dinsdag 27 december 2011

HEESTERS


Er wordt me gevraagd wat ik als zanger van Johan Heesters denk. ‘Ik denk helemaal niets,’ wil ik Maigret nazeggen, maar dat is niet waar. Mijn gedachten zijn niet helder, dat is alles. Voor wie het niet weet: Heesters was een operettezanger, beroemd omdat hij op zeer hoge leeftijd nog optrad, berucht omdat hij goed fout was in de oorlog. Hij stierf vorige week, 108 jaar oud.
Het geval Heesters is complex. Toen hij furore maakte in het vooroorlogse Duitsland was iedereen hier apetrots. Onze Jopie! Na de oorlog haatte hetzelfde publiek hem omdat hij voor de Nazi-top had opgetreden. Een bakker die doorbakt in oorlogstijd is oké. Mensen moeten eten. Maar als zijn croissantjes nu zo befaamd zijn dat ze ook in de smaak vallen van de vijand, moet hij dan met bakken stoppen? Of pas als hij tot hofleverancier wordt benoemd?
De kwestie Dachau werd hem altijd nagedragen: had hij daar wel of niet gezongen? In feite is dat irrelevant. Wie voor machthebbers wil zingen, moet mee met hun uitstapjes. Zeker als die machthebbers dictators zijn. De prijs van roem is collaboratie. Om in die positie dwars te liggen en de hand op de knip te houden vereist grote moed. Je leven staat op het spel, niet alleen je carrière: Hitler heeft om minder mensen laten liquideren. Kun je een dergelijke moed van mensen eisen?
Veel succesvolle Joodse zangers wisten wat hun boven het hoofd hing, maar hadden niet de moed om zoals Richard Tauber alle schepen tijdig achter zich te verbranden: een eigen huis, een carrière, tal van obstakels scheidden hen van Amerika of Engeland. Ze lieten zich met de levensstroom meedrijven. Ook Heesters deed dat. De tegengestelde uitkomst doet er in deze wrange vergelijking niet echt toe, het gaat erom dat er in beide gevallen sprake is van dezelfde karaktereigenschap, of liever, van het ontbreken van een karaktereigenschap. In het eerste geval kan dat rekenen op begrip, in het tweede is datzelfde begrip onmiddellijk verdacht.
Ik heb weinig sympathie voor die man die zo ijdel was dat hij op de leeftijd van 108 nog op een podium wilde staan. De man die met aanvankelijke gretigheid de bühne beklom van een land waar de vlaggen met het hakenkruis al wapperden. Maar misschien nog minder sympathie heb ik voor de schreeuwers die hem een paar jaar geleden een optreden in zijn geboortestad Amersfoort wilden beletten. Het is gemakkelijk schreeuwen als je nooit zelfs maar in de buurt van een positie bent geweest, waarin de druk om te collaboreren zich voordoet. Een geweten dat nooit op de proef wordt gesteld is gemakkelijk rein te houden.
Als iemand me nog eens naar mijn mening vraagt over onze voormalige nationale trots, laat ik Mephisto van Klaus Mann erbuiten en houd ik het simpel: ook hoge heesters vangen veel wind.

Geen opmerkingen: