dinsdag 8 februari 2022

INTERACTIE


We begroeten elkaar alsof er geen twee jaar verstreken zijn sinds onze laatste samenwerking. Terwijl hij koffiezet zoek ik naar veranderingen. Misschien is zijn haar iets witter. Net zoals dat van mij. We zijn leeftijdsgenoten, we schelen een maand. We praten over een paar actuele kwesties, met het lichtvoetige onbegrip dat oudere heren kunnen hebben over het jonge volkje en waar het zich druk om maakt. Milde ironie eerder dan ergernis. Over de pandemie en wat die voor ons als muzikanten heeft betekend praten we niet. We hebben de leegstand van theaters, repetitieruimtes en concertzalen zo goed mogelijk doorstaan, gelukkig hadden we allebei genoeg andere dingen te doen. Nu gaan we de draad weer oppakken en daar zien we naar uit.  

Als we de koorstukken hebben doorgenomen die op het programma staan slaan we Schuberts Winterreise open. Het is de bedoeling dat ik daar een lied uit zal zingen bij wijze van intermezzo maar ik aarzel. Uit training. Als ik thuis mezelf naast de vleugel opstel en de longen vul komt er geluid genoeg uit, dat wel, maar ergens in de hogere passages loop ik, naarmate het lied langer duurt, vast. Ik doe iets niet goed of ik word gewoon te oud om deze vocale hoogstandjes er nog vlekkeloos uit te krijgen. Roken doe ik niet meer en ik doe dagelijks mijn ademoefeningen, al of niet tijdens de wandelingen door het park. Dus daaraan ligt het niet. Misschien forceer ik me om me over een gebrek aan motivatie heen te zetten. 
We beginnen met Wasserflut. Ik vraag of V. het een toon lager kan spelen, in C. De lage ligging. Vroeger was ik een lichte bariton maar die dagen zijn voorgoed voorbij. V. speelt het foutloos à vue een toon lager. We glimlachen naar elkaar. Ach ja, ouwe rotten nietwaar. 
Tijdens het zingen gebeurt er iets merkwaardigs. Ik voel niets van de moeite die het me de laatste tijd kost. Geen ballast trekt de hoogte omlaag. Geen stugheid van de stembanden zit me dwars. Ik schiet als vanzelf in die oude rol: zanger naast de piano, één van een duo. Samen dragen we het lied, en dat maakt mijn aandeel lichter. Of, anders gezegd: de interactie inspireert me en geeft me de energie die ik mis als ik thuis alleen voor de katten zing, is dat het?
Ach, laten we Frühlingstraum ook nog maar even doen, zeg ik opgewekt. Twee liedjes moet toch kunnen?

Illustratie: Franz Schubert en Johann Michael Vogl aan de piano, Moritz von Schwind


3 opmerkingen:

Vitalski zei

mooi, beetje snijdersiaans...

Maudy Kruiswijk zei

Mooi Jan-Paul

Maudy Kruiswijk zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.