vrijdag 1 februari 2013

AMOUR

Om niet in een gat te vallen na een spannend weekeinde ging ik naar de film. Niet alleen, ik ging met Aurora. Alleen naar de film gaan is me net zo wezensvreemd als onbegeleid een café binnenstappen, hoewel ik daar toen ik nog dronk op het laatst geen moeite meer mee had: toen was ik de schaamte, voor grote dingen en voor kleine dingen, voorbij.
We hadden gekozen voor Rialto, een filmhuis bij ons in de buurt. Ik stond in de regen mijn pijp te roken en overwoog juist of ik alvast naar binnen zou gaan toen Charlotte Gainsbourg gehaast kwam aanfietsen, of was het Anna Magnani? Mijn jonge vriendin ziet eruit als een diva van het existentialistische soort, inclusief lange zwarte jas en baret, maar verplaatst zich wel gewoon per fiets door de stad, als de dertigjarige Amsterdamse die ze ook is. Ze maakte haar kettingslot vast. Om haar te begroeten moest ik de klep van mijn honkbalpetje opzij schuiven. Na een snelle chocolademelk gingen we op de tast de zaal in, waar de voortiteling al over het doek rolde. Geen reclames en trailers hier in Rialto.
Omdat we geen zin hadden in een film over middelbare vrouwen op sekstoerisme in Kenia hadden we voor het veelgeprezen Amour gekozen, van Michael Haneke. Films navertellen doe ik niet, dus ik vat hem als volgt samen: oude mensen, liefde, dood. Het verhaal werd kalm en waardig verteld, in mooie fotografie. Ik zat geduldig te wachten tot het me mee zou slepen. Maar hoe goed er ook geacteerd werd en hoe dramatisch de situatie waarin de oude geliefden waren beland ook was, ik had meer oog voor het decor dan voor de spelers. Het ruime Parijse appartement met zijn wandkasten van donker hout, zijn degelijke en doorleefde meubelen, vol schilderijen, boeken en platen, in zo’n huis wilde ik ook wel wonen. Het bejaarde echtpaar schuifelde in sobere grandeur de dood tegemoet.
Het was niet dat de gebeurtenissen me niet raakten. De oude dame had een tweede beroerte gehad en praatte exact zo als mijn moeder voor ze stierf, riep net zo wanhopig en onverstaanbaar om hulp. Ze wilde per se niet naar een hospice. Mijn doodzieke vriend F. wil dat ook niet, naar een hospice, maar moet er toch aan geloven, nu de situatie thuis niet meer te hanteren is. Toch bleef ik ongedaan door wat ik zag. Het wilde ondanks alle overeenkomsten maar niet dichtbij komen. Toen de aftiteling in stilte verscheen verlieten we zwijgend de zaal. Maar het was niet het beklemde en ontroerde zwijgen dat je verwacht zou hebben na zo’n drama. Bedachtzaam, verveeld, verward? Dat laatste misschien. Waarom liet de film ons onberoerd? Want ook Aurora bleek niet overtuigd door wat ze gezien had.
We dronken nog wat. Aurora wees me op een man met een rood gezicht die even verderop in het niets zat te staren.
‘Zouden andere mensen dat nou ook zien, dat die man een alcoholist is? Moet je kijken hoe hij uitsluitend bezig is met zijn glas. Hij bereidt zich voor op elke slok. Drinken is een dagtaak.’
We proostten met ons glaasje fris en zagen glimlachend het heimwee naar de roes in elkaars ogen. Over de film konden we het niet helemaal eens worden. Ik opperde dat het de Franse omgangsvormen waren die vereenzelviging in de weg zaten, die mensen waren zo verrekte wellevend tegen elkaar. Aurora vermoedde dat de afstandelijke stijl van filmen een rol speelde. In elk geval moest het aan de cineast liggen en niet aan ons, want we zijn beiden eerder weekhartig dan iets anders.
We namen afscheid en even later zag ik Anna Magnani weer over de verregende Ceintuurbaan fietsen.
De dagen daarna stormde het, en een schel licht vlaagde door een lege hemel. Ik merkte dat ik uit mijn doen was. Maar of Amour toch een wak in mijn koele gelijkmatigheid had geslagen betwijfel ik. Het kan net zo goed het weer zijn geweest.

5 opmerkingen:

Hans Valk zei

Je mag dan uit je doen zijn (geweest?) de stukken worden er niet slechter op, Rookzanger.
Gelukkig wordt aan het eind duidelijk dat Aurora toch meer op Anna Magnani dan op Jane Birkin lijkt. Niet alleen omdat het koppelen van beide namen aan dezelfde persoon me danig in verwarring bracht, maar ook omdat ik toch wat meer van een volslanke vrouw als Anna houd, dan van zo'n anorexia-achtig type als Jane.
Wat betreft de gevoeligheid voor de pijnlijke zaken des levens, ook als ze in een film worden getoond; dat is inderdaad vreemd onvoorspelbaar. Ik heb, als bijna-zestigjarige, inmiddels ervaringen die vergelijkbaar zijn met de jouwe. Het komt allemaal voorbij, vroeg of laat. Als ik op een bepaalde manier aan die dingen wordt herinnerd, dan kan ik nog steeds geëmotioneerd raken.
Ik zie dat 'Amour' ook in Delft draait op dit moment en de kans is groot dat ik dit weekend daar ben.
Je stukje is voor mij reden om die film te willen zien.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Sorry Hans, ik bedoelde niet Jane Birkin, maar Charlotte Gainsbourg. Heb dat zoals je ziet veranderd inmiddels. Ben benieuwd wat je van de film vindt....

Hans Valk zei

Bijna een maand verder heb ik 'Amour' dan toch gezien.
Nadat we afgelopen zondagochtend naar de kerk van de Koningin waren geweest (de Kloosterkerk in Den Haag; Beatrix was er niet, geloof ik), besloten we 's middags door de natte sneeuw nog even naar het Delftse filmhuis te wandelen.
Om een lang verhaal kort te maken: ruwweg had ik dezelfde ervaring als jij. Mijn eigen moeder is door een opeenvolging van hersen-infarcten geveld en uiteindelijk overleden en daarna heb ik van tijd tot tijd nog opgetreden als de verpleger van Lia's moeder.
Wat ik zag in 'Amour' was in die zin herkenbaar, maar het emotioneerde me niet.
De film is tamelijk traag, maar desondanks kwamen bepaalde aspecten van het zorgen voor een geliefde die er zó aan toe is maar matig over het voetlicht. Hoe zwaar het is, bijvoorbeeld. De man van het stel zit nogal veel in een stoel. Hij heeft, ondanks de toestand waarin zijn vrouw verkeerd, nog steeds een rustig leven, zo te zien. Nou ja; hij droomt een keer dat het hem letterlijk over de schoenen loopt, terwijl hij van achteren wordt aangevallen.
Tot het eind kabbelt de film maar een beetje door. Dat de mannelijke helft van het stel ineens een kussen over het hoofd van zijn demente en verlamde vrouw drukt, komt door dat gekabbel nogal als een verrassing. Vervolgens wordt de deur de kamer waarin de dode vrouw ligt afgeplakt met tape; een detail waarvan de betekenis voor het verhaal me ontgaat. Tenslotte lijkt de man in een psychose zijn vrouw weer terug te zien. Zij zegt hem zijn jas aan te trekken. Ze gaan de deur uit.
Laatste shot is de dochter in het lege huis; ze heeft het één en ander gemist, zo te zien..

Heeft de man zelfmoord gepleegd en is het samen vertrekken alleen maar een metafoor voor de hereniging in het hiernamaals? Dat is eigenlijk het enige mysterie dat de film oplevert. Voor de rest is het verhaal nogal voor de hand liggend. De dochter die het te druk heeft met haar eigen leven, bijvoorbeeld, is een cliché.

Ik verbaas me er eerlijk gezegd een beetje over dat de film zoveel roem heeft vergaard en ook op filmfestivals is bekroond. Ik zou niet willen beweren dat het een slechte film is, maar zó goed?
Ik had nooit eerder een film van Haneke gezien. Het geheim van zijn faam heb ik vooralsnog niet ontdekt.

Hans Valk zei

Ik schreef dat ik nog nooit een film van Haneke had gezien. Maar nu ik in het laatste halfuur wat recensies van 'Amour'; heb gelezen weet ik dat dit niet klopt. 'Das Weisse Band' heb ik ook gezien. Ook een film die geen grote indruk bij mij heeft achtergelaten, ben ik bang. Wat ik me er vooral van herinner was de uitstraling van de film. Hij wilde namelijk in al zijn zware dramatiek wel degelijk indruk maken.
De recensies lezend twijfel ik een beetje of ik 'Amour' niet wat te hard beoordeel. De rustige liefde, die het echtpaar voor elkaar toont is mooi, maar niet uniek. Evenmin is de situatie waarin ze uiteindelijk terechtkomen uitzonderlijk. Misschien hebben de recensenten zelf nog geen moeder gehad die dement werd. Zou dat het verschil zijn? Als je 58 bent en iets soortgelijks zelf hebt meegemaakt vertelt de film je niet zoveel nieuws. Zo gaan die dingen nou eenmaal.

Jan-Paul van Spaendonck zei

Helemaal mee eens. Maar bovenal storen mij toch onvolkomenheden in de verteltechniek, of in de psychologische uitdieping, waardoor de dramatische gebeurtenissen (het kussen, het afplakken van de slaapkamer die een graftombe wordt: iets wat we kennen uit morbide krantenberichten) uit de lucht komen vallen. We moeten de psychologische processen die tot die daden en tot de klaarblijkelijke psychose van de man leidden maar raden. Misschien is dat een bewust onderkoelde aanpak, een postmoderne, quasi objectief registrerende anti-dramatiek, maar hoe dan ook kan ik evenmin als jij begrijpen waarom de film zo de hemel in wordt geprezen. Tamelijk oppervlakkig, als je het mij vraagt.