dinsdag 24 mei 2022

PENSIOEN


Ik had beroerd geslapen want verderop in de straat hadden ze een feestje. Boem boem boem deed de beat. Er werd opgewonden doorheen geschreeuwd. Het duurde tot diep in de nacht, waar was Handhaving als je die nodig had?
Die ochtend had ik eerst repetitie in de kerk en vervolgens de mis. Pianospelen, leidinggeven. Toen ik daarna naar Hilversum reed voelde ik me eigenlijk best goed. Het weer was prachtig, de concertzaal van de Omroep lag mooi tussen het groen. We deden een paar stukjes van Beethovens Mis in C, niks aan de hand. Ik at een broodje, praatte met de collega met wie ik de kleedkamer deelde. Ik kleedde me om. Mijn witte optreedblouse had ik nergens kunnen vinden, dit overhemd had ik de dag ervoor in Vintage op de Albert Cuyp gekocht, een prachtig shirt van Manhattan Shirtmakers - tweedehands, met vlekjes, maar altijd nog twintig euro.  Ik bond mijn nieuwe zwarte vlinderdasje voor, stipt op tijd door bol.com geleverd. Mijn eigen groezelige strikjes, wit, zwart en bordeaux, had ik jaren geleden weggegooid, in de veronderstelling dat ik ze nooit meer nodig zou hebben.
De zaal stroomde vol. Ik mengde me onder het publiek. De hoboïst gaf de stemtoon aan, het concert begon. Ik zat ontspannen te luisteren naar de Tweede Symfonie. Het zou wel goed komen. Ik had wat ademoefeningen gedaan en wat gymnastiek. Verder was het een kwestie van vertrouwen, had ook mijn sympathieke collega Walther gezegd. Positief erin gaan.
Na de pauze was het onze beurt. We kwamen op, bogen, en namen plaats tussen de fagotten en het koor. Kyrie. De sopraan zette in. Ik stond op, rechtte mijn rug, opende neus en keel, ademde diep in de buik, en antwoordde met mijn eigen roep om ontferming. 
In plaats van de volle toon die tot voor kort nog de mijne was geweest kroop een kabouterbasje uit mijn mond tevoorschijn. Schraal en hees.
Oef! Dat was schrikken. Ik zette alle zeilen bij en in de loop van het stuk herstelde mijn stem zich wel enigszins, soms bloeide ze zelfs even luisterrijk op, maar helemaal de oude werd ze pas weer toen ik in de auto terug een bittere litanie aanhief. 
Ik zat met de katten op het balkon tot het donker werd. Probeerde in appjes aan dierbaren en aan mijn kleedkamergenoot in het reine te komen met wat ik als een persoonlijke nederlaag beschouwde.
De volgende dag wandelde ik ver en lang, en sloot vrede met wat blijkbaar onvermijdelijk was: mijn definitieve pensioen als klassiek zanger. Dit moest, dit wilde ik niet meer meemaken.

De generale repetitie was toch zo goed gegaan. 'Ik ben de Beethoven-Mééster,' zei ik juichend in de auto, met een variatie op een familiegrap. Mijn vriendin lachte. Dat was andere koek dan dat nerveuze somberen van de dagen ervoor. De dag na de generale vroeg ze hoe het me na thuiskomst was vergaan. 'Ik heb lekker boven een glas wijn zitten monkelen.'
'Monkelen? Dat woord hoort niet bij mijn vocabulaire. Is dat goed of slecht?'
'Goed,' zei ik.
Het heeft allemaal niet uitgepakt zoals ik had gewild misschien, deze comeback, maar ten minste een uur lang heb ik oude dromen gekoesterd. En dat is winst.


Geen opmerkingen: