dinsdag 27 mei 2014
TOOTHGOD
Ik droom nog vaak van drank. In de top tien van onderwerpen die mijn dromen beheersen staat het drinken op een hoge plaats, ergens in de buurt van mijn moeder en mijn ex. In mijn dagelijks leven speelt het nog slechts een ondergeschikte rol, zoals u weet. Het is na een periode van totale abstinentie teruggebracht van een alles beheersende verslaving tot een uitzonderlijke versiering: het zeldzame extra van speciale, feestelijke dagen. Met andere woorden, in de praktijk ben ik geheelonthouder, hoewel het goedje niet meer principieel verboden is. En dat is in alle opzichten beter voor me.
Maar vanochtend werd ik wakker in het spijtige besef dat de vakantiedagen met gedoogde witte wijn in de zon die ik zojuist achter de rug had slechts een droom waren geweest. Toen bleek dat de droom een tweetrapsraket was, want ook uit dit spijtige besef ontwaakte ik, door het indringende gemiauw van een van mijn katten. Ach, daar was de dag, nu écht; en véél te vroeg begonnen!
Want de redenen om van mijn moeder of van mijn ex te dromen zijn nogal duister en lijken weinig verband te houden met mijn wakende leven, maar van drank droom ik nooit zomaar. Er is altijd iets aan de hand, iets waartegen ik opzie; een obstakel dat ik vroeger, in mijn drinking days, zou hebben verzopen. Nu is dat een bezoek aan de tandarts, over een paar uur. Een afspraak waar ik reikhalzend naar uitzie, in dubbele betekenis: enerzijds kon deze morgen me niet gauw genoeg komen, want de extractie van mijn bekroonde kies en zijn ontstoken wortel zal me hopelijk genezen van een malaise die nu al een maand duurt; anderzijds is het opensperren van mijn mond in de chirurgische stoel en het te verwachten wrikken, scheuren, kraken, snijden, vijlen en zagen natuurlijk niet een prettig vooruitzicht.
Het bevreemdt me dat dromen zo indirect zijn: waarom niet een nachtmerrie vol bloed en pijn, en waarom wel een valse vakantieherinnering? Misschien omdat de aanstaande ingreep, hoe vervelend ook, me niet echt raakt, in die zin dat ik er geen invloed op kan uitoefenen? Want anders dan in het geval van naderende concerten met hun bijbehorende faalangst (ook hoog in de dromen-top vijf!) is er geen relatie van mijn persoonlijkheid tot de gebeurtenis. Ik kan die niet voorbereiden en niet verprutsen door lakse voorbereiding. Hoe pijnlijk het trekken van de kies zal blijken te zijn wordt ook niet beïnvloed door enige karaktertekortkoming - dat ik een zwak en zondig mens ben heeft hier geen moer mee te maken. Ik sta machteloos. Slechts sedatie kan iets doen. En daarom droomde ik van die witte wijn. Denkt u ook niet, dokter Freud?
Ondertussen betreur ik het dat ik niet een ander onderwerp heb gekozen om over te schrijven deze morgen, want dit stukje nadert zijn einde alweer, en er zijn nog drie uur te vullen tot het gevreesde én gebeide uur daar is.
May the toothgod be with you!, zoals in de lamp boven de stoel van mijn tandarts staat te lezen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten