vrijdag 3 juli 2015

Een warme 'Le Nozze di Figaro' in Maastricht


Het huistheater van Opera Zuid ligt in een buitenwijk van Maastricht. We hadden geen tijd om voor de voorstelling begon de stad in te gaan en echte horeca was hier niet. In een cafetaria bestelden we souvlaki. We kregen onze kipspiesjes met friet op een mooi bord en mochten het mee naar buiten nemen. We aten op een muurtje in de schaduw, met mes en vork. Ik probeerde te bepalen waar ik was, als ik het met mijn moederstad vergeleek. Ergens tussen Slotermeer en Buitenveldert in, leek me. Ruime, lege straten met degelijke naoorlogse huizenblokken en veel groen, maar de weinige mensen die we zagen zeulden met tassen van de Aldi. Een moeder met een kinderwagen passeerde. ‘Eet smakelijk,’ zei ze.
In het theater kregen we bij de zaalingang flesjes koud water uitgereikt, uit een met ijs gevulde ton. Ik benijdde de zangers niks, die straks, warmpjes aangekleed door mijn dochter, Mozarts Nozze di Figaro moesten gaan spelen. Evenveel zweetdruppels als noten.
De avondzon scheen door het glas-in-lood van de voormalige kerk. Dames wuifden zich koelte toe met meegebrachte waaiers of met programmaboekjes. Daar verscheen de dirigent. Met energieke gebaren moedigde hij de studenten van het conservatorium aan de hitte te trotseren in een sprankelende ouverture. Figaro en Susanne kwamen op. Een arpeggio van het klavecimbel en de intriges namen een aanvang. Ik heb nooit geprobeerd die helemaal te doorgronden. Het verschil tussen Beaumarchais en John Lantinks Theater van de Lach is niet zo groot: kluchtige misverstanden, verkleedpartijen en geil gedoe – er moet in Mozarts tijd heel wat afgelachen zijn bij wat nu zo vanzelfsprekend Hoge Cultuur is. Ik leunde terug en dacht aan de tijd dat ikzelf student was geweest en deze muziek had gezongen. Probeerde alle beroemde stemmen uit mijn hoofd te krijgen en niet te vergelijken. Met frisse oren te horen, zoals het publiek bij de allereerste première gehoord moet hebben.
Het niveau van de cast was wisselend en zenuwen en hitte zorgden voor wat rafelrandjes aan deze openingsavond maar over het algemeen was het een prachtige voorstelling. Vlot geacteerd, mooi en doordacht aangekleed en goed gezongen. Gelukkig ben ik geen muziekrecensent meer zoals heel vroeger en hoef ik de prestaties niet puntsgewijs te bespreken en ook niet te reppen van vocale présence en dergelijke. Ik liet het maar over me heen komen, wierp af en toe een blik op de meelopende tekst en genoot van het even volumineuze als smeltende legato van Yuki Hada als gravin (door mijn dochter in een hautain zuurtjesrood gedacht), van het soepele naturel van Sandrine Mairesse als Susanna (net als haar klassegenoot Figaro in aardkleuren gekleed), en bewonderde de stoere jonge graaf, Raoul Reimersdal: ik kende de valkuilen van zijn partij uit eigen ondervinding en zuchtte opgelucht na die rottige hoge Fis in zijn aria, die hij met ogenschijnlijk groot gemak produceerde.
Na de harmonieuze finale werd ook mijn dochter het podium opgeroepen. Ik was ontroerd en trots toen ik haar groene koppie tussen al die dappere en getalenteerde jonge muzikanten zag verschijnen. Ze boog wat onwennig maar leek er toch van te genieten.
Buiten was het onverminderd warm. In de mediterrane avond praatten we nog wat na. De zangers voegden zich bij ons, schoongeschrobd en in T-shirt. Bartolo, op de bühne een rustige oude heer met een volle diepe bas, bleek een jongen van negentien te zijn met een tattoo van de Heilige Maagd op zijn arm. Ik zag nu pas hoe de graaf zweette, en hoe warm hij het gehad moest hebben toen hij die lastige aria zong.
De volle maan scheen, het was de warmste nacht sinds 1901. In de auto bromde ik: ‘Non più andrai farfalone amoroso,’ en nam me voor de volgende dag de partituur er eens bij op te slaan. Een voornemen dat smolt in de hitte van een nieuwe tropische dag.

[De voorstelling van vanavond is uitverkocht. Ik had op deze plaats reclame willen maken voor de laatste voorstelling op zaterdag maar die is afgelast wegens verwachte piektemperaturen in Maastricht: het risico op flauwvallen en onwel worden van artiesten en publiek wil de directie niet op zich nemen.]


[UPDATE 4 juli: de studenten hebben het heft in eigen handen genomen en spelen de laatste Nozze vanavond tóch, hitte of geen hitte. Echter op een andere locatie: de (koelere) zaal van het Conservatorium.]

(Foto's: Constant Notten)

Geen opmerkingen: