vrijdag 26 juni 2020

EVALUATIE


'Hoe bent u de tijd doorgekomen? Hopelijk niks naars gebeurd?' De barman van Wildschut zette een koffie voor me neer waarbij ik tegen mijn gewoonte in een glas water had gevraagd. Het was nog vroeg maar al erg warm. Maar de lucht was zuiver blauw en er woei een verkoelend briesje.
Door zijn vraag leek het of alles plotseling voorbij was. Of we samen terugkeken op een nare tijd vanuit een opnieuw zorgeloos heden. Had Mark Rutte niet de avond ervoor, in wat met zijn studentikoze grapjes bijna een Covid-conference was, een hoopvol scenario geschetst? Natuurlijk met de nodige mitsen en maren en opgeheven vingers, daar is hij minister-president voor, maar toch - hij had zijn handtekening gezet onder een vrijgeleide naar een mooie zomer. Ik schepte een lepeltje melkschuim op en had opeens behoefte aan een evaluatie. Wat vond ik eigenlijk, ik die niets wilde denken, van al die kwesties waarover zoveel onenigheid bestaat?
Punt één. Een Corona-ontkenner ben ik niet. Die goeroe Engel met zijn dreadlocks vind ik een halfzachte dwaas. Viruswaanzin.nl een gevaarlijke sekte. Het "bloemenmeisje" met de mondkapjes over haar borsten een hysterica. Ik hoor eerder bij het kamp der angsthazen dan bij de waaghalzen.
Punt twee. De Maatregelen vond ik desondanks buitenproportioneel. Paniek regeerde, onzekerheid stond aan het roer, er zijn fouten gemaakt. Maar: ik geloof toch dat ze noodzakelijk waren. Alles stilleggen en langzaam weer opbouwen werkt beter dan een volop draaiende samenleving proberen af te remmen. Ik vraag me daarbij wel af waarom het niet mogelijk is datzelfde stoere beleid te hanteren bij ander gevaarlijk kwaad: waarom niet per overheidsdecreet de vleesindustrie in één keer platleggen, en dan langzaam, verantwoord, weer opbouwen naar de gewenste milieu- en diervriendelijke kleinschaligheid? Waarom altijd en eeuwig dat politieke geschipper? Waarom is er een pandemie nodig om daadkrachtig op te treden en verandering te realiseren?
Het antwoord gaf ik zelf, terwijl ik een teug water nam. Omdat we nu eenmaal niet in een dictatuur leven, links of rechts, en we met het besluiteloze geharrewar van de democratie opgescheept zitten, for better or for worse. Dat we van deze tijd iets opgestoken zouden hebben is, ben ik bang, een illusie.
Mijn gedachten gingen naar kwesties die mij persoonlijk raken. Ik had de afgelopen dagen alle beschikbare artikelen gelezen over het besmettingsgevaar dat kleeft aan zingen. Mijn eigen ideeën werden bevestigd door wat ik las. Zingen is hoogstwaarschijnlijk niet gevaarlijker dan praten, sommigen zeggen zelfs minder gevaarlijk. En dan heb ik het over beschaafd zingen - brullen en schreeuwen zorgt voor meer luchtverplaatsing dan wenselijk is. En als groepen al pratend bijeen mogen komen, dan zou zingen in groepsverband, op gepaste afstand en met zo goed mogelijke ventilatie, zeker weer moeten kunnen. Gelukkig had Rutte ons ook daarin gerustgesteld.
Ik rekende af en zag tot mijn vreugde dat er weer kranten op de leestafel lagen. De 3 euro 10 die Trouw me had gekost kon ik voortaan weer in mijn zak houden.
Thuis begon ik voor het eerst weer serieus te denken over de toekomst van mijn koren. In de hoopvolle stemming van deze morgen zag ik pas hoe moedeloos ik de laatste tijd was geweest. Ik legde muziekpapier klaar om eindelijk eens aan dat arrangement van Schuberts Greisengesang te beginnen dat ik in mijn hoofd had. Ik pakte een dirigeerstokje, blies het stof eraf, en liep ermee naar de spiegel. Ik stelde me een koor voor dat wijd uitgewaaierd voor me zat en gaf een opmaat - een, twee drie - ik kon het nog.
Maar, stelde ik vast toen ik mijn spiegelbeeld kritisch bekeek, ik zou heel wat moeten zwaaien om dat overtollige vet er weer af te krijgen.


Geen opmerkingen: