woensdag 4 januari 2012
NIEUWJAAR
Oudejaarsavond brachten we in het Bimhuis door. Zoals verwacht citeerde ik tenminste één keer Frank Zappa: Jazz isn’t dead, it just smells funny. Dat was geloof ik tijdens een optreden van The Astronotes: vijf onaangedaan kijkende mannen en één vrouw, die met zijn allen de verwaand dwarse muziek van Sun Ra speelden; met zijn allen, maar ieder voor zich. Toen de drummer met norse blik een belletje een tiental keer ophief en weer neerzette, onhoorbaar in de herrie, als een verongelijkt kind, haakte ik af. Tussen jazz en mij wordt het nooit wat.
Maar het optreden van Toon Tellegen was prachtig: de gepensioneerde huisarts droeg met vaste en heldere stem zijn geestige en ontroerende gedichten voor. Corrie van Binsbergen en haar band speelden er geweldige muziek bij, strak, warm en glanzend, die de pretentieuze willekeur van Sun Ra met vaste hand terugblies naar de vergeten decennia waar zij thuishoort.
Het middernachtelijk panorama van de stad aan het IJ was mooi, al waren de vuurpijlen wat erg ver weg. Dichterbij kwam de nieuwjaarsviering toen we terugreden: door kruitdampen bewoog het verkeer zich anarchistisch, taxi’s zwenkten scherp uit voor vuurpotten, ambulances gierden dwars over kruispunten, groepjes jongens in bivakmutsen en zwarte jekken renden overal tussendoor, stoplichten en verkeersregels telden niet langer in dit geurige oorlogslandschap.
De volgende middag waren we weer aan het IJ, bij de pont in Noord, waar de auto van mijn vriendin geparkeerd stond. We lunchten in de IJkantine. Kinderen scharrelden rond met speelgoed, hun jonge ouders hingen er een beetje bleekjes bij met een glas muntthee. Boven de bar hingen gedichten van Slauerhoff over water en weemoed. In het woelig grauwe IJ deinde het Botel, waar je voor 84 euro een nachtje Slauerhoff kan spelen. De koffie verkeerd was lang zo goed niet als in Wildschut, maar wel duurder. Toen mijn bord kwam wilde ik het eerst terugsturen, maar nadat ik me met mes en vork een weg had gebaand door het struweel van modieuze rucola bleek er wel degelijk een Croque Monsieur onder verborgen te zitten. We rekenden af. Het regende een beetje. Mijn vriendin reed naar haar huis en ik naar het mijne. Festa finita, zoals een Napolitaanse mamma ooit zei na de soesjes en de limoncello, waarna iedereen opeens met zijn jas aan stond. Ik schroefde de fles, die ik al in mijn hand had, maar weer dicht.
Mijn zoon zei gisteren aan tafel dat 2012 een goed jaar wordt. Ik geloof het ook. De voortekenen zijn gunstig voor ons. Van de crisis, de storm en de regen en de Mayakalender trekken we ons niets aan. U toch ook niet?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Weer die 'modieuze ruccola'! Je doet het expres!
Jouw schuld. Het begon als een eenmalig bijvoeglijk naamwoord, jij hebt er een gevleugeld woord van gemaakt!
Een reactie posten