dinsdag 8 december 2020

STARING


De dikste boom die ik ooit zag stond in Sherwood Forest. Hij heet The Major Oak en hij staat er nog. Een monsterlijk gedrocht van een eik, tien meter in omvang, gestut door palen omdat hij anders onder zijn eigen gewicht zou bezwijken.
De op een na dikste boom zag ik afgelopen zaterdag in Landgoed Verwolde bij het Gelderse Laren. Bijna acht meter in omtrek. Met typisch Saksische onderkoeldheid heet hij eenvoudig De Dikke Boom. Hij leeft nog, want je kunt muntjes in een kastje met een gleufje stoppen om in zijn onderhoud bij te dragen, maar hij is zo voos en hol vanbinnen dat er een hele familie kabouters in kan wonen. Om te voorkomen dat die, of vogels en andere huiszoekende dieren, dat ook werkelijk gaan doen, is er gaas aangebracht voor de gapende spelonken die zijn rotte binnenste onthullen.


In Almen was generaties lang een eenvoudig familiehotel, Ovink. Toen men ontdekte dat de dichter A.C.W. Staring een gedicht aan Almen had gewijd werd de herberg herdoopt tot Landhotel De Hoofdige Boer. Zo heet dat gedicht, dat begint met de regel: 'Elk weet waar 't Almensch kerkje staat...' Of inderdaad iedereen dat weet betwijfel ik, maar wij wel: we sliepen ertegenover, in wat nu een modern hotelbedrijf is, een echte behaaglijkheidsfabriek. Gastvrij en gezellig genoeg, maar karakter is hier opgeofferd aan comfort, de inrichting is stemmig maar weinig persoonlijk, en alles ademt de geest van een gestandaardiseerde verwennerij; het getuigschrift van de Hogere Hotelschool hangt weliswaar niet aan de muur, maar de handtekening staat op ieder onderdeel van het interieur te lezen, van de bovenmaatse wijnglazen tot de regendouche. We aten er een wildmenu, en dat was ronduit uitstekend, vier gangen herfstig genot. Om acht uur sloot de bar, maar desgewenst zette men vóór dat tijdstip een fles wijn op onze kamer neer. Attent! Maar het hoefde niet, ik had zelf die voorzorgsmaatregel al genomen. Scheelde flink in de kosten, want de goedkoopste wijn van de kaart was een ripasso uit Puglia voor dertig euro de fles, net zo koppig als de boer uit het gedicht van Anthony Staring.

Toen de geest van Staring (landheer, dichter, componist, weldoener) eenmaal uit de fles was, bleek die er niet gemakkelijk weer in te krijgen. Er kwam een museum, STAAL geheten, dat een ode is aan de dichter en het landschap waarin hij leefde. 'Geen gewoon museum,' lazen we in de folder, 'maar een Staring-ervaring'. Na het ontbijt gingen we ernaartoe. Een frisse winterse morgen, de weerhaan op de beroemde kerk glansde in de zon. We kregen een wandelstok mee. Ik dacht dat dat bij de Staring-ervaring hoorde, maar het bleek een manier om het aantal bezoekers binnen de pandemische perken te houden: was de bak leeg, dan was het museum vol. De collectie was heerlijk overzichtelijk, zo bleek al snel, nadat een vrijwilliger ons een inleidend lezinkje had gegeven over leven en werken van de Achterhoekse Goethe. In de 'romantische zaal' zaten we op een schommel en keken naar een videoprojectie van het landschap door de seizoenen heen. Een opgezette ijsvogel en dito waterspreeuw. Starings pianoforte. Een expositie van schilderijen, eveneens van het landschap. In de bibliotheek was gratis koffie. Ik bladerde in een negentiende-eeuws bandje en ontdekte dat Staring de dichter was van het puntdicht dat mijn vader graag citeerde: 'De meester in zijn wijsheid gist / De leerling in zijn waan beslist.'

Ik heb alle begrip voor deze vorm van toerisme. Wat je hebt buit je uit en klop je op. Maar de werkelijke aantrekkingskracht van deze streek ligt niet in zijn dichters of kerkjes, maar juist in de afwezigheid daarvan. Het zwijgen van het coulisselandschap is welsprekender dan dichtregels. De dag ervoor hadden we een sublieme wandeling gemaakt langs de kronkelende Berkel. Zilverreigers wiekten sierlijk op uit het drassige land. Een levende ijsvogel scheerde over het water. Bijna terug in Almen menen we zelfs een paar raven te hebben gezien. We tuurden lang naar de zwarte silhouetten aan de bosrand, probeerden vorm van snavel en staart beter in het vizier te krijgen. Het schorre krakra werd gedragen door een intense, verkwikkende stilte.



Geen opmerkingen: