zaterdag 4 december 2010

SPRINKHAAN

We noemden hem Sprinkhaan. Een klein, goed gebouwd kereltje, wiens lichaam van pure energie uit zijn voegen leek te barsten, als stond het telkens op het punt een centimeter of vijftig langer te worden, in een explosieve groeispurt. Als hij 's ochtends vroeg de deur naar het terras open gooide nam hij zijn podium in. Slaperig rokend in ons verdomhoekje zagen we hem verschijnen met een brede grijns op zijn zonnebankgebruinde kop, de ogen twinkelend, de haren met gel omhoog prikkend. Een breed armgebaar, als Pavarotti die applaus in ontvangst neemt, omhelsde de wereld. De eerste paar snelle grappen lieten dan niet lang op zich wachten. Zijn hersenen werkten op topsnelheid: ik probeerde me voor te stellen hoe de geest eruitzag van iemand die al voor een zin helemaal uitgesproken was een bliksemsnelle Witz terugketste. Om moe van te worden. 'ADHD: sneller dan ADSL,' was zijn uitleg als we weer eens verbijsterd lachten om zijn buitelende associaties. Moe was hij ook, hij was niet voor niets in de kliniek. Zijn alle kanten op spattende gedachten hadden zijn aanvankelijk succesvolle zaak in de soep gedraaid, net als zijn privéleven. Rust vond hij alleen nog als hij vol cocaine of GHB stuiterde op dance-feesten, alleen dan was zijn hoofd leeg. Hij vond zichzelf uiteindelijk terug op de overloop van een hoge flat, met een zuigende diepte beneden zich die eeuwige rust beloofde. Met mij had hij iets. Misschien misleidde en verleidde mijn bedachtzame uiterlijk hem: hij toonde oprecht interesse in mijn pijpen en strooide al gauw met termen als 'eboniet', 'sandblast' en 'bruyère' ('dat is het hout van de heideboomwortel, erica eh... arbo...rea') Toen ik eens een witte handdoek uit mijn kamer had meegenomen tegen de kou was het: 'mooie shawl, man!' En iedere volgende ontmoeting verliep een tijd lang volgens die formule: 'Hé, JP! Waar is je shawl?' Daar werd ik ook wel een beetje moe van: we kwamen elkaar tussen de sessies door om de minuut tegen. Sprinkhaan was de enige met een mobiel. Die had hij nodig omdat de wekker hem moest herinneren aan de tijden van zijn medicatie, hij slikte nogal wat pillen. Dat hij het ding vooral gebruikte om house, trance en dance op af te spelen wist de verpleging niet. Zo kon het gebeuren dat we op een mooie avond in oktober met zijn tweeën naar de sterren zaten te kijken. Hij wilde me zijn lievelingsnummer laten horen. Ik had van alles verwacht, maar niet de door merg en been gaande, even sobere als schitterende uitvoering van Caruso door de Belgische zangeres Lara Fabian. Ik was er stil van, en Sprinkhaan was in tranen. Die avond kwam er geen grap meer over zijn lippen. Tegen dat ik wegging was de ritalin eindelijk goed ingesteld en begon hij rustiger te worden. Bij het afscheid was het nog één keer, met een weemoedige ondertoon: 'Hé, JP! Waar is je shawl?' 'Die heb ik in de gym laten liggen.' We omhelsden elkaar hartelijk.

4 opmerkingen:

Sprinkhaan zei

Daar zat hij dan, verscholen in de hoek van het terras met boven me een triestig afdakje gemaakt van afvalhout op een net iets te harde, onconfortabele tuinstoel welke toebehoorde aan mijn tijdelijke onderkomen. Hier moet het dus allemaal gebeuren, zal hij hier dan rust kunnen vinden binnen de chaos van zijn kop?

Wat ik toen niet had kunnen verzinnen is dat die plek daar, onder het triestige afdakje van afvalhout in de hoek van het terras, het decor zou worden voor de mooiste gesprekken over het meest rustgevende medicijn tegen ADHD; "de pijp"

De snelle en ooit zo positieve sprinkhaan was gedegradeerd tot een onzeker klein muisje welke in een veel te net pak de stuipen op het lijf joeg van zijn tijdelijke huisgenoten.

DAG, lekker weertje hè? Waar zit jij hier voor?
De man met de pijp in de linker mondhoek mompelde dat hij de drank niet kon laten staan. Aha, een zeeman waarschijnlijk, dit omdat de sprinkhaan hem aan kapitein Iglo deed denken. "Nee, ik ben muziekant" mompelde de pijp rokende grijsaard terug. Even was het stil, "muziekant?, interessant" ratelde de sprinkhaan. Ik ben ook gek op muziek, wil je horen waar ik van hou? Zonder het antwoord af te wachten pakt hij met grote snelheid een apparaat uit de binnenzak van zijn colbert wat verdomd veel weg had van een mobiele telefoon welke ten strengste verboden waren in de kliniek.

Onder de schelle en bonkende beats welke uit het apparaat kwamen, vervolgde het gesprek dat tot dan toe iets wat eenzijdig verliep, het geluid kwam voornamelijk uit het apparaat en de mond van de sprinkhaan. Nog voor de muziekant iets kon zeggen over de snoeiharde house muziek was de volgende vraag al op hem afgevuurd. Dit maal over de pijp welke tussen de tanden van de muziekant was geklemd.

Twee totaal van elkaar verschillende personen raakten meer en meer met elkaar in gesprek. Binnen enkele weken was de sprinkhaan volledig op de hoogte van het productieproces van een pijp en kon de muziekant vol trots zijn hele pijpenverzameling showen. 's morgens de neuswarmer, dan een gezandstraalde pijp, een kromme pijp of een rechte pijp.
Zelfs de Action-pijp was van de partij. Deze pijp was door de muziekant met touw gerepareerd, de sprinkhaan had deze tot low-budget pijp gebombadeerd.

Avond aan avond zaten de twee te keuvelen over muziek en rookwaar, wars van de problematiek waarmee ze beiden hadden te maken, buiten onder het afdakje van afvalhout, konden de twee zich even "goed" voelen.
Het was op een warme nazomeravond dat dit patroon werd doorbroken. De sprinkhaan was rustig en keek naar de sterren. Eindelijk een overdosis Ritalin, hoopte de muziekant maar nee, het was iets anders. De tornado was afgezwakt naar een koel zeebriesje en keek zowaar serieus uit zijn ogen. "weet je" zei de sprinkhaan, muziek raakt mij, het kan me soms bij mijn echte gevoelens brengen. De muziekant keek met een schuin oog naar hem en beet nog eens extra op zijn pijp. "er is een nummer waar ik uren achtereen naar kan luisteren". Met een soepele, doch rustige beweging, greep de sprinkhaan naar zijn
apparaatje en drukte met soepele bewegingen enkele toetsen aan. De muziekant slaakte een diepe zucht omdat de mooie maar vooral rustige avond op het punt stond verstoord te worden.

Er verscheen een klank uit het apparaat welke direct door de muziekant was herkent. Vol ongeloof over wat hij hoorde verscheen bij de twee een dikke laag kippevel op de armen. Onder de heldere sterrenhemmel klonk een muziekstuk welke met geen woorden is te beschrijven. Caruso gezongen door Lara Fabian en wel te verstaan uit het herrie apparaat van de kleine tornado! Ontroerd en een met tranen bevochtigd gezicht, zat de sprinkhaan naar de sterren te kijken. De muziekant slikte even en vergat op dat moment dat deze drukke kerel hem al weken lastig viel met zijn drukke gedrag. Een vriendschap was geboren....

Jan-Paul van Spaendonck zei

Zo, Sprinkhaan, mijn blog gevonden? Waar zo'n illegale blackberry al niet goed voor is. 'Oude, mompelende grijsaard'... hrmpff... Dat is zeker mijn straf omdat ik jou een 'klein, goedgebouwd kereltje' heb genoemd? Het is maar literatuur, jongen, niet te verwarren met de werkelijkheid: jij en ik weten allebei dat je in het echte leven 1.97 bent.
Hou je taai!

Kapitein Iglo

Nathalie zei

De Paardenboer

Een man van weinig woorden. En als hij eens iets mompelde verstond ik 'm niet. F.'s rood dooraderde wangen verrieden een leven in de buitenlucht, maar vooral drank. Veel drank. De uitslag van zijn bloedonderzoek -zeldzaam hoge leverwaarden- liet de verslavingsarts versteld staan en leverde respect op van de andere drinkers. Na een dag of tien in het bezinningscentrum werd mij onder het rokersafdakje door andere vrouwen naar mijn "streefgewicht" gevraagd. ik antwoordde dat ik dat niet heb, mijn gewicht schommelt niet en ik ben blij met mijn stevige, sterke lijf. "Dat had ik meteen gezien", reageerde F. "Alles perfect in verhouding, een echt rasvrouwtje". En toen, na een korte pauze waarin ik hem verbaasd aanstaarde: "en ik kan het weten, want ik ben paardenfokker". Daarmee ontlokte hij mij mijn eerste gulle schaterlach in het retraite-oord.
F. bleek 'binnen' niet anders dan 'buiten'. Het terrein mocht alleen volgens strikt rooster en onder begeleiding worden verlaten, maar F. ging wandelen zoals het hem uitkwam. 's Ochtends zag ik hem al voor het ontbijt door de sneeuw banjeren, sigaret met de gloeiende punt richting handpalm tussen de vergeelde vingers. 's Avonds verliet hij steevast als eerste de eetzaal, vanuit de lounge klonk het geluid van knappend hout: F. die haardhoutjes doormidden trapte. Als wij dan na het dessert kwamen binnendruppelen, brandde het vuur voluit en was F. alweer naar buiten. 

Onder de helende activiteiten die het bezinningshuis voor ons in petto had viel ook 'paardentherapie'. In groepen van acht werden we met een busje (op de achterkant een meer dan levensgrote afbeelding van een stralende mongool) naar een manege gebracht om met paarden te gaan 'communiceren'. Na een presentatie en instructies betraden wij schroomvallig de stallen. Maar dan F.! Hij beende naar binnen, een vlugge blik in elke box, een klop hier, een paar stevige vegen daar, hij trok het dekkleed van een merrie en schuurde met een hand stro wat zand van haar rug. En terwijl wij een hele middag bezig waren om een paard zover te krijgen dat het ons volgde hoefde F. slechts een hand op een flank te leggen om het dier te laten keren. Bij de kleinste wenk van F. werd een been gebogen, een hoef in zijn hand gevlijd. Wat wij al wisten, werd door paarden bevestigd: F. is volstrekt congruent. Bij zijn afscheid kreeg ik van hem een kopie van Max Ehrmanns Desiderata. De laatste zin luidt: "Met al zijn klatergoud, somberheid en vervlogen dromen is dit toch nog steeds een prachtige wereld. Groeten, F."

Jan-Paul van Spaendonck zei

Nathalie! Prachtig! F. ten voeten uit! Is een eigen blog niks voor jou?

Met collegiale groet:

Jan-Paul