dinsdag 8 april 2014

TIJNTJE


Achtentwintig jaar geleden werd mijn zoon geboren. Ik dacht dat feit maar eens te vieren door er mijn stukje van vandaag aan te wijden. Dat mepte twee hinderlijke vliegen in één klap dood: wat me ten diepste bezighoudt is niet zo geschikt voor een blogje en de kleine feitjes van de dag inspireren me niet.
Ik sloeg dus mijn dagboek van dat jaar 1986 open, zo’n gelinieerd schrift in harde kaft, zwart met rode rug, dat ze destijds in allerlei maten verkochten, bij de Xenos denk ik. Maar wat ik daar las is al evenmin geschikt voor publicatie als mijn zielenroerselen van dit moment. Niet zozeer door de intimiteit ervan als wel door de stijl. Ik schreef mijn dagboek in een bizar soort steno. Een quasi negentiende-eeuws Nederlands dat half grappig, half gemakzuchtig was. De mededeling dat ik ‘ter radio’ naar iets luisterde scheelde weer een woordje schrijven en klonk tegelijk leuk litterair (met twee t’s, dát dan weer wel).
In plaats dus van integraal te citeren pluk ik er wat passages uit. Ik zal ze een beetje normaliseren maar het trema op 'weêr' laat ik staan, om sentimentele redenen. Ik weet ook niet of mijn mooie zoon zit te wachten op de observatie dat hij er vlak na zijn geboorte uitzag als een ‘levensmoeie rinoceros’. Daar bedoelde ik overigens niks onaardigs mee, zijn vel was vlak na de bevalling gerimpeld en los – dat trok al gauw bij tot de ‘normale baby-gaafheid’.

‘Martijn, symbool van een nieuwe levensfase (én een nieuw dagboek), is vandaag een week oud. De afgelopen week was een vreemde: zeer druk, in een stroomversnelling van gebeurtenissen, in een euforie die maakt dat alle vermoeidheid je licht valt, en je verheft tot een lucide bewustzijn.’
‘Het gevoel van Nieuw Leven is zeer sterk. Op mondiaal niveau wordt over deze paradijselijke sentimenten een schaduw geworpen door de Amerikaanse bombardementen op Lybië. Het weêr, aanvankelijk gemeen koud, lijkt voorjaarsachtig te worden (regen en merels – vliesdunne maansikkel aan blauwe avondhemel).’
‘Vreemd (en jammer eigenlijk) hoe snel je went aan zo’n enorme verandering: wat eerst nog een soort tover was, vol half-geloofde bekoring van het onvoorstelbaar nieuwe, is binnen een week al een aanvaarde nieuwe begrenzing van het bestaan. ”Tijntje” heeft zijn plaats in ons leven al snel bevochten. Ik hoop echter wel dat de vertedering en betovering lang blijven terugkomen: een heerlijke gewaarwording, die poepluiers en doorwaakte uren in de nanacht meer dan goedmaakt. De poezen negeren hem door nadrukkelijk en aanstellerig de andere kant op de kijken, ongetwijfeld in de ijdele hoop dat bij terugdraaiing van hun blikveld alles weer bij het oude is. Beertje lijkt – vergeleken bij het nietige roze, loensende wezentje in de wieg – zeer groot en zwaar. Alle bezoek bewondert zoontje en kraamverpleegster (leren laarzen, Bob Dylan en venkelthee) is tevreden over zijn ontwikkeling. Hij is een voorbeeldig kind.’
‘Vandaag voor het eerst met de wandelwagen uit geweest. Het weêr was (tussen hagelbuien door) redelijk, vogelzang alom, alles rook naar april en vruchtbare aarde. Martijn viel door de goed geoliede schommeling van de wagen meteen in een diepe slaap. Vandaag eveneens zelf voor het eerst weer eens behoorlijk uitgerust.’


Maar nu komt een passage (gedateerd 17 april) die mijn zoon plezier zal doen, en die de poëtische prietpraat van hier boven goedmaakt:

‘Beschrijvenswaard is hoe Martijn naar muziek luistert. Gehuld in zijn witte cocon van flanel als in een met veiligheidsspeld bijeengehouden sarong worden zijn grijze ogen wijd en starend, het pruilmondje hangt open, en de nerveus wringende handjes komen tot rust. Hij lijkt één en al oor te worden: als de verbaasde prehistorische mens die voor het eerst Orpheus hoorde zingen, zo luistert hij, met verbijsterde aandacht, naar Sinatra’s zoetgevooisde melisma’s.’

Een muzikant in hart en nieren, ook toen al. Gefeliciteerd Zoon!


1 opmerking:

Daniël zei

Gefeliciteerd!