dinsdag 12 juni 2012

KLOPT

Van mijn schrijvende vriend mag ik niet zeggen dat iets 'klopt'. Als ik me dat laat ontvallen onderbreekt hij me met: 'Je hart klopt, en een zweer klopt.' Hij heeft een hekel aan clichés en is zuinig op het oneigenlijke gebruik van woorden. Je mag van hem ook niet iets 'omzeilen' maar moet het 'vermijden'.
Zaterdag ging ik met mijn dochter en mijn vriendin naar The Movies om On the Road te zien. Een onverfilmbaar boek, omdat taal er de essentie van is. De dwingende woordenstroom houdt de chaotische en niet erg bijzondere gebeurtenissen bij elkaar. Toch was het een goede film. Er werd veel gezopen en geneukt en verheugend veel gerookt, en de taalstroom was als bindende factor vervangen door een stroom van mooie beelden.
Ergens in het begin al roept een van de helden, Sal Paradise of Dean Moriarty, in zijn jeugdige overmoed uit dat de wereld 'magisch' is. Daar moest ik over nadenken (ik moest over alles nadenken, want mijn hoofd zat vol watten en niets leek te kloppen). Als je zoiets beweert bedoel je te zeggen dat je eigen ervaring van de wereld magisch is, denk ik. De wereld blijft onverstoorbaar dezelfde maar de manier waarop we haar ondergaan kan sterk verschillen, afhankelijk van onze stemming. Als je moe en overprikkeld bent komt elke indruk van buiten hard aan en lijkt de wereld opdringerig, chaotisch en lelijk. Als je geest de Zentoestand heeft bereikt die ik zonder veel succes nastreef is de wereld een kalme, vanzelfsprekende plaats. Ben je daarentegen in een opgewonden roes, dan voegt elke zinneprikkel daar iets aan toe, of wordt op die euforische manier geïnterpreteerd: de gewoonste gebeurtenissen of voorwerpen krijgen een magische glans. Kerouac wist dat ook, dat het magische niet zozeer in de wereld school als wel in zijn beleving ervan, want hij bracht zijn geest onafgebroken in een voor magie ontvankelijke toestand, met als treurig maar onafwendbaar resultaat dat hij zich op zijn zevenenveertigste dood dronk.
Toen ik thuiskwam was ik moe maar voldaan, zoals het cliché luidt, en ik ging na nog een woest glas vlierbessensiroop achterovergeslagen te hebben en na een laatste gulzige pijp naar bed. Mijn bed was onverwacht lekker. De lakens waren koel en glad. Ik zette mijn leesbril op en pakte mijn boek. Le train, van Simenon. Ook een reisboek, besefte ik plotseling, waarin de euforie van het schijnbaar doelloos en zonder verantwoordelijkheid onderweg zijn wordt beschreven. Er viel een papiertje uit het boek dat ik daar nog niet eerder had gezien, de bladwijzer van de vorige eigenaar waarschijnlijk. Ik las het. Het was een ontvangstbewijs voor een ingeleverde Schipholpas van ene J. Schotten, voormalig employé van Intergom Airport. Ik glimlachte en keek vergenoegd om me heen, naar de vertrouwde veiligheid van mijn slaapkamer. En ik kon maar één ding denken, met excuus aan mijn schrijvende vriend: 'Alles klopt.'

2 opmerkingen:

Anoniem zei

"Wat mooi. Eerst "Gesternte" met het zich opstapelende ongeluk en vervolgens "Klopt" waarin 'alles klopt' (met excuses aan je schrijvende vriend). Herkenbaar proza. Mijn complimenten voor weer een uitstekende blog. Knap hoe je een persoonlijke ervaring (bioscoopbezoek, de koele lakens, de gulzige pijp) weet te verbinden met het thema van 'de reis', bij zowel "On the road" als bij het boek van Simenon. In één blog weet je het gevoel van geluk dat soms zo onverwacht over ons komt, het gevoel dat alles voor een keer wel goed gaat, weet te verweven met het gevoel van vrijheid dat de film en 'Le Train' oproept. Prachtig geschreven ook: "Er werd veel gezopen en geneukt en verheugend veel gerookt", mooie alliteratie. Maar helemaal prachtig is: "[..] en ik ging na nog een woest glas vlierbessensiroop achterovergeslagen te hebben en na een laatste gulzige pijp naar bed. Mijn bed was onverwacht lekker. De lakens waren koel en glad". Een 'gulzige pijp', 'een onverwacht lekker bed', hoe kom je er op? Misschien dat je schrijvende vriend bezwaar maakt, ik vind het prachtige beeldspraak. Maar je afronding van het stukje maakt het geheel compleet ("alles klopt"), het vinden van de bladwijzer in de vorm van een Schipholpas. Rookzanger, ik heb weer genoten."

Roberto zei

Laat ik vooropstellen dat ik de film (nog) niet gezien heb. Maar mij moet wel van het hart dat "On the Road" wat mij betreft niet zozeer onverfilmbaar is maar, preciezer, niet verfilmd hoeft te worden. Ik bedoel: dit is zozeer een boek, een boek met letters en woorden en zinnen dat een film onmogelijk iets essentieels toe kan voegen. De zinnen van dit boek klotsen mijn hoofd binnen en vormen daar mijn eigen film. En in jouw kop de jouwe. Een intiem proces, dat niet gedeeld hoeft te worden. Sommige boeken hebben dat. Andere boeken schreeuwen weer om verfilming, en de meeste hedendaagse romans worden volgens mij geschreven met reeds een half oog op mogelijke verfilming gericht. Of het daardoor mindere boeken zijn dan "On the Road", dat weet ik niet. Maar dat het daardoor andersoortige boeken zijn, daarvan ben ik overtuigd.