vrijdag 23 december 2016

Rookzangers notitieblog (19)


Het was maar een nietig voorval. We hadden een optreden gedaan bij een diner, in Wine Supply aan het Frederiksplein. Dat is een grote winkel, eerder een magazijn. Achterin was de ruimte waarin de dis was opgediend. Mijn collega en ik hadden onze instrumenten ingepakt en nog wat nagepraat tussen de dozen met topwijnen. Op het moment dat ik wilde vertrekken begon juist, binnen gehoorsafstand, maar toch tamelijk ver van ons af, de opdrachtgever aan een speech. 'Je kunt nu niet weggaan,' zei mijn collega, 'dat is niet respectvol.' Ik aarzelde en bleef staan. Bleef staan wachten tot hij het zelf beu was en ondanks dat gebrek aan respect toch zijn foedraal pakte en richting buitendeur ging. We zwaaiden en de opdrachtgever zwaaide, midden in zijn speech, terug. De dinergasten zwaaiden ook.
De gebeurtenis bleef me bij en in bed ging de cementmolen aan, om en om draaide hij, tot ik erin slaagde hem geen aandacht meer te geven en hij allengs geluidlozer tot stilstand kwam. Het ging me, bij dat rumineren, niet om gelijk of ongelijk. Over de kwestie van respect maakte ik me echt niet zo druk. Waar het me om ging was het automatisme waarmee ik had gehoorzaamd. Macht is een vreemd iets. Het wordt onderling verdeeld, volgens nooit vastgelegde, maar op onnavolgbare wijze zo gegroeide afspraken. Mijn collega had op het moment waarop hij mij - zo voelde ik het althans - tot de orde riep, macht over mij gehad. Macht die hij niet zocht, maar die ik hem had verleend. En dat zinde me niet. Er bestaat geen officiële hiërarchie tussen ons, niemand is eerste of tweede klerk in ons muziekbedrijfje, en toch was ik op dat moment niet vrij geweest om te handelen zoals ik dat wilde. Vroeger zou ik mijn collega daarvan de schuld hebben gegeven en zou ik me aan hem geërgerd hebben. Maar inmiddels wist ik beter: schuld afschuiven is vaak een manier om de eigen onvrijheid van handelen niet onder ogen te hoeven zien.

Geen opmerkingen: