zaterdag 3 september 2022

Drie late gedichten van Hermann Hesse


Kleine jongen

Krijg ik een pak slaag,
Dan hou ik mijn mond,
Huil mezelf in slaap,
Sta weer op, gezond.

Krijg ik een pak slaag,
Noemen ze me "kleine",
Wil ik niet meer dreinen,
Lach mezelf in slaap.

Grote mensen sterven,
Kort is maar hun tijd.
Ik alleen blijf leven,
Tot in eeuwigheid.

Kleiner Knabe, 1960


Liedje

Regenbooggedicht,
Tover uit stervend licht,
Geluk als muziek vervlogen,
Smart in een heilig gezicht,
Zoet en bitter haar ogen...

Bloesems door wind verwaaid,
Graven met bloemen bezaaid,
Vrolijkheid onbestendig,
Ster, in zijn vrije val:
Sluier zo schoon en ellendig
Over de kloof van 't heelal.

Kleiner Gesang, Mei 1962


Kraken van een geknakte tak

Splinterig geknakte tak,
Hangt al zo menig jaar,
Wiegend kraakt hij zijn dorre lied,
Zonder loof, zonder bast,
Kaal, vaal, van te lang leven,
Van te lang sterven moe.
Hard klinkt en taai zijn gezang,
Klinkt koppig, klinkt stiekem bang
Een laatste zomer,
Een laatste winter lang. 

Knarren eines geknickten Astes, dritte Fassung. Hermann Hesse's laatste gedicht, 8 augustus 1962


Geen opmerkingen: