vrijdag 30 oktober 2015

ZELFHULP


Ik heb een vriend die graag zelfhulpboeken leest. Een man van wie je zoiets absoluut niet verwacht: evenwichtig, sterk, geslaagd in het leven. Misschien is een deel van zijn succes te verklaren uit zijn talent om lering te trekken uit andermans ervaring? Zelf heb ik me nooit aan dergelijke lectuur bezondigd. Tot voor kort: ik had een gesprek met een therapeute. Ik had aangegeven dat ik wel eens wat vrolijker in het leven wilde staan, en nu zat ik met een stapel boeken op schoot. Bovenaan lag Denk je sterk. Ik begon te lezen. Ik snapte wat ik las.
Enthousiast begon ik ingesleten negatieve gedachten om te buigen in positieve. Een tijdje leek het te helpen, maar op een dag merkte ik dat ik weer de gewone oude zwartkijker was. Zo’n methode heeft alleen kans van slagen als je het serieus aanpakt. Maar het probleem is: als ik zo’n boek eenmaal uit heb, als ik begrepen heb wat het wil zeggen, dan verliest het zijn kracht. Het sap is eruit. Ik sla het verveeld open en denk: weet ik al. Het heeft een impuls gegeven die tot niets leidt. Een uitdovende vuurpijl. Een smeulend rotje.
Toch kun je uit zulke boeken verrassende inzichten verwerven. Van de week kwam Ik heb de tijd van Paul Loomans toevallig op mijn pad. De auteur, voormalig bewegingstheatermaker, thans zenmonnik en coach, formuleert een methode in zeven stappen waardoor we stresslozer kunnen leven. Tijdsurfen noemt hij dat modieus. Leuk vormgegeven, lag lekker in de hand, ik bladerde en las hier en daar wat. Een half uur later was mijn zelfbeeld drastisch veranderd. Piekeren, zegt Loomans zo ongeveer, is het resultaat van onverwerkte emoties. Als je een emotie zijn gang laat gaan raast hij vanzelf uit. Komt op, piekt, daalt, dooft, en weg is hij. Maar als je hem wilt beteugelen met het verstand woekert hij door. Veel gevoelige types doen dat, uit zelfbescherming. Emoties komen hard binnen en je bouwt een mentale muur om ze buiten de deur te houden.
Kijk, daar had ik wat aan. Ik wist allang dat ik slecht was met emoties. Sinds mijn woelige adolescentie heb ik een schild om mijn ziel gebouwd. Daardoor geef ik me moeilijk over aan anderen en isoleer ik mezelf. Fout, ik weet het, en ik neem me vaak voor daar eens iets aan te gaan doen. Maar dat die weggedrukte gevoelens zorgden voor al dat zwarte gepieker, dat was nieuw voor me. Het klopte ook wel: de afgelopen maanden heb ik mijn twee oude huiskatten verloren. Voor verdriet gunde ik me de tijd niet, zogenaamd zen accepteerde ik het verlies. Maar ondertussen was ik verbaasd dat ik zo vreselijk zwartgallig was, zoveel en zo dwangmatig aan vergankelijkheid en verval dacht. Denkend aan de dood kon ik niet slapen en niet slapend dacht ik aan de dood. Dat dit te maken had met mijn recente verliezen kwam vreemd genoeg nauwelijks in me op, hoe stom kan een mens zijn! Ik leed duidelijk aan een slechte geestelijke spijsvertering. Voortaan moest ik emoties maar eens onderkennen, ze de ruimte geven. Niet denken maar voelen.
Diezelfde avond kwam er een gelegenheid om mijn nieuwe inzicht te testen. Er was een programma op tv over de opera, Bloed, zweet en aria’s. Ik keek geboeid maar halverwege begon het oude liedje weer. Had ik niet ook…. Spijt en jaloezie zetten een bekend patroon van gedachten in werking. Ik begon mezelf te rechtvaardigen, mijn verleden te onderzoeken, mijn zwakheden recht te praten, mijn huidige status te verdedigen. Tegenover wie? Tegenover mijn innerlijke criticus, jawel, wie die ook is. Ho, stop! riep ik mezelf toe. Wat voel je nu eigenlijk? Wat probeer je weg te praten? De gedachtentrein hield halt. Ik sloot de ogen en voelde... een mengsel van droefheid en van spanning. Ik moest iets maar had mijn kans gemist, zoiets.
Het gevoel trok weg terwijl ik het doen en laten van die operazangers volgde. Ik schoot in de lach toen een bariton uit het koor regisseur Terry Gilliam een hand gaf en slijmerig en volledig misplaatst vroeg: ‘How were the Monty Python reunions?’ Ik was zelfs een beetje opgelucht dat ik niet in die ijdele wereld hoefde te passen en had vrede met wat er, in plaats van een succesvolle operazanger, van mij geworden was.
Nu nog een beetje leren huilen om de katten en dan komt het allemaal wel goed.

Geen opmerkingen: