dinsdag 19 mei 2020

DOURO


Zondag verloor ik even de moed. Ik had de tekst waaraan ik hard had gewerkt ingeleverd en in de leegte die zoiets altijd achterlaat, keek ik naar de toekomst. Ik zag het gehavende maatschappelijke landschap voor me, dat zich snel aan het aftekenen is: de culturele en economische malaise, de verlaten concertzalen en kerken, de zieltogende theaters, de angstig afgevinkte feesten en festivals, de ingeperkte vrijheid om je te verplaatsen, om te reizen. De ruïnes en de kaalslag van wat ons lief en vertrouwd was vormden een deprimerend uitzicht. Waar stevenden we op af, en hoe was deze negatieve tendens nog terug te draaien? Want een vaccin tegen massale angst, gebrek aan maatschappelijk zelfvertrouwen en mondiale moedeloosheid is nog niet gevonden, wat je verder ook allemaal weet te vaccineren.
Ik keek naar Maurice de Hond, die de moed erin probeert te houden met koele cijfers en data, en strijdvaardig zijn missie tegen de angstcultuur van de anderhalvemetersamenleving doorzet, nauwelijks gehoord door virologen en beleidsmakers. Maar hij kon me bepaald niet geruststellen op het punt waar mijn zorgen zich deze mooie lentemiddag vooral op richtten: want het werkelijke gevaar schuilt volgens de statisticus in grote groepen mensen die gedurende langere tijd dicht bij elkaar verblijven in slecht geventileerde ruimtes. En dat betekent dat ik en al mijn dierbare collega's ons werk voorlopig niet zullen kunnen uitoefenen op de manier waarop we dat gewend waren. En dat betekent dat ruim de helft van mijn inkomen wegvalt. 
'En niet alleen dat,' zei ik tegen mijn vriendin, 'ik voel me ook knap nutteloos worden. Ik had natuurlijk lang niet altijd zin om avond aan avond het huis uit te gaan om groepen mensen in hun samenzang aan te sturen, maar nu dat wegvalt merk ik hoe ik de interactie met mensen mis. Het samen muziek maken. En ook het zelfvertrouwen en de voldoening die het geeft, om een vak te beheersen en dat uit te kunnen oefenen.'
Ik schonk ons een goede Portugese wijn in, die ik nu nog kon betalen. Portugal wordt booming de komende tijd, als wijnland, had de jongen van de Gall & Gall gezegd, en ik was blij voor de Portugezen. Ik had die jongen trouwens niet meteen herkend, want hij was naar de kapper geweest en had een fantasievolle hipstercoupe in plaats van de gewone mannenbeharing die hij tijdens de volgens De Hond niet zo heel intelligente lockdown had gehad. We aten een pizza volgens een merkwaardig recept, met groene asperges, aardappelschijfjes, uiringen en Munsterkaas, op een bodem die van bieten was gemaakt. Ik vergat even al mijn zorgen terwijl we in de paarse pizza hapten en onze groengele Douro dronken. Er was een leuk programma over Japan op tv en nog voor het opiniekoor van de talkshows en de ellende van de 'frontberichten' begon trok terug ik me terug in bed.
De volgende morgen verdween mijn vriendin naar de voorzichtig weer opgestarte yoga. Ik monsterde het weer en besloot in de tuin te gaan mediteren. Het is een goed vogeljaar en de vele kleine zangvogels waarvan ik de namen meestal niet weet deden erg hun best. De zon werd gefilterd door de liguster. Het rook lekker naar vlier en meidoorn. Ik zat daar goed en terwijl ik langzaam en ritmisch in en uit ademde daagde het besef, dat ik een heel belangrijke les aan het vergeten was. Onder indruk van de omstandigheden was ik me uitsluitend gaan focussen op alles wat wegviel. Wat er overbleef, aan muzikale activiteiten, aan uitjes en pleziertjes, leek zo weinig, vergeleken daarbij. Maar als ik die restjes nu eens afzonderlijk beschouwde, zonder ze tegen dat grote donkere decor te zien? Spanje zat er dit jaar niet in, maar we gingen al snel een paar dagen naar de Veluwe. En concerten heb ik niet, maar ik was toch met mijn zoon een aantal mooie liedjes aan het opnemen. En zo waren er meer lichtpunten. Die kwetterden algauw als vogeltjes in mijn hoofd.


Geen opmerkingen: