vrijdag 2 november 2012

ALLERZIELEN

Gisteravond zag ik een prachtige documentaire op Canvas. Ik vergeet u nooit van Kat Steppe. Centraal daarin staat het kerkhof van het West-Vlaamse Menen, dat eerstdaags geruimd zal worden. De film toont ons het leven op de dodenakker. Dat wil zeggen de vaste bezoekers. En daarmee ontstaat een indringend portret van een omgangsvorm met de dood die aan het verdwijnen is.
We zagen grijze mannen en vrouwen die bedachtzaam naar graven staarden en vertelden over hun dierbaren, kort of lang geleden gestorven, dat was om het even. We zagen een zee van leistenen gedenktekens onder een grauwe wolkenlucht. Een groepje lokale toeristen werd rondgeleid door een gids. Vooral oudere vrouwen, die giechelden en vrolijk babbelden in onverstaanbaar West-Vlaams maar niettemin gefascineerd waren door de gebruiken rond hun voorland. De gids bleek spoken te zien: zijn grootmoeder en zijn nonkel hielden hem thuis gezelschap. Een schizofreen? In de grote stad zouden we hem onder behandeling stellen, maar hier leefde hij in pais en vree met zijn wanen. Verontschuldigend en verlegen lachend vertelde hij aan de buiten beeld blijvende interviewster dat nonkel op dat moment pal naast haar zat.
We zagen ook een man die een ronde maakte langs alle graven in de omgeving waar familie en bekenden van hem lagen. Dat deed hij elk jaar op 1 november.
Die datum verbaasde me. De eerste november is het Allerheiligen. Vandaag, 2 november, wordt door alle katholieken het feest van Allerzielen gevierd. In zuidelijke landen verandert het kerkhof dan in een picknickplaats. En famille etend en drinkend tussen de chrysanten gedenkt men de gestorvenen.
Ik googelde de katholieke feestdag en belandde in een verwarrend web van tradities. De cultus van de doden die op Allerzielen wordt gevierd is net als Sinterklaas en Kerstmis een mooi voorbeeld van de kerstening van heidense hoogtijdagen. Samhain, het Keltische nieuwe jaar, begon ergens rond de overgang van oktober naar november, al naar gelang de volle maan. In die nacht vervaagden de grenzen tussen de mensenwereld en het elfenrijk. Men zette schoteltjes eten voor de deur om de fairies gunstig te stemmen en de doden waarden op aarde rond. Allerzielen speelde handig in op dat laatste aspect: op deze dag wordt er in het bijzonder gebeden voor de doden die de overgang naar het rijk Gods nog niet hebben gemaakt en knarsetandend in het vagevuur verblijven.
Maar heidense tradities zijn hardnekkig en laten zich niet zo gemakkelijk in een kerkelijk keurslijf dwingen. De Oudejaarsavond van de Kelten werd ondanks de instelling van Allerheiligen en Allerzielen nog steeds uitbundig gevierd. Omdat die op de vooravond viel van Allerheiligen heet hij All Hallows’ Eve, ofwel Halloween. Ierse immigranten brachten het feest naar Amerika en via Hollywood kwam het met een omweg weer thuis in het oude Europa. De populaire Halloweenfeestjes van nu en de oude mensen op het gedoemde kerkhof van Menen: ze stoelen op dezelfde voorchristelijke traditie. De zomer is voorbij, de oogst is binnen, de winter begint, en de doden zijn onder ons.


(Illustratie: William-Adolphe Bouguereau)

2 opmerkingen:

Marten Buschman zei

Ja, leuk he, dat ook hier weer de Ieren de grondleggers zijn, zoals zoveel (muziek muziek). Dat de volgens jou heidense praktijken bleven bestaan komt natuurlijk omdat er in wezen geen verschil is tussen christen- en heidendom.

Anoniem zei

Soms wordt ook de Wilde jacht, waarbij de doden onder aanvoering van Odin of Wodan, over het land razen, geassocieerd met Allerzielen. Ik moest gelijk denken aan deze versregels:

Als 's avonds de zon alles koper kleurt
en achter de duinen het weiland geurt,
dan weet ik dat nu heel de wereld wacht,
hij komt altijd weer, hij komt iedere nacht.
Dan weet ik: eens op een keer
neemt hij mij mee.
Die hij haalt, keert nimmer weer:
de wilde jager.

groeten, Peter B.