We zouden elkaar bij de Dorische brug treffen. Dat was niet de echte naam, die wist hij niet. Als graecus noemde hij haar zo voor zichzelf. Ik las de mail nog eens over en echo's van mijn studie klassieke talen kwamen boven. Dorisch, Corinthisch, Ionisch... zou ik die stijlen nog uit elkaar kunnen houden? Wat nou als elke brug in het studentikoze Leiden klassieke ornamenten had?
Ik reed over de A4 onder een lucht vol Hollandse zomerwolken. Bij Schiphol zag ik vliegtuigen van de KLM in ouderwetse, flets blauw-witte tinten. Op de dag dat ze die ook oranje verven ga ik emigreren. De toegangsweg naar Leiden was omzoomd door klaprozen.
Ik parkeerde mijn auto in een parkeergarage aan de Breestraat en liep in de richting van de Botermarkt. Ik rondde een hoek naar een gracht en schoot in de lach. Daar over het water welfden zich, naast elkaar, twee identieke Griekse tempels. De Dorische brug zonder twijfel, zij het dat, zoals Gabriel me even later een beetje beschaamd vertelde, de stijl Romeins genoemd moest worden, want de typische inkepingen in de zuilen ontbraken.
Het was dorps stil op straat. De voetbalkater sloop rond op kousenvoeten. Ik bekeek een fontein waarin sprookjesvissen uit een zeventiende eeuws bestiarium sierlijke waterstralen spoten. Ik ging op een bankje zitten, rookte een pijp en wachtte op mijn vriend.
Hij wandelde me tegemoet. We gaven elkaar een hand en wisselden een paar ironische opmerkingen uit, zoals vroeger. Even later zaten we op een terrasje aan de waterkant. Het meisje dat onze bestelling opnam bewonderde mijn pijp, waarvan de zilveren band glinsterde in de zon. Ik vertelde haar dat het een Peterson was, die celtic heette omdat de band versierd was met Keltische symbolen. Ze lachte waarderend. Ik denk dat ze me voor een zonderling versleet maar dat kon me niet schelen.
Het gesprek met Gabriel ging verder waar we de vorige keer waren gebleven. Toen zagen we elkaar voor het eerst sinds vele jaren en hadden heel wat bij te praten, nu werkten we een paar belangrijke thema's verder uit. Begrijpt u het, begrijp ik het, maar al gauw praatten we over drank. Gabriel heeft een zwarte en natte periode gekend die ik van nabij heb meegemaakt, maar rond zijn achtentwintigste besloot hij dat drank niet goed voor hem was. Sindsdien beperkte hij zich met 'ijzeren wilskracht' tot een enkel glas wijn bij het eten, soms een aperitief. Als het toch weer eens mis dreigde te gaan ging hij één, twee jaar droog staan. Die discipline maakte me even stil. In de kliniek hadden ze me getroost door te benadrukken dat alcoholisme een ziekte was waartegen de wilskracht niets kon uitrichten. Toen iemand tijdens een groepssessie had beweerd dat wij (de 'afhankelijken', 'verslaafd' mocht je ons volgens het zorgprotocol niet noemen) 'gewoon wat meer wilskracht moesten hebben' waren we oprecht verontwaardigd geweest. Moest ik nu mijn moeizaam opgekalefaterde zelfbeeld herzien? Had ik toch 'gewoon' een zwakke wil? Geen ruggengraat? Ik moest daar eens goed over nadenken.
We spraken inmiddels over andere zaken. Over ons stuk gelopen huwelijk, werk en kinderen, ons dagelijks leven en, aarzelend optimistisch, over de toekomst. Rond lunchtijd werd het druk op het terras. Jong volk. We rekenden binnen af. Ik ging terug naar de parkeergarage, Gabriel liep een eindje met me op. We keken elkaar nog eens goed aan en gingen ieder met ons eigen leven verder.
4 opmerkingen:
Mooie overdenkingen mooi onder woorden gebracht
Dank je wel Jenet! Overigens maakt Rookzanger een logische fout in zijn overweging. Als het waar is dat wilskracht machteloos is tegen alcoholisme, moet de conclusie niet luiden dat ik te weinig wilskracht bezit, maar dat Gabriel blijkbaar geen alcoholist was; dat klopt ook: in die periode was hij - in zijn eigen woorden - kwartaaldrinker. Eens te meer een bewijs van mijn niet altijd even welkome talent om het eerst aan mezelf te twijfelen.
Wat een prachtig geschreven stuk J.P ,zo levendig hier wil ik direct meer over lezen , een boek vol met van die prachtige verhalen , je neemt de lezer ,mij dus helemaal mee wow gohhh wat een talenten heb je toch , groetjes Karin
Een reactie posten