vrijdag 14 augustus 2020

WACHTEN

Het is niet altijd leuk om in Amsterdam te wonen. Een van de minder bekende nadelen is dat het onweer dat op hete dagen voorspeld wordt zelden zo noordelijk komt. 's Morgens nog kijk ik hoopvol op mijn weer-app en zie aan wolkjes, schuine blauwe streepjes en gele flitsen dat de verlossing van deze drukkende hitte in zicht is. 's Middags om vijf uur wordt groot spektakel aan de hemel verwacht. Ik vertel het tegen mijn dochter, maar ze reageert sceptisch. 'Eerst zien!'
Terwijl ik de dag zo goed mogelijk doorkom kijk ik veel te vaak op mijn telefoon. Elk uur wordt de verwachting bijgesteld en het uur waarop regens koelte zullen brengen schuift steeds verder op.
Ik zie met kinderlijke jaloezie filmpjes voorbijkomen van familie in het midden des lands. Dikke druppels jagen langs de ramen en de kat verstopt zich voor de donderslagen. Op mijn balkon is het onverminderd ondraaglijk. Ik beweeg zo weinig mogelijk. 's Ochtends toen het nog redelijk te doen was heb ik aan een manuscript gewerkt, potloodje in de hand, de middag breng ik door met een oude Maigret, die ik uitgekozen heb om de zomerse sfeer. Ik puf met de dikke commissaris mee, ben blij dat ik geen colbert en overhemd hoef te dragen zoals hij, maar jaloers op zijn gulzig weggedronken pernods en biertjes - zelf sta ik een weekje of twee helemaal droog om van de vakantie bij te komen. 
In de namiddag is het boek uit. Ik wacht met eten maken tot de avond is gevallen. Ik wacht met alles, ik wacht op iets. De stoel kleeft aan mijn rug. De app geeft nog enige hoop: met een beetje geluk zal ik me nog voor ik ga slapen kunnen verlustigen in een 'zware onweersbui'.
De tijd verstrijkt. De zware onweersbui is vervangen door 'verspreide onweersbuien'.
Om negen uur, nadat ik mijn pizza met tonijn heb gegeten en naar het nieuws heb gekeken, meldt de app dat er op dit precieze moment 'lichte regen' valt over Amsterdam. Ik kijk naar buiten en zie niks. Er ruist niks op de bladeren van de grote boom die mijn binnentuin domineert.
Tien uur. Ik zit nog steeds te wachten. Mijn rug begint pijn te doen, ik voel een krampje in mijn kuit. Mijn sigaartje smaakt me niet. Ik drink water met citroen, niet koud genoeg. De lucht is dik en klam. Mijn dochters zijn thuisgekomen en hebben ook plaats genomen op het balkon. Ze hebben een lantaarn aangestoken, een paar kaarsjes, en zich een bier ingeschonken. Het is bijna helemaal donker. Vleermuisjes fladderen af en aan, de katten nemen niet de moeite om er meer dan een lui oogje aan te wagen.
Elf uur. Het zware noodweer is nu helemaal uit de meteorologische voorspellingen geschrapt. Hoogstens wat regen in de nacht, als ik allang hoop te slapen, onder een dun lakentje. Het is nog steeds plakkerig en drukkend warm.
Berustend ga ik naar bed.


2 opmerkingen:

Hans Valk zei

Een gedeelde frustratie, Jan-Paul.
De onweersbuien lijken mij en mijn locatie consequent te willen mijden. Afgelopen week waren we vier dagen in Zuid-Limburg. Het verslag van hoe we dat overleefd hebben heb ik gek genoeg op het blog van een Haarlemmer gedumpt (Haarlems Dagklad), maar het vermijdingsgedrag van de onweersbuien was toen al verdacht. Waren we ergens, dan regende het 10 kilometer verderop en als we daar waren gearriveerd, dan volgde er later een stevige bui op de plek waar we eerder waren.
Weer thuis zaten we gisterenavond aan de Buiten Walevest, de oever van de Oude Maas, te kijken naar een onweersbui, die ten NW van ons voorbijtrok. In Dordt viel geen druppel.
Inmiddels is desondanks de luchtvochtigheid wel opgelopen, waardoor het veel drukkender is geworden dan in de droge dagen die hieraan vooraf gingen, met wind uit het oosten.
Als er vanavond hier nog niks is gevallen, zal ik waarschijnlijk op het balkon zitten, huilend als een oude blueszanger. "How looong, how long!"

Leo zei

Gelukkig ben je gisteravond aan je trekken gekomen! Het was mooi, zwart en heftig boven Amsterdam-Noord in ieder geval!