dinsdag 15 februari 2022

VLEUGELS


Als je je de dag als een ruimte voorstelt, dan had ik vleugels en schoot er gewichtloos doorheen, gedragen door de wind van de tijd, ik hoefde maar een klein beetje bij te sturen, een enkele vleugelslag was genoeg. 
Ik had me op mijn vlucht dan ook goed voorbereid. De vorige middag alle muziek nog eens grondig doorgenomen en daarbij ook zorgvuldig de maat geslagen voor een onzichtbaar koor. Me ingezongen en mijn liederen geoefend. Nette schoenen en een zwarte pantalon aan de vergetelheid ontrukt, gepoetst en gestreken. De volgende morgen hoefde ik alleen maar te douchen en voor koffie en ontbijt te zorgen, alles wat ik die dag nodig had lag klaar, op tafel en in mijn hoofd. Alleen de kapper was niet meer gelukt. Maar die wintervacht paste wel bij het karakter van het concert.
Het piekerend mannetje Faalangst dat ergens in mijn binnenste huist had nog wel een poging gedaan het feest te bederven. Ergens in de nanacht droomde ik dat ik voor een grote, volle zaal een piano moest bespelen. Maar het klavier was onherkenbaar en bedekt met van alles, ik kon mijn vingers niet op de goede toetsen krijgen - waar lagen die?

De grote vraag was natuurlijk geweest: zou het nog gaan, na al die tijd? We hadden ons al ingedekt met het plan om er desnoods een soort openbare repetitie van te maken. Het publiek inzage geven in wat ons de afgelopen twee jaar met heel lange tussenpozen had beziggehouden. Want één ding was duidelijk: deze liederen moesten eruit, de wereld in. Daarna konden we verder met nieuwe muziek. Het was tijd de winter achter ons te laten. 

Onze zorgen waren onterecht. De zaal was goed gevuld, en afgezien van een paar nieuwe omstandigheden verliep alles heel vertrouwd. Merkwaardig vertrouwd en daardoor ook wat onwennig. En wat die omstandigheden betreft: een kooropstelling met grotere tussenruimte heeft eigenlijk alleen maar voordelen. Vroeger probeerden we het koor altijd zo compact mogelijk op te stellen in de algemeen heersende overtuiging dat die benauwde opstelling de homogene klank en de samenzang zou bevorderen. Twee jaar op afstand zingen heeft onze zangers zelfstandiger gemaakt, het klankbeeld is transparanter en het is veel comfortabeler zo. De mondmaskers en de QR-codes zullen hopelijk snel verdwijnen, maar ik heb het vermoeden dat deze erfenis van de pandemie blijvend is. 

'Het was vintage Linnaeus,' appte ik die avond, tevreden terugblikkend op een rijke dag. 'We zijn terug!'


Geen opmerkingen: