zondag 13 november 2011

JACHT

De katten dringen zich met hoog geheven staarten krijsend om me heen. Het voer is op. Als ik naar de wc wil gaan schieten ze tussen mijn benen door en laten me bijna struikelen. Ik sluit de deur niet helemaal en al gauw wringt er zich een oranje kop doorheen. Even later staan ze allemaal met starre ogen naar me te kijken. Als ik doorgetrokken heb en naar de keuken loop om koffie te maken zet de kleine kudde zich nerveus weer in beweging. Af en toe wordt er een tik uitgedeeld. Oren worden teruggetrokken langs de schedel, ogen tot spleetjes samengeknepen, snorharen trillen. Niet begrijpend kijken ze beurtelings naar hun lege bakjes en naar mij. Het miauwen is oorverdovend. Terwijl ik mijn koffie drink en een pijp opsteek zeg ik geruststellend: ‘Nog heel even, jongens. Ik ga zo op jacht. Beloofd.’ Als ik een kwartier later terugkom klimmen ze in mijn benen terwijl ik de zak Whiskas Senior openknip. Ik doe een flinke handvol in elk bakje. In hun gretigheid duwen ze met een kopstoot mijn uitdelende hand weg zodat ik brokjes mors. Alleen de oudste, die intelligent is en het verband tussen dingen begrijpt, wacht tot haar bakje vol is. Luttele minuten later hebben ze met lege blik hun diverse posities op stoelen en kussens alweer ingenomen.

Geen opmerkingen: