woensdag 23 februari 2011

SNEEUW, vervolg

Wat vooraf ging: Van Raamsdonck is op een zondagmorgen ontwaakt in een witte wereld. Hij vecht tegen de smoezelige schaduw van zijn dromen, vermant zich, en gaat te voet op pad naar de kerk waar hij een baantje heeft gevonden als koordirigent.

"Pascal brandde staafjes wierook voor een boeddhabeeldje. Correctie, hij deed of het een boeddhabeeldje was; eigenlijk stelde het kleine, uit donker hout gesneden figuurtje een Chinese hofmuzikant voor, een harpist. Het was een erfenis van zijn vaders verblijf in de koloniën. De rechterpoot van de harp ontbrak. Boeddha of geen boeddha, in de kamers van hem en zijn Indische vriendin hing altijd een dichte wierookwalm, als je geluk had afkomstig van eerlijk sandelhout, maar vaker penetrant als goedkope zoete zeep. Zijn eerste echte seks beleefde hij in een warm hol in een galerijflat in Osdorp, warm op het broeierige af. Wierook, kaarsen, Crosby Stills Nash and Young om de gewijde stilte te maskeren en benadrukken, hoogpolig tapijt en oosterse draperieën. Hoe vaak zou hij het kunnen? Jonge meisjes zijn nieuwsgierig en gewillig: ze doen wat ze denken dat ze moeten doen. Ze trok hem zes keer af, tot zijn ballen kermden van de pijn. Achter de kamerdeur lag een heel andere, lichte en verontrustend moderne wereld, waarin hij straks aan tafel aan zou zitten, vol schaamte de oestergeur uit zijn klamme onderbroek opsnuivend, hoewel die goed paste bij de trassi en de kroepoek die ze bij de gado gado kregen. Zijn dijen kneep hij tegen elkaar. Wierook zou hem later altijd geil maken. De bedwelmend scherpe geur van bordelen is niet veel anders: de reuk van lust.
Met de katholieke kerkwierook die me nu tegemoet waaide was het anders. Geen tempel van het Indische zusje van Afrodite hier, maar een godshuis waar een heel gezin woonde, de hoeksteen van de samenleving: Vader, Moeder en Zoon. Echte kerkwierook is hars van de Ceders van Libanon. Wist u dat? Olibanum in het potjeslatijn van de priesters. Prachtige glinsterende korrels, goud en zwart, die een diep vrome geur afscheiden als ze op houtskooltjes worden gebrand: mysterieus, prikkelend en hartig, aards als het aroma van truffels, hemels als het parfum van rozen. Iets van civetkat ook, of amber. De beste soort heet basilica, en is tegenwoordig on line te bestellen bij natuurproductenwinkels. Nu ook in handige staafjes en kegeltjes!
De misdienaar had blijkbaar flink voorgewapperd met het koperen wierookvat om alvast in stemming te komen voor de celebratie van de heilige mis, want de walm die me uit de nog schaars verlichte ruimte tegemoet kwam was potent genoeg om de lucht van verse sneeuw al in de deuropening te verjagen.
Rond het altaar scharrelden de bandleden, zwijgend in de weer met snoertjes en kabels. Oudgedienden die in de jaren zestig nog de beatmis hadden begeleid, dat onhandige katholieke antwoord op de tijdgeest. Beatmis! Slungelige jongens met ponyhaar en donkere brillen die bedeesd de rebelse klanken van de Stones mochten nadoen - het hield ze in elk geval van de straat en hopelijk binnen de kerk, zal de clerus gedacht hebben. Grijze zestigers in te jonge vrijetijdskleding waren ze nu, die roomse Keith Richards van toen. Baseballpetje, gevlochten armbandje, een enkele versleten tattoo, fleecetrui van de Wibra. De zondagse Hoogmis was hun laatste wekelijkse gig. Een leven van coverbands en feesten en partijen had hun spel in elk geval geen kwaad gedaan: ze waren gepokt en gemazeld in de popliedjes waarop idealistische koorleden religieuze teksten hadden gefabriekt, en speelden veel te hard voor de oude oren van de vergrijsde parochie. De hostie lieten ze aan zich voorbijgaan. Daarvoor waren ze te veel rock ‘n’ roll."

(Schets voor een roman in wording)

Geen opmerkingen: