vrijdag 29 januari 2021

REGEN

Woensdag was ik bij mijn zoon in Zaandam. We zijn al ruim een jaar bezig met een muzikaal project. Eigenlijk had het vorig voorjaar al klaar moeten zijn maar door omstandigheden hebben we alle tijd en doen we het rustig aan. Als we zin hebben nemen we iets op of prutsen we wat aan al opgenomen materiaal. 
Ik had een oud demootje gevonden, ooit, eind vorige eeuw misschien al, met een minidisc opgenomen. Het was een intiem liedje, Solipsisme genaamd, dat de selectie voor het muziektheaterstuk Nieuw-West 50 jaar destijds niet had gehaald. Het beviel me. En het zou mooi passen bij deze nieuwe verzameling liedjes over het stadsdeel van mijn jeugd. Mijn zoon stelde voor om het quasi live op te nemen. Twee gitaren, drie microfoons, en spelen maar. Geen overdubs, geen ingewikkeld gedoe. Drie takes en de beste kiezen.
Zo geschiedde. We luisterden het resultaat terug. Het viel me wel op dat mijn stem hier en daar een onwillig kraakje vertoonde. Te weinig gebruikt zeker. Maar eigenlijk paste dat wel bij de bluesy atmosfeer. 
In het cd-kastje van mijn zoon had ik een schijfje met vogelgeluiden en regen gevonden, dat ik vroeger draaide als de stadse stress me te veel werd. Zouden we soms wat regen toevoegen? De vraag stellen was haar beantwoorden. Jim Morrison was furieus geweest toen zijn medebandleden achter zijn rug om regen en wind hadden toegevoegd aan Riders on the Storm. Maar Jim Morrison ligt niet voor niets op Père-Lachaise. Hij was een getormenteerd kunstenaar, een poète maudit. Zelf houd ik wel van een beetje kitsch op zijn tijd.

De dag erna ging ik na mijn uurtjes tekstwerk de deur uit. Omdat ik de hele week al gebukt ga onder een humeurige onvrede met alles moet ik meer lopen dan anders. En ánders lopen: wat ik normaal ervaar als plezierige routine vind ik nu onuitstaanbaar vervelend. Zo sloeg ik gisteren niet de P. C. Hooftstraat in op weg naar het Vondelpark, maar liep ik - heel rebels! - nog een stukje door. Bij de Vondelbrug stak ik de Van Baerlestraat over, en aan de oostkant daalde ik via de monumentale trap af in het lagergelegen park. Daar staat, als poortwachter, een enorme boom, die me nooit eerder was opgevallen. Zijn onderste takken zijn zo dik als de stammen van gewone bomen. Hij glom van de regen, deze reus, groenig, op sommige plekken bijna fluorescerend. Ik bleef een tijdje bewonderend staan kijken. Toen liep ik de brug onderdoor, voorbij de atoombunker waar Pink Floyd ooit nog heeft opgetreden, voorbij de merkwaardige beelden van Hildo Krop, nu nog merkwaardiger dan anders omdat iemand hun lippen had gestift. Er hingen als altijd wat mannen rond met blikken bier en een in een fietstas verborgen geluidsbron die opdringerige muziek uitspuwde. Een paar minuten later zat ik weer op mijn gewone route. Het regende niet hard, maar wel aanhoudend. Er was maar heel weinig volk op de been, soms meende ik het park voor mij alleen te hebben. Ik dacht aan mijn liedje en was een tijd lang niet meer humeurig en zelfs een beetje tevreden.

Solipsisme

Flats in de regen
Glimmende wegen
Najaar is goed voor een nieuwbouwwijk
Lijnen vervloeien
Lantaarns gloeien
Najaar maakt de verbeelding rijk

Dwalend door donkere stille straten
Denk ik na
Alleen mijn humeur en mijn zin bepalen
Waarheen ik ga

Liefde verloren
Of ongeboren
Ieder verlangen en elke waan
Wat nooit is begonnen
Ik ooit heb verzonnen
Kan in dit uur volmaakt bestaan

Diep in de nacht maak ik zelf de regels
Van het spel
Verzin een verhaal dat ik zonder schaamte
Mezelf vertel


2 opmerkingen:

Hans Valk zei

Leuk om wat te lezen over waar je zoal mee bezig bent, buiten je werk als koordirigent en je schrijfwerk.
'Solipsisme' als titel van het lied dat je presenteert, vind ik na het lezen van de tekst wel een beetje zwaar en pretentieus. Alsof iedereen die zichzelf tijdelijk verliest in al dan niet wilde fantasieën, ook meteen een solipsist is. De tekst is naar mijn idee weliswaar zelfbewust, maar ook vrij luchtig. Moet je niet belasten met zo'n titel, waarvan de meeste gewone mensen de betekenis eerst op Wikipedia moeten opzoeken.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Droommoord

Een bekwaam solipsist te Narbonne
bedacht quasars, kometen en zonnen.
Op een dag, in de goot,
dreef hij langs, hij was dood
door mijn wil: ik had hèm weer verzonnen.

R.-K. Eksteen