vrijdag 4 december 2020

TROOSTOBJECTEN

Goede vrienden van ons hebben dit voorjaar het roer omgegooid. Ze verkochten hun riante huis dat veel te groot geworden was nu de kinderen er niet meer woonden en ruilden het in voor een etage op de begane grond met een tuin. Pas onlangs zijn we er gaan kijken. Corona had een eerdere afspraak gecanceld. Het was er kraakhelder en brandschoon. Nergens slingerde iets rond en de muren waren leeg en maagdelijk wit, terwijl ze er inmiddels toch al ruim een half jaar woonden. Ik vroeg hun of dat opzet was, die witte muren. Ze vertelden dat er vast wel wat zou komen hangen, maar dat er nog alle tijd was. Eerst maar eens lekker leeg laten. Ik hoorde ook tot mijn verbazing hoeveel ze hadden weggedaan toen ze naar het kleinere huis waren vertrokken. Hun halve verleden was naar Kringloop en stort gegaan. Ik huiverde en moest denken aan onze eigen omstandigheden.
'Wat is het hier een rommel,' zei mijn kleindochter eens toen ze het huis van mijn vriendin inspecteerde. Ze keek er niet bij alsof ze het erg vond. Mijn vriendin bewaart alles. Ikzelf ben gematigder in mijn bewaarzucht, maar kan er toch ook wel wat van. Gisteren was het mijn beurt om de huiskamer schoon te maken. Dat gebeurt niet wekelijks, dus ik ga grondig te werk. Met een stofdoekje in mijn hand til ik alles van zijn plaats. Het viel me al stoffend op hoeveel zinloze voorwerpen her en der hun vaste plek hebben verworven in mijn vertrekken; op schoorsteenmantels, bijzettafeltjes, kastjes, op de vleugel (vooral op de vleugel). Afgezien van de stapels boeken en paperassen en de honderd-en-nog-wat pijpen waren dat onder veel meer:

Zeeschelpen en fossielen
Een minuscuul brokje lapis lazuli
Een Eiffeltorentje van goud plastic
Een Venetiaans masker op een voetstuk
Een Indiase bamboefluit
Een uitgeprinte foto van mij en mijn kleindochter
Een geboortekaartje van mijn kleinzoon
Polaroidplaatjes van de poezen
Een steen, gevonden in Wales
Een zakspiegeltje met zilverbeslag
Twee roofvogelveren
Vier scopa kaarten
Een Russisch icoontje op zakformaat
Een koperen hagedis

Aan al die voorwerpen zit een geschiedenis vast. Gooi ik ze weg, dan is die geschiedenis, hoe onbeduidend ook, verloren. Is het angst voor de leegte die me ervan weerhoudt schoon schip te maken? Bezweer ik de ongrijpbaarheid van het leven met al die symbolen, het voortrazen van de tijd? Of vind ik het misschien gewoon gezellig om in een uitdragerij te leven?
Ik zat heel lang geleden met een Duitse vriend in een typisch Hollands cafeetje. Een knusse, warmgestookte, overvolle huiskamer. Hij keek met een cynisch lachje naar de muren waarvan elk plekje was bedekt. Ingelijste foto's, koperen pannen, een trombone, vergeelde affiches - afijn, u kent het.
'Wat hebben jullie toch met die troostobjecten?' vroeg hij met zijn strenge rollende R.
Ik moest hem het antwoord schuldig blijven.


Geen opmerkingen: