vrijdag 30 november 2012

CD-PRESENTATIE

Als je de Jan Evertsenstraat helemaal uitrijdt, diep de jungle van de Westelijke Tuinsteden in, kom je uiteindelijk bij The Colour Kitchen. In dat gebouw was vroeger een ambachtsschool gevestigd; ik kwam er elke dag langs als ik via de Sloterplas naar school fietste. Nu parkeerde ik langs diezelfde route mijn auto. Het schemerde. Ik huiverde door de natte kou terwijl ik met enige moeite de zware deur openduwde.
Binnen hoorde ik mijn eigen stem, mijn eigen muziek. Dat geeft me altijd een tweeslachtig gevoel: warm en welkom, maar ook wat ongemakkelijk en onvrij, alsof mijn persoonlijkheid vastgelegd en gestold is, en ik daar niet meer van af kan wijken.
Achterin de grote ruimte zag ik rond een tafel van blank hout, onder een hoog plafond van stalen buizen die aan het technische verleden van de ruimte herinnerden, de gezichten van de acteurs met wie ik lief en leed had gedeeld op de bühne en in het repetitielokaal. We begroetten elkaar hartelijk. Een kleine, glanzend zwarte jongen bracht me een ijskoude Fanta in een mooi flesje. Op tafel stonden mandjes met vers gefrituurde papaya- of guavechips en reepjes brood die smaakten als hartige cake. Even later werden er kroketjes rondgedeeld die gevuld waren met een rijke, geurige groentemousse, en iets wat er uitzag als viscanapeétjes, maar verrassend naar kruidnagel bleek te smaken.
Joch, de vierentachtigjarige actrice die zo mooi met de bijna uitgestorven, onvervalste Jordanese snik mijn lied In de oude stad had gezongen, nipte aan een jonge jenever. Ze bekeek glunderend haar eigen beeltenis op het schijfje dat zojuist was uitgedeeld. Fred Martin, penningmeester van het Tuinstadtheater en voorzitter van Stichting de Driehoek die de cd heeft uitgegeven, hield een sympathiek speechje waarin hij refereerde aan onze lange samenwerking. Ik knikte appreciërend. We praatten wat heen en weer over mogelijke vervolgvoorstellingen. Toen de cd voor de derde keer van voor af aan begon besloot ik dat het tijd was om te gaan; er is een grens aan mijn eigenliefde.
Buiten keek ik nog eens om naar het logo van The Colour Kitchen dat straalde op het zakelijke, wat sombere gebouw waarin vroeger machines hadden gedreund. Ik moest aan Rotterdam denken. In die stad heb je veel van die hippe horeca die bloeit op voormalige industriële locaties.
Ik startte de motor en tuurde door mijn beslagen voorruit naar de tegemoet komende lichten, wachtend op een kans om te keren. Mijn gedachten waren de wereld en dit stukje ervan in het bijzonder welgezind. Ik kauwde op de steel van mijn pijp en bromde: ‘Het wordt nog wel eens wat, dat Nieuw-West.’

(De cd 'Ze vroegen arbeid, er kwamen mensen' is hier te bestellen)

1 opmerking:

ruud jurriaans zei

zojuist besteld, fijn stuk weer, ben vaste fan inmiddels! :-) XXX