valk-watching betreft: daar is alle gelegenheid voor: zie rechtsboven op deze site. Maar misschien had je die route al ontdekt. Tot wederhoren!