vrijdag 4 oktober 2013
GEZIEN
Tegenover het terras waren ze bezig met de trambaan. Er scheen een vriendelijk oktoberzonnetje en ik keek met belangstelling naar de werkzaamheden, die door nijvere mannen in oranje plastic werden verricht vanuit een heel wagenpark van dril- en graafauto’s: twee grote legergroene waarop VRIJBLOED stond, een kleinere gele en een kittig oranje dingetje met een knipperbol bovenop. De herrie was aanzienlijk.
Er stopte een wit bestelbusje waaruit twee vrouwen kwamen met microfoonhengel en camera. Ik keek om of ik Hans Teeuwen ergens zag, maar die was er vandaag niet. Toen ik me weer terugdraaide staarde ik recht in een microfoon, met daarboven een fris meisjesgezicht, onopgemaakt.
‘Zit u lekker van uw kopje koffie te genieten meneer?’
Ik beaamde dat. Ze vroeg of ik geen last had van het lawaai. Ik ontkende dat. Ze zijn de stad blijkbaar winterklaar aan het maken, zei ik, want overal zijn wegen afgesloten. Ze vroeg of ik in de buurt woonde. Daarna zoomde de camera in op mijn half opgedronken glas koffie. De microfoon werd weggehaald. Het gezicht van het meisje ontspande.
‘Waar is het voor?’ vroeg ik, geroutineerd. ‘AT5,’ zei ze. ‘Het Verkeer. Komt elke dag voorbij de komende week, maar u kunt het ook op onze website zien.’ Ze groette vriendelijk en de vrouwen verdwenen weer in hun fout geparkeerde busje.
Ik trok vergenoegd aan mijn pijp. In roemruchtere dagen ben ik naar schatting een dozijn keren op tv geweest, de lokale zenders niet meegerekend. Maar dat was als beloning voor mijn ambitieuze streven en ging gepaard met bloed, zweet en tranen. Dit soort optredentjes, die bijna iedereen tegenwoordig wel eens meemaakt met zoveel tv om ons heen, zijn natuurlijk van een ander kaliber. Strikt genomen tellen ze niet.
Het is me een paar keer eerder overkomen dat ik werd uitverkoren om de stem van de man in de straat te zijn. Ik heb ooit tijdens een folkfestival in Vlaanderen voor de Belgische televisie mijn ongezouten commentaar op Laïs (de meidengroep, niet de chips) gegeven, wat gretig opgepikt werd. En wat deed een Hollander, een Amsterdammer nog wel, zover van huis, helemaal in het West-Vlaamse Deerlijk? Kwam ik echt speciaal voor de muziek? Mijn internationale roem verspreidde zich daarna snel. In datzelfde topjaar 2007 werd ik in de van Baerlestraat staande gehouden door een ploeg van de BBC, die me vroegen wat ik dacht van de overname van ABN-AMRO door The Royal Bank of Scotland, toen een hot item. De adrenaline deed me op de juiste Engelse woorden komen en ik zei dat ik het wel spijtig vond dat een zo typisch Nederlandse traditie in vreemde handen belandde. Wat natuurlijk idioot was, want de hele kwestie kon me geen zak schelen. Maar ’s avonds zag ik me trots terug op het Nine O’Clock News: my finest hour. Een groep Japanners die me in het Anne Frankjaar 1995 voor de camera wilden hebben verwees ik naar een ander slachtoffer. Ik voelde me niet bekwaam om namens mijn landgenoten daar iets over te zeggen.
Terwijl ik me deze voorvallen met plezier herinnerde besefte ik dat het, voor de bevrediging van de eigen ijdelheid, eigenlijk helemaal niks uitmaakt of je zomaar op tv komt of als bevestiging van je professionele status. Sterker nog, ik vind die snapshots leuker, die kan ik zonder kromme tenen terugzien. Zo leerde ik iets over mezelf dat waarschijnlijk zo algemeen is dat ik het wel met u wil delen. Ik wil in de eerste plaats als méns gezien worden, en de muziek, althans het podiumaspect daarvan, is niet meer dan een middel daartoe. Deze onvoorbereide instantaneetjes zijn als een vrolijke, onbezorgde toegift.
(te bekijken op site van AT5, Werkzaamheden aan de weg, Roelofhartplein)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten