vrijdag 10 maart 2023

Verveling, verlangen, vogels en sneeuw

Gisteren schreef ik over de verveling. Niet over de kwijnende zielstoestand die de Fransen ennui noemen maar over ongedurigheid eerder, onvrede. Ik citeerde Nietzsche. Later kwam ik nog een definitie tegen die ik had kunnen aanhalen: Verveling is het verlangen naar verlangens - Tolstoj. Je kunt je niks moois of fijns voorstellen en lijdt aan dat gemis.
Vandaag is het allemaal weer anders. Ik ging gewapend met verrekijker naar het park. Gisteren had ik een zwerm vogeltjes gezien die ik op de veilige afstand waaraan ze zich hielden niet kon determineren. Maar er was een hoop geel in hun vlucht. Sijsjes of putters, dacht ik. Onderweg sloeg een ijskoude regen me in het gezicht. Er was sneeuw voorspeld. Vlokjes dwarrelen, regendruppels helaas niet. Ik besloot het bij een bezoek aan de Albert Heijn te laten. Dit was beestenweer. Die sijsjes of putters zouden ook wel schuilen in de oksel van een boom. Ik kocht spullen voor een pittige pasta, chardonnay in plaats van sauvignon blanc, en haastte me naar huis.
Daar zat ik met veel meer tijd om handen dan ik voorzien had. Na enige aarzeling opende ik mijn bestand met Hesse-gedichten. Niets wat de tijd zo doet vliegen als vertalen. Ik verlangde naar lente en door het vertalen van een gedicht kon ik dat verlangen vormgeven. Buiten begon het, na een aarzelende start, serieus te sneeuwen. Te laat, ik zat midden in Tessin. In de uitbottende lente. We spoorden niet, de wereld en ik. Maar van verveling was geen sprake meer.

Voorjaar in Locarno

Dennen wuiven donker gloeiend,
In dit hemelsblauwe vest
Toont zich, in vertrouwen groeiend,
Alles op zijn allerbest.

Oude uitgesleten treden
Klimmen zacht de bergwand op,
Zwart verbrande muren kleden
Zich met bloemen in de knop.

Bergbeek woelt door groene dreven,
Glanzend waar de zon hem raakt,
Zo vergeet ik voor heel even,
Dat ontheemd zijn bitter smaakt.

Frühling in Locarno, Hermann Hesse, 1916


Geen opmerkingen: