maandag 28 november 2011

BLOEMEN


Vandaag precies negen jaar geleden stierf Lennaert Nijgh. Toen hij een jaar dood was, vandaag acht jaar geleden dus, was er een herdenkingsconcert. Het vond plaats in zijn oude middelbare school. Ik deed er ook aan mee. Ik was de minst beroemde van de optredende zangers, maar had als vriend van Nijgh toch een streepje voor op bijvoorbeeld Jan Rot, die hem nauwelijks had gekend. Ik zong twee liedjes: de Ballade voor de gestorven jeugd, een hommage aan Lennaert die Robert Eksteen voor me had geschreven, en Onderweg. Dat laatste was een van Lennaerts favoriete nummers, en ik zong het in duet met mijn dochter Maria, die toen elf jaar oud was. Ik zat op een stoel, en zij stond naast me, twee turven hoog. Haar zuivere sopraan gaf het winterliedje een extra dimensie. Een kinderlijke verwondering die prachtig paste bij de sprookjesachtige beelden en de bijna naïeve melodie.
Het concert verstreek en we eindigden met de samenzang van Malle Babbe. In jolig doen ben ik nooit zo goed geweest. Mijn collega’s zwierden met hun armen, klapten in hun handen en lachten breed, ik deed hen schutterig na. Na het slotapplaus liep ik met mijn bloemen naar achter in de zaal, waar Maria naast mijn vriendin stond. Meteen besefte ik mijn faux pas.
‘Jezus, Maria! Ik ben helemaal vergeten je naar voren te halen voor het applaus!’
‘Ach pap, geeft niets hoor,’ zei ze grootmoedig. Ik gaf haar mijn bloemen en putte me uit in excuses.
Maar zoiets valt nooit meer goed te maken. Als de herinnering aan die avond me vlak voor het slapen gaan soms bezoekt, lig ik gegarandeerd een uur wakker, verteerd door spijt.

Geen opmerkingen: