dinsdag 12 september 2017

Rookzanger stopt


Het hing al een tijd in de lucht. Het genoegen dat ik eraan beleefde werd steeds lauwer, de nadelen wogen steeds zwaarder. Overtuigd roker was ik al niet meer, het was - alle romantiek ten spijt - toch in de eerste plaats een ordinaire verslaving geworden. Op de eerste januari van dit jaar zette het voorspel in: ik doofde mijn laatste filterloze sigaret en heb sindsdien alleen nog maar pijp gerookt; in het besef dat ook dát langzaam maar onvermijdelijk tot het verleden zou gaan behoren.
De aanleiding kwam toen een van mijn beste en oudste vrienden ernstig ziek werd. De chirurg weigerde hem te opereren als hij niet zou stoppen. Hij stopte. Als hij het kon, die geen dag van zijn volwassen leven zonder Zware Van Nelle had geleefd, dan moest ik het toch zeker ook kunnen. Ik zou solidair zijn met mijn zieke vriend. Op de laatste zondag van de vakantie dronk ik in de zomerse tuin van mijn vriendin een fles Duitse rode wijn leeg en dampte er nog eenmaal lustig op los: ironisch genoeg een pakje filtersigaretten, want ik had te weinig pijptabak meegenomen naar de polder. Nu zou je natuurlijk kunnen betogen: waarom dan niet nog diezelfde middag, na het laatste kruimeltje Sail, gestopt, waarom moest er per se een pakje Lucky Strike worden gehaald in het plaatselijke café? Dat de volgende dag voor de helft in de prullenbak verdween bovendien? Rituelen, antwoord ik u, rituelen. Blijkbaar hoort men te stoppen op een katterige morgen, een nieuw leven begint op een nieuwe dag, en niet halverwege de vorige; zo irrationeel zit ik in ieder geval in elkaar.
Goed, het gebeurde, die maandag, en ik ben nu zestien dagen verder. Het waren niet de zestien beste dagen van mijn leven. Ik wil positief zijn en vaststellen dat in elk geval de lamlendigheid die me de eerste week aan de grond nagelde is verdwenen. Mijn concentratievermogen is weer enigszins redelijk. De snoeplust is verminderd en ook mijn stoelgang is weer normaal: espresso doet nu ook zonder zijn vaste partner nicotine zijn zegenrijke werk. Mijn humeur daarentegen is zeer wisselend en op kwade momenten begrijp ik niet waarom ik mijn leven zo verarmd heb; een zwarte somberheid trekt dan op als plotselinge ochtendmist en belemmert me het zicht op de mooie kanten van het leven.
Langzamerhand begin ik voorzichtig iets te merken van de voordelen die me beloofd waren. Ik word fris wakker. Soms voel ik een nieuw soort energie, een soort lichtvoetigheid die ik tot voor kort zeker niet had. Nadeel daarvan is dan weer dat die levenslust (laat ik het zo maar noemen) hand in hand gaat met een oplaaiende gretigheid, een intens verlangen naar de vertrouwde kick van nicotine, rook en teer. Ook dat moet ik maar weer positief zien: een kenmerk van helende wonden is dat ze gaan jeuken.
Eind deze week ben ik drie weken zonder. Volgens mijn broer is dan het ergste wel achter de rug. Ik hoop dat hij gelijk heeft, want, eerlijk is eerlijk, het valt me niet mee.

Ik moest dit even kwijt, maar zal verder zwijgen over de kwestie. 'Roken is zó overschat,' meldde een vriend me, en ik zou hem graag gelijk willen geven.
Aanstaande vrijdag ga ik u alles vertellen over mijn nieuwe boek, waarvoor mijn dochter Rosanne de prachtige illustraties heeft gemaakt. De meermin, het monster en de maan heet het, en het is een kinderboek, voor kinderen in de Harry Potterleeftijd - dat wil zeggen dat u het gerust ook kunt lezen. Ik ben er reuzetrots op; alleen het feit dat een van de hoofdpersonen pijp rookt... moest dát nou?
Hier alvast een foto:

Geen opmerkingen: