dinsdag 13 juni 2023

De kwestie Carnac


Ik las dat in het Bretonse Carnac een veld met maar liefst 39 menhirs moest worden geruimd om plaats te maken voor een doe-het-zelf-zaak, Mr. Bricolage, zeg maar onze Gamma. De burgemeester van het dorp snapte de verontwaardiging die was ontstaan nadat een archeoloog alarm had geslagen, niet, of veinsde die niet te snappen. Deze rij oude stenen was bepaald de Mona Lisa niet, en de culturele waarde was slechts gering, verdedigde hij zich. Ik was geschokt. Ik ben daar geweest, in Carnac, Karnag in het Bretons, en we hebben ons vergaapt aan die megalithische pracht. In mijn dagboek van augustus 2001 vind ik het bewijs:

'Gisteren op weg naar de supermarkt in Auray "scoorden" we tot Maria's enthousiasme al een dolmen [...], vandaag zagen we onder een zachtgrijze hemel de indrukwekkende Stenenrijen, velden vol, van Kermario. Vol korstmos. Mysterieus, zeker in dit weer.' 

Ik dacht aan een aflevering van Midsomer Murders. Een corrupte burgemeester verkwanselt een stuk beschermd bos aan een projectontwikkelaar, die er een winkelcentrum gaat bouwen. Natuurlijk steekt de burgemeester een flinke som smeergeld in zijn zak. Dat is televisie, soortgelijke verhaallijnen zijn er meer te vinden, ik schat ook in Midsomer Murders. De geldwolven van het vastgoed hebben het gemunt op kwetsbaar en niet rendabel terrein met 'slechts' sentimentele waarde en eveneens op geld beluste bestuurders helpen grif een handje mee. Wij kijkers zijn natuurlijk op de hand van de protesterende milieugroeperingen en tegen de betonstorters, al blijkt in de loop van het onderzoek het kwaad voorspelbaar genoeg verdeeld over beide partijen.
Hier in Frankrijk moest ook zoiets aan de hand zijn. Wat een gotspe! Hoe komen ze ermee weg, dacht ik in eerste instantie - 7000 jaar oude allignements... Opgeofferd aan een betonnen doos van de Praxis. Een schande! 
Ik herinnerde me een rij megalieten in Carnac-Plage, heel prozaïsch achter gaas en prikkeldraad op de braakliggende middenberm van een N-weg, midden in de toeristische drukte van de kust. Die had destijds veel minder tot mijn verbeelding gesproken. Zou het soms om die menhirs gaan? Bij de berichten op Internet zag ik alleen foto's van idyllische plekken buiten de stad, die illustraties leken me er nogal tendentieus bij gezocht, want het ging, aldus de berichtgeving, om een vindplaats op een bedrijventerrein.

Ik sla de oude ANWB-Gids er nog eens op na, die we destijds op onze reizen gebruikten. Ik vind er onze "indrukwekkende Stenenrijen" van Kermario. En onder veel meer de allignements van Le Ménec, 1099 menhirs in 11 rijen, ook gezien destijds. 1099! In totaal, lees ik, kun je in Carnac ruim 3000 producten van de nijverheid van Obélix c.s. vinden. Het is, in de woorden van de gids, "een openluchtmuseum".
Dat zet die 39 stenen toch wel in een iets ander daglicht, temeer als je in gedachten houdt dat elk brokkelig steentje meetelt, en niet alleen die joekels. 
Ik blijf vóór de menhirs en tegen de doe-het-zelf-zaak, maar ben bereid de burgemeester niet meteen aan de schandpaal te willen nagelen tot ik het fijne van de zaak te weten kom. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de "vernietigde" stenen? Worden ze liefdeloos vergruisd of misschien net als mijn eigen "Stonehenge van het Confuciusplein" elders opnieuw opgesteld?
Deze man is tenslotte politicus in een streek waar velden vol menhirs net zoiets zijn als voor ons de bollenvelden. Leuk voor de toeristen, maar ze moeten het gewone leven niet te veel in de weg zitten.  

Op de foto niet de stenen in kwestie, maar de genoemde allignements van Kermario.


Geen opmerkingen: