Op de woorden die u nu gaat lezen heb ik me verheugd. Vannacht ben ik gaan slapen in het fijne vooruitzicht op een kop koffie, tabaksrook en een blank scherm. Zo gaat het altijd op de vooravond van de morgens die ik voor bloggen heb bestemd. En nu heb ik een uur of twee stille concentratie voor de boeg, waarin niets me kan deren en verleden en toekomst even niet bestaan. Dan een druk op de verzendknop, en laat het applaus, de snoepjes en de knuffels maar komen! Twee maal in de week ben ik jarig – wat een dankbaar vrijwilligerswerk is dit toch.
Zondag op het nieuws was er een item over de sterk toenemende gameverslaving. Ik keek met meer dan gewone belangstelling, want ik voelde me aangesproken. Steeds vaker merk ik dat ik me niet kan losrukken van het scherm. Dat mijn verjaardagen niet meer zo leuk zijn. Ik zal u beschrijven hoe het me soms vergaat als ik mijn stukje de wereld in heb gestuurd.
Ik zit aan het scherm vastgekleefd als aan een toverspiegel. Ik tuur en tuur tot het ding gaat zeggen: ‘Je bent de mooiste van het land.’ Maar dat gebeurt niet. De duimpjes en het aardige commentaar, dat ken ik nu wel. Ik wacht op iets groters. Ik ben verwend en niet gauw meer tevreden. Ik herlees dwangmatig wat ik geschreven heb, in de hoop er nog iets van de dopamine uit te puren die zo gul stroomde terwijl ik bezig was. Als ook het laatste restje genot verbruikt is en de loftrompetten verstomd zijn, moet ik me met geweld losrukken en me dwingen iets anders te gaan doen.
Maar dat is niet zo makkelijk! Er is van al dat ingespannen turen iets achtergebleven in mijn hoofd, een soort druk achter de ogen. Iets dat me belemmert helder te denken en mijn concentratie verstoort. Een soort droesem van de schrijfpret, een bezinksel dat mijn gedachten vervuilt. Het gaat hand in hand met een gevoel van dreiging, alsof ik ergens over zou moeten piekeren, alleen is me even ontschoten waarover. Ik herken het als de kater van te lang opgerekte euforie, deze donkere walm in mijn hoofd. Als ik niet oppas besmeurt die straks ook mijn eigenwaarde en ga ik walgen van dezelfde jongen die ik net nog zo leuk vond.
Kortom, u ziet het al: de symptomen van een verslaving. In de kliniek zou ik er goede sier mee kunnen maken.
Ik herinner me Louis Wu, de held uit Larry Nivens Ringworld-epos, die under the wire was: een sonde in zijn genotscentrum is ingeplugd in het stroomnet, een even abstracte als dodelijke verslaving. Die gamers en ik zijn niet ingeplugd maar wel aangelijnd, online vastgelijmd aan onze belonende spelletjes.
Want beloning, daarin schuilt de crux, beloning en aandacht. Ik noteerde laatst ergens: ‘Alles wat ik schrijf, wat ik zing en componeer, doe ik voor liefde en waardering. Als er iemand zou zijn, iemand die ik volledig vertrouw, zoals vroeger mijn moeder, die me regelmatig zou aaien, en ik dat zonder wrevel en mokken zou toelaten, dan zou ik al die kunstuitingen niet nodig hebben. Die iemand moet ik volgens de therapeuten zelf worden.’
Aaien doet de computer niet. Het optreden in de virtuele ruimte belooft veel maar bevredigt nooit echt omdat het niet fysiek is. En iets dat veel belooft maar zijn beloften uiteindelijk niet helemaal nakomt, dat kan verslavend zijn. Keer op keer pluggen we in voor een dosis dopamine, en nooit is het genoeg.
Ik herinner me ook de krant. Eeuwen geleden schreef ik muziekrecensies voor een middelgroot dagblad. ’s Ochtends bracht ik mijn kopij met de bus naar de redactie. Tegen vijven was er een gevoel van gespannen verwachting. Dan gleed de krant in de bus. Ik sloeg de kunstpagina op en las gretig mijn stukje. Gelukkig als het er goed in stond, geërgerd als er een zetfout in was geslopen. De tweede keer lezen was de lol eraf. Ik knipte het uit en legde het weg. De volgende dag werd ik er soms op straat over aangesproken maar eigenlijk ging me dat al niet meer aan. Oud nieuws. Een enkele keer was er een ingezonden brief, meestal met de strekking: ‘Wat denkt die jonge blaag wel?’ En gelijk hadden ze, maar dat terzijde. Dit alles was in het begin spannend maar werd later gewoon. Routine, een lauw plezier.
Hoe anders gaat dat met dit bloggen! De directheid ervan, de onmiddellijke reacties die je kamer binnenkomen via dat scherm ontnemen je de mogelijkheid even afstand te nemen van wat je geschreven hebt, even te landen op moeder aarde. Je blijft aangelijnd, want stel dat je een vleiend commentaar zou missen!
Als u dit leest ben ik er even niet. U mag gerust uw duim opsteken, graag zelfs, maar ik zit in het café en lees de stukjes van mijn professionele collega’s, die, zo stel ik me naïef voor, in zalige onverschilligheid verkeren over mijn respons en geduldig wachten tot de krant op de mat ploft.
1 opmerking:
"En iets dat veel belooft maar zijn beloften uiteindelijk niet helemaal nakomt, dat kan verslavend zijn."
Dit principe kwam ik onlangs tegen in, als ik me niet vergis, het boek 'Astrologie, magie en alchemie', van Matilde Battistine (Ludon, 2007).
Namelijk dat men mensen aan zich kan binden door hun verwachting steeds net niet te laten uitkomen.
Ook de "liefdesziekte" vind ik wat dat betreft interessant.
Maar zoals dat bij mij vaak gaat met gedrukte boeken, zonder zoekmachine, kan ik de passage over het doelbewust frustreren van verwachtingen en het daarmee uitoefenen van macht, niet terugvinden.
Een reactie posten