dinsdag 26 mei 2020

INDUCTIEKOKEN

De middag kon niet stralender. We hadden besloten deze eerste dag van ons Veluwse uitje nog helemaal niks te ondernemen. Boodschappen hadden we meegenomen. Voor het eerst van het jaar ging mijn T-shirt uit. Ik installeerde me onder een witte regen die heerlijk geurde - alsof je in een parfumerie zat, maar dan een die zo goed geventileerd was dat je niet dreigde te stikken in de rijke aroma's. De witte regen parfumeerde de zoele wind, en zo was het precies goed.
Ik wilde deze dagen niet aan de Toestand denken en het gespreksonderwerp zoveel mogelijk mijden, we hadden vakantie! - maar dat bleek een hopeloze illusie. Wat je zo lang en zo intens heeft beziggehouden, dat moet eruit. Algauw waren we in verhit gesprek. Alle botsende informatie werd tegenover elkaar gesteld, voors en tegens werden gewogen, en na een paar glazen koude witte wijn in de zon kwam daar een hoogst bevredigende synthese uit voort. We wijdden ons aan het bereiden van een goede ragout en voor zo lang als het duurde was de wereld in de veilige harmonie die bij vakantiehuisjes hoort.
De volgende dag gingen we wandelen met mijn beide broers en familie. Een langeafstandswandeling in twee betekenissen. Middelste broer had behoedzaam op ganzenpas aangedrongen, maar de ganzen liepen algauw in wisselende formaties paarsgewijs naast elkaar, want er was veel om over te snateren. Het weer was drukkend maar in de loop van de wandeling stak er een wind op die de bomen van het landgoed kamde en een einde maakte aan de zomerse zoelte.
In de tuin van mijn jongste broer zaten we aan een lange tafel, helemaal ingericht op de anderhalvemetersamenleving. Ik had uit de auto een fleecetrui gehaald. Grote parasols beschermden ons tegen de buien. Toen we afscheid namen stelde mijn jongste broer verbaasd vast dat we alleen maar over corona hadden gesproken. Nietes, zei ik, we hebben het ook over inductiekoken gehad. Dat was waar, ik had verteld over mijn worstelingen met de kookplaat in ons huisje. Mijn broer en schoonzus hadden de zegeningen van de methode geprezen, maar ik had gepleit voor ouderwetse vlammetjes, romanticus die ik ben.
'Zeker,' grinnikte mijn broer, 'inductiekoken. Maar verder?'
Hij had natuurlijk gelijk. Maar waar moet je in deze tijden anders over praten, als je elkaar een tijd niet gezien hebt? De pandemie houdt ons allemaal dag in dag uit bezig, ieder maakt zijn eigen afwegingen en je wisselt ervaringen uit. Reiservaringen, opgedaan in deze gedwongen excursie door ongewone en moeilijke maanden. Gelukkig hadden we er ook om gelachen, zei ik. Mijn nichtje had met haar nieuwe naaimachine kleurige mondkapjes gemaakt. Daarmee uitgedost hadden we een toast uitgebracht - een fotomoment. Niet roekeloos, niet baldadig, maar toch met de nodige komieke opluchting.
Ik stuurde de foto door aan een goede vriend. 'Zo wordt drinken eindelijk veilig,' appte hij terug.


Geen opmerkingen: