vrijdag 25 maart 2022

KOUDWATERVREES

Ik zat voor het eerst sinds lange tijd met een vriend op een terras. We spraken over de afgelopen jaren. Ik had die periode vaak vervloekt maar nu had ik er weleens heimwee naar, bekende ik.
Ik zei dat omdat ik die avond bij een mij onbekend koor moest invallen voor een verhinderde dirigent. Ik zag daar flink tegenop. Mijn vrees om me onder de mensen te begeven, mijn sociale koudwatervrees, heeft door die hele en halve lockdowns bijna pathologische vormen aangenomen; ik ben een kluizenaar midden in de wereld geworden, een wandelende heremiet. Mijn vriendin vindt dat ik niet te gauw moet opgeven, dat ik vooral nieuwe dingen ('uitdagingen') moet blijven aanpakken, want ze wil niet dat ik zoals mijn vader wordt - die was zijn huis niet meer uit te branden op latere leeftijd. Dus heel goed, vond ze, dat ik die klus had aangenomen. Maar zelf had ik er spijt van als haren op mijn hoofd, nu de dag eenmaal was aangebroken. 

's Avonds, na een lange middag van beurtelings fanatiek studeren en lamlendig wachten, zat er dan ook een ongelukkig mens op een bankje in het hartje van de Jordaan. Het was er druk en feestelijk. Volle caféterrassen met volle glazen, rosé en witbier, men vierde de lente. In de schemering die viel over de kleine straatjes die op de gracht uitkomen zong een merel. De ongelukkige mens keek naar de verlichte ramen van het buurthuis. Hij verzamelde moed. Hij wist dat hij een ander mens zou worden zodra hij daar binnen zou gaan, dat veertig jaar ervaring en de bijbehorende kist met gereedschap (voor elke noot een passende opmerking) hem erdoorheen zouden helpen.

Maar wat hij ook wist, was dat de euforie erna zou uitblijven. Vroeger waren de zenuwen van het nerveus aan de kant staan vergeten zodra iets engs achter de rug was en bleef slechts de herinnering aan het lekkere zwemmen in het warme water. Dat lijkt voorbij en ik geloof niet dat het nog terugkomt als 'het oude normaal' weer echt gewoon is geworden.

Twee jaar pandemie hebben een aanwezige neiging tot afzijdigheid versterkt en in die zin het natuurlijke proces van het ouder worden versneld. 


Geen opmerkingen: