Ik had mijn vriendin op het vliegtuig gezet. Ik was alleen. Ik besloot iets te eten in de buurtpizzeria. De macaroni met gorgonzola en kipfilet smaakte nog goed. Normaal zou ik het daarbij gelaten hebben. Maar ik had honger en een overmoedig humeur dus bestelde ik als tweede gang een entrecote met groente en aardappels. Het flinterdunne lapje vlees was te herkennen als rund door wat mijn dochter de texture noemt, maar verder smaakte het vooral naar rauwe knoflook. De groente was voor het merendeel wortel, dat ik verafschuw. De aardappels waren oké. Alles werd opgediend in het prozaïsche tempo dat bij mannen alleen hoort.
Er is een nummer van Billy Joel: Scenes From An Italian Restaurant. Ik draaide dat vroeger toen ik oppaste. Zij was veertig, ik was twintig. Zij was nachtverpleegster. Ik kwam als zij naar haar werk ging. Ik moest voor de veiligheid van haar dochtertje zorgen. Dat kwam erop neer dat ik de aangelijnde hond zo veel mogelijk negeerde, die enthousiast blafte en kwijlde, en haar drankverzameling zo slim mogelijk probeerde te plunderen. Ik mixte rode martini met steeds andere sterke drank. Terwijl ik in de suizende stilte van de suburbia-nacht heerlijk roezig werd van die naamloze cocktails ging ik door haar platencollectie heen. Er was niet veel van mijn gading. Maar wat ik enigszins acceptabel vond, zoals Herman van Veen en Billy Joel, draaide ik steeds maar weer, iedere maandag en woensdag. ’s Ochtends zat ik wazig aan het vroege ontbijt met het meisje en haar moeder, die ik stiekem begeerde. Dat wil zeggen: als ik weer thuis was fantaseerde ik over haar voordat ik mijn slaap inhaalde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten