vrijdag 28 juni 2013

GRAS


Het gras zal altijd groener zijn daar
in dat land ver weg achter de heuvels.
Vervulde wensen gaan voorbij
maar aan 't verlangen komt geen eind.


De grijze morgen stemde me mies. Ik had een afspraak maar die was zojuist afgezegd. Wat te doen met deze dag? De zomer moest nog beginnen en ik verlangde nu al terug naar de drukte van het seizoen dat ik zojuist met een zucht van verlichting had afgesloten. Ik dacht na over de uitdrukking ‘het gras bij de buren is altijd groener’. Een beetje verveeld tikte ik de eerste woorden in op Google. Ik kwam terecht in een blog over spaarzaam huishouden, een site met ecomische tips voor zelfstandige ondernemers, een restaurant in Utrecht. Ook in een forum. Iemand stelde de vraag waarom het gras, enzovoorts, en het verbluffend letterlijke antwoord was: omdat wat van veraf een smetteloos gazon lijkt, van dichtbij kuilen en oneffenheden blijkt te bevatten.
Tot mijn eventjes lauw opborrelende genoegen vond ik ook de tekst van Lennaert Nijgh die u hierboven ziet staan, een vertaling van het chanson De l’autre côté de la colline, gezongen door onder meer Maurice Chevalier. En de oerversie van de uitdrukking, die veel beter bekt dan de huidige gangbare variant: ‘Buurmans gras is altijd groener’.
Ach, verlangen naar een ander bestaan, ik heb er al zovaak over geschreven. Mijn nog niet zo heel stevig ingedaalde levensovertuiging dicteert me tevreden te zijn met elk moment, maar die zenmeesters en goeroes hadden makkelijk praten, die hadden een dagtaak aan hun spirituele bevrijding. Voor mij is meditatie een hulpmiddel, een instrument: een half uurtje ‘zitten’ en daarna moet er gewoon geleefd worden. En het is nog niet zo eenvoudig om de dagen zinvol in te vullen als je geen baas hebt en je werk je hobby is. Is de arbeid gedaan, dan zit je met lege handen. Kranten kun je niet eeuwig lezen, aan wandelen is een grens, een tuin heb ik niet, voor grazen op het net of tv kijken heb ik geen talent. Lukrake informatie en snel wisselende visuele indrukken maken me eerst melig en dan knorrig. Vaak zit ik dus op dode uren toch maar met een gitaar op schoot en tokkel en neurie. Soms ontstaat zo een nieuw liedje, dat in de loop van meer dode en volgetokkelde uurtjes tot wasdom komt en rijp wordt voor een uitvoering. Want voor de spiegel zingen, dat wil me toch maar niet bevredigen, hoe ook mijn geestelijke mentoren beweren dat de dingen om zichzelf gedaan moeten worden, en niet om het ermee te behalen resultaat.
Zo was ik dus blij dat mijn zoon gisteren binnenwaaide. Ik liet hem mijn nieuwe liedjes horen en we praatten wat heen en weer over muziek. Voor mijn zoon is het seizoen nog niet ten einde, integendeel, hij zit nog tot over zijn oren in het werk. Hij hing achterover in de stoel in mijn studeerkamer en keek goedkeurend om zich heen.
‘Dus hier zit je die liedjes te maken, sfeervol kamertje.’
Hij had dromen over zijn vakantie: gitaar mee in de auto, bouzouki, mandoline, en in de afzondering van een lief huisje in het Zuiden een beetje muziek maken, voor zichzelf, wat opnemen. Geen podia, geen gigs, geen herrie, geen gesleep met apparatuur diep in de nacht, geen euforisch kakelende zangeresjes op de achterbank, helemáál geen mensen om rekening mee te houden.
Feitelijk droomde hij van wat ik hier zomaar gratis had.
We bewonderden elkaars gras en een bevoorrecht kwartier lang overlapten die gazonnen elkaar.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

"Vervulde wensen gaan voorbij
maar aan 't verlangen komt geen eind".

Uiteindelijk draait het om het'verlangen'. Wat is er saaier dan een vervulde wens of droom?

groeten,

Peter B.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Ik streef naar een 'vervullende saaiheid', Peter: ik heb mijn buik vol van dromen en verlangen!