dinsdag 12 mei 2020

GRIJS

We zijn in een grijze zone beland. Alles gaat langzaam, en tot nader order, weer open. Er zijn dagen dat ik helemaal niet aan Covid-19 denk - al blijft de pandemie me als een fluïdum omringen: als de tijdgeest, waarmee we maar moeten zien te leven.
Een grijze zone is per definitie onduidelijk. Het koor van opinies, onderlegd of het tegendeel, is chaotisch. Economische en medische belangen lopen door elkaar heen. De pandemie wordt politiek. De ene viroloog zegt dit, de andere dat. Ben je net blij dat het voorzichtig voorspoedig gaat met het ontwikkelen van een vaccin, en dan komt er weer een gerespecteerde longarts die in een veel gedeelde video zijn zorgen uit over de mogelijke waarheid achter allerlei complottheorieën. Bill Gates, Big Pharma, money en macht. Gelukkig zegt hij erbij uit 'onderbuikgevoelens' tot zijn boodschap te zijn gekomen, dus ik kan hém tenminste negeren. De onderbuik is er voor de vertering van voedsel en voor de voortplanting en nergens anders voor, opinies dienen uit het koele hoofd te komen, hoogstens mag het hart een beetje meespreken.
Grijs is ook de situatie in mijn werk. Nu groepen mensen weer toegestaan zijn, nadert het moment waarop de koren weer van start zullen gaan. Maar hoe dat moet is nog erg onduidelijk. Met mondkapjes zingen gaat niet, plexiglas is ook geen optie. En zingen is net als hoesten, schreeuwen en hard lachen een goede manier om virussen de lucht in te jagen. We zullen creatief en praktisch moeten zijn, en er maar vrede mee moeten sluiten dat juist de onschuld die zo typerend is voor samen zingen er een tijd lang vanaf zal zijn; alles wat de mensen dicht bij elkaar brengt is nu eenmaal verdacht in deze tijd, en virtueel bij elkaar komen is net zo'n goed alternatief voor de warmte van een koorrepetitie als porno dat is voor vrijen.
Soms verlang ik bijna terug naar het begin van de lockdown. Vadertje staat greep in, we werden kort gehouden en moesten allemaal aan een noodgedwongen sabbatical. Dat was in elk geval duidelijk. De bijbehorende angst en ongerustheid vergeet ik gemakshalve maar even. Alles was anders en we moesten ons overgeven aan de omstandigheden, die we zelf niet langer in de hand hadden. Dat gaf naast al het andere toch ook een vakantiegevoel, zeker toen de eerste schrik geweken was. Nietsdoen was niet erg, het kon nu eenmaal niet anders. Ik vertaalde negentiende-eeuwse poëzie, componeerde liedjes, en voelde me een gezegend hobbyist. Nu begint, in deze grijze zone, een licht schuldgevoel alweer aan me te knagen. En, met de hervatting van de koorrepetities in het mogelijke verschiet, begin ik ook te verlangen naar werk - echt, fysiek werk, met mensen, dat vermoeit en voldoening geeft.


Geen opmerkingen: