dinsdag 7 mei 2013

ZONNE-DYADE


\
Mijn vriendin kondigde aan dat ze nog even zou wachten met maaien tot na mijn bezoek. Want de paardebloemen stonden er zo mooi bij.
Inderdaad, toen ik aan kwam rijden over de dijk was het weiland bevlekt met spetters geel. Geen gezonder, vitaler, warmer en stralender geel dan dat van de paardebloem. Zelfs de zonnebloem kan daar niet tegenop.
Ik was blij dat ze me gewaarschuwd had. Vroeger toen ik klein was stond de bloeiperiode van de paardebloem voor een heel tijdperk, een onbestemd interregnum van eindeloos en doelloos in het malse gras liggen, praten, lachen, vrijen en dromen, vervuld van de belofte van eeuwigheid die de eerste zomerse dagen ons influisterden. Nu gaan er jaren voorbij dat ik ze alleen in mijn ooghoek langs zie schieten. Als ik omkijk zijn ze alweer uitgebloeid.
Terwijl ik keek hoe de schapen van mijn vriendin op hun wandeling naar een andere wei de sappige bloemen gulzig uitrukten bedacht ik dat het vreemd gesteld is met de paardebloem.
Hij heeft iets ordinairs, alsof hij te snel en te goedkoop geproduceerd is; de stelen zijn dik maar voos, holle buizen die een brutaal schreeuwende kleurexplosie moeten ondersteunen. Maar hij heeft ook iets onmiskenbaar poëtisch. De gezamenlijke inspanning van alle bloemen kleurt de wereld vrolijk en uitbundig geel; kinderen maken er bloemenkransen van, je mag een wens doen als je de pluisjes wegblaast.
Die dubbelzinnige status van de plant vind je ook terug in de naamgeving.
Sommige dingen vallen precies samen met hun naam. Andere zijn te groot of juist te klein voor hun naam. Bij de paardebloem zou ik zeggen dat het tweede het geval is: ze zijn een betere benaming waard. De Engelsen hebben dat goed begrepen en de gele bloempjes de dichterlijke naam dandelion gegeven.

Veilig weer thuis uit de natuur en achter mijn laptop gezeten googelde ik wat informatie op. Ik kwam een hoop interessants te weten. Vooral de internationale aarzeling in de naamgeving (dichterlijk, of toch ordinair?) trof me. De Fransen kennen naast het mooie dent de lion (waarvan dat Engelse dandelion een verbastering is) het boertige pissenlit, ‘pis in bed’; de Duitsers hebben vele namen, maar naast Hunde- en Kuhblume valt ook hier die majestueuze leeuw op in het heraldisch klinkende Löwenzahn. Ook het Spaans kent diente de leone, en het Italiaans, naast soffione (‘grote blazer’) en radicchio di campo (‘veldwortel’) eveneens: dente di leone.
Bij ons, leerde ik tot mijn verrassing, is de naam ‘paardebloem’ een twintigste eeuws bedenksel. Er waren zoveel lokale benamingen, van pisbloem tot hondsbloem, dat een commissie van botanici in 1906 de knoop doorhakte en voor het algemene ‘paardebloem’ koos, waarvan de betekenis waarschijnlijk ‘nutteloze of waardeloze bloem’ is, naar analogie van ‘paardekastagne’ (oneetbaar, dus zinloos).
De paardebloem, waardeloos? Ik liep van mijn computer naar mijn boekenkast en haalde Tom Poes en de toornviolen tevoorschijn. Daarin staat namelijk de ware aard van de paardebloem beschreven.
Ik fris uw geheugen even op: Heer Bommel wil op een bloemententoonstelling goede sier maken met een heel bijzonder exemplaar. De dwergen Kweetal en Pee Pastinakel hebben een tip voor hem. Ze weten een plek in het bos waar een bijzonder fraaie zonne-dyade staat. Bommel is gecharmeerd van die exotische naam en volgt de twee hoopvol. Bij een open plek in het woud aangekomen roept Pee trots: ‘Kijk, hier groeit de dyade! Een héél mooi soort met een kleine schrompel en een sterke pippeling.’
Teleurgesteld ziet Bommel een gewone paardebloem.
De mannetjes begrijpen zijn minachting niet. En Pee Pastinakel vraagt: ‘Waarom moet iets zeldzaam zijn om mooi te wezen?



(Illustratie uit: 'Tom Poes en de toornviolen', Marten Toonder, 1960)

9 opmerkingen:

nico van lieshout zei

Beste Rookzanger,

Eetbare paardebloem is bekend onder de naam 'molsla'.

nico van lieshout zei

Beste Rookzanger,

Eetbare paardebloem is bekend onder de naam 'molsla'.

Anoniem zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Anoniem zei

Elke plant is mooi door zijn eigen aardigheid......Graag gelezen

Jan-Paul van Spaendonck zei

Jong paardebloemloof (molsla) was een vergeten groente, die door de immigranten weer onder de aandacht is gebracht; naar ik meen zelfs op de Cuyp verkrijgbaar, in het seizoen.

Anoniem zei

Wat een poëtisch toeval weer. In het geheim noem ik de paardenbloem nu al weer jaren, zonnester. Gewoon omdat ik net als jij het idee kreeg dat dit prachtige bloemetje een betere naam verdiende.

Peter B.

Daniël zei

Eindelijk erkenning voor grasbloemen. Zoals er ook zijn, madeliefjes, klavers (bij voorkeur de paarse) en boterbloemen. Laatstgenoemde hebben ook een bijzonder gele kleur. En hun naam vind ik een van de mooiste bloemennamen.
Dank voor deze verhelderende blog. Nooit geweten, nooit beseft, dat een paardenbloem inderdaad zo bijzonder is. Ik dacht dat de buren hun tuin verwaarloosden, maar ik sta er nu met bewondering naar te kijken.

Daniël zei

De oorspronkelijke kleuren-illustratie, een foto van een kind tussen paardenbloemen, mag die misschien naast de huidige, wat sombere zwartwit-illustratie staan?
Ik werd enorm blij van die foto, die zowel de schoonheid van de lente als van de paardenbloemen liet zien.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Nou... vooruit, als ik je daar een plezier mee doe... voilà!