vrijdag 20 mei 2022

Beethoven en bijeneters


Poetin en Beethoven wierpen hun schaduw over de eerste reis naar Spanje in drie jaar. Dat eerste snapt u wel: sinds de tiran het nodig vond om als een nieuwe Hitler zijn buurland te annexeren heerst er een gevoel van onheil en dreiging in de wereld. Het tweede moet ik even uitleggen.
Een tijdje geleden werd ik benaderd met het verzoek, of ik de bassolo wilde zingen in de Mis in C van Beethoven. Dat verraste me want ik zing al in vele jaren geen oratorium meer. Sterker, ik zing al in vele jaren überhaupt nauwelijks meer. Ik peinsde er eens over, bekeek de partij (niet te zwaar, niet te prestigieus, vooral ensemblewerk) en zei, aangemoedigd door mijn vriendin die woorden over geraniums en het belang van uitdagingen sprak, 'ja'. Ik dacht aan mijn vroegere werk. Het zou goed en leuk zijn weer eens zoiets te doen, met collega's, met een orkest en een koor.
Maar naarmate de datum dichterbij kwam begon het concert op me te drukken. Twee jaar pandemie hebben mijn natuurlijke neiging tot wereldverzaking versterkt. Ik kreeg hartkloppingen en een permanent gevoel van onrust. Niet alleen door Beethoven, er speelden meer dingen, zoals de oorlog en de overprikkeling die het einde van de covid-stilte en de overweldigende terugkeer naar 'normaal' met zich meebracht, maar een belangrijke rol had de grootmeester uit Bonn wel degelijk daarin. 
De eerste gezamenlijke repetitie zou ik moeten missen wegens de al geplande vliegreis maar de partituur vloog mee naar Spanje, samen met mijn boeken en Lars Jonsson's Vogels van Europa.

Zo zat ik daar in het zonnige en kleurige Andalusië slecht op mijn gemak te brevieren in Beethovens Mis. Neuriënd, soms luidop zingend als er niemand in de buurt was - alleen de honden tilden slaperig een oor op. Hoe mooi en fijn alles er ook was, hoe gastvrij we ook werden ontvangen en hoe lekker het opwarmende zwemwater ook voelde, ik wist me ver van huis, een spijbelaar bovendien wegens die gemiste repetitie. Mijn reisdagboek bleef onaangeroerd: een veeg teken. Ik dronk meer dan ik wilde, wat een tijdelijke troost betekende maar geen goed deed aan die hartkloppingen.
Na een taaie thuisreis kwam de dag van de pre-generale. Ik bracht die zo goed mogelijk door, verzamelde moed en reed naar Bussum waar ik een uur te vroeg arriveerde. Natuurlijk werd bewaarheid wat mijn verstand me al die tijd had voorgehouden: ik had er veel te veel tegen opgezien. Eenmaal bezig in die vroeger zo vertrouwde werkomgeving met aardige collega's en mooie muziek viel alles van me af. Ik kon het nog steeds, min of meer. Ik gaf de sopraan en de alt een lift naar huis en babbelde er flink op los, opgelucht.

En wonderlijk genoeg werd de schaduw die over Spanje had gehangen met terugwerkende kracht opgelicht. De beelden kwamen boven zonder het bijbehorende gevoel van bedruktheid. Ik zag mezelf bij de overladen abrikozenboom zitten met mijn kijker en vogels spotten. Een mooie oogst: bijeneters, een snor, een Europese kanarie, puttertjes, (het geluid van) een Moorse nachtzwaluw en een kleine zwartkop, mogelijk een groene specht (te kort in beeld om zeker van te zijn). 
Dit weekend is het concert, vanavond is de generale. Nog steeds voel ik me niet helemaal senang, maar dat is niet meer die angstige bedruktheid die mijn vakantie bijna had bedorven. Het zijn de normale zenuwen van een oudere zanger die eigenlijk al met pensioen is, en die alles veel te serieus neemt.
Wenst u me maar een Hals- und Beinbruch, of een in bocca al lupo! Gewoon toi-toi-toi mag ook.


Portret van Beethoven: Joseph Karl Stieler (1781-1858)


Geen opmerkingen: