donderdag 2 november 2023

Allerzielen 2003-2023


Het is Allerzielen. Ik brand een kaarsje of drie (waxinelichtjes in marmeren houdertjes) en denk aan mijn gestorven dierbaren, het worden er elk jaar meer.
Het stormt, een storm met een Ierse naam. Ook twintig jaar geleden: Allerzielen 2003 (een donkere, kille zondag), stormde het. Anoniem: stormen gingen toen nog naamloos door hun kortstondige, woeste leven.
Mijn vriendin en ik kenden elkaar pas een half jaar. We wilden iets moois smeden uit de chaos die ons omringde en organiseerden die dag een Allerzielenconcert. In haar klimop-overwoekerde loods, die voor de gelegenheid door een bevriende kunstenaar uit het dorp met kunst- en vliegwerk, droogbloemen, mottige opslag en bric-à-brac was omgetoverd tot een spookachtig theater. Ik schreef er eerder over op dit blog: De wind woei hard, het plaatijzeren dak klepperde. Straalkacheltjes gloeiden op en er brandden kaarsen. Het publiek zat in winterjassen op gammele stoeltjes. Ik zong mijn melancholische liedjes, begeleid door mijn zoon. Na afloop was er soep en wijn.
Een fijne herinnering, een knipogend baken in een moeilijke tijd.
Twee goede vrienden die er toen zo nadrukkelijk en vooral zo vanzelfsprekend bij waren zijn nu voorgoed weg. Mijn destijds meest recente, en mijn op een na oudste vriend.
Aan Frank wijdde ik al eens een sonnetDit is voor G.

Tekortschietend grafschrift 

Een halve eeuw waren we dik bevriend,
Het waren vijftig intensieve jaren.
We hebben veel gelachen - ook gegriend,
Al wilde jij ons dat het liefst besparen.

We waren als het moest best vooruitziend.
We zouden nog wat levenskracht bewaren
Voor als we ouder werden: ook bijziend
En gammel lustten we een ouwe klare.

Het grienen trof mij onverwacht en hard.
Het leven volgt zijn eigen wrede wetten.
Maar mettertijd verminderde die smart.

Jij kon nog zó loyaal mijn tranen betten,
Die om jouzelf zijn, ongedeeld, verstard.
Ik kan ze slechts in marmerletters zetten.


Geen opmerkingen: