dinsdag 23 juni 2020

TWENTE

Onze vrienden Stephan en Greta hadden een vouwcaravan gekocht en om de aanwinst uit te proberen gingen ze naar het Twentse Beuningen. Mijn vriendin, die in het nabije De Lutte geboren is, stelde voor het weekend op een camping vlak bij haar geboortehuis door te brengen; we konden dan een dagje samen optrekken.
Nadat we vrijdag de tent opgezet hadden en ons verkwikt hadden op het terras van de Twentse Taveerne reden we in de schemering door het licht glooiende, grazige en stille achterland, op zoek naar het kasteeltje waar ik in de zesde klas lagere school drie dagen had doorgebracht. Buurtschap Breklenkamp vonden we, maar de gelijknamige voormalige jeugdherberg, thans privébezit, wilde zich niet aan ons vertonen.
Ik vertelde mijn vriendin hoe ik destijds een schatkaart had gemaakt, met Oost-Indische inkt. Het papier had ik in thee gedrenkt om het oud te doen lijken en aan de randen met een lucifer zwart geblakerd en gekarteld. Tijdens het driedaagse schoolreisje had ik de moed niet gehad om mijn plannetje uit te voeren, en pas op het allerlaatste moment, toen we al in de bus zaten voor de terugreis, kwam ik, gestimuleerd door onze onderwijzer, kindervriend P., die ik in vertrouwen had genomen, met de kaart aanzetten, die ik zogenaamd gevonden had in een ruïneus muurtje. Er werd nog even vergeefs gezocht naar de vermeende schat, er was enige opwinding, maar de buschauffeur werd ongeduldig en we reden al snel terug naar Amsterdam.

De volgende dag maakten we met onze vrienden een lange wandeling door bossen, velden en landerijen. We staken de Dinkel over, die schemerig bruin en groen lag te glimmen in de zon. Met Stephan, die Zwitser is, had ik een gesprek over Hermann Hesse, over diens wandeltochten met zijn vriend Othmar Schoeck, over Steppenwolf en Glasperlenspiel. Met moe gelopen voeten bereikten we een terras in Beuningen, waar Stephan me een sigaar presenteerde die ik niet durfde en wilde weigeren. 's Avonds trotseerden we de beruchte eikenprocessierupsen en aten buiten op een lommerrijk pleintje in De Lutte. Terug op de camping probeerde ik, in de geheimzinnige warme avondstilte een laatste glas drinkend, mijn indruk van het landschap in woorden te vangen. Ik kwam niet ver.

De bomen zijn hier groter. Staan in een wijdere, groenere, grotere, lege ruimte. De vogels fluiten hier harder en zorgelozer, de wereld is van hen. Mensen zijn hier minder belangrijk. Wij mensen zijn hier te gast in het landschap.

Zondag bleken we wel érg veel last van muggenbulten te hebben, meer dan die ene mug in de binnentent kon hebben veroorzaakt. Op een website zie ik dat het terrasje waar we onze kogelbiefstuk en varkenshaasjes aten naast een van hotspots van de terreurrups ligt. Ik schrijf dit stukje in vreemde haast, voor iemand die niets omhanden heeft vandaag, terwijl ik probeer niet aan mijn jeukende armen en benen te krabben.

(Foto: Andreas Strubin)


Geen opmerkingen: