vrijdag 5 juli 2013
MEISJES
Het fijne van een film is dat je erbij kunt denken. Als je een boek leest draait de machine bovenin al op volle toeren om de woorden te ontcijferen, tot een samenhangend geheel te smeden en daaruit een virtuele werkelijkheid te destilleren. Als het je op een gedachte brengt moet je het boek even wegleggen om die gedachte uit te denken. Bij een film hoeft dat allemaal niet. De film rolt door en jij kunt ondertussen rustig, op een aangenaam laag pitje, allerlei invallen overwegen die de beelden oproepen. Met een beetje geluk groeien die invallen uit tot inzichten.
Woensdag was ik naar de Sardijnse film Bellas Mariposas. Warrige film, bij vlagen mooi. Mijn associaties fladderden ordeloos rond terwijl ik onderuit hing in mijn stoel in Rialto, maar toen hun nerveuze vleugelslagen tot rust waren gekomen gaven ze uitzicht op twee hoofdgedachten. De eerste was van algemene, de tweede van persoonlijke aard.
Om met het algemene te beginnen: wat zijn meisjesvriendschappen mooi! Jongens gaan nooit helemaal in elkaar op, ook al zijn ze de beste vriendjes: ze blijven elkaar bekijken, bewonderen vanaf een eigen eilandje. Die eilandjes kunnen tegen elkaar aanschurken maar helemaal samenvallen doen ze niet. Een jongen blijft in diepste wezen eenzaam. Meisjes hebben de potentie om in elkaar over te lopen, om samen één entiteit te worden. Kijk naar die vriendinnen uit Bellas Mariposas: als ze vlak naast elkaar lopen zie je dat ze elkaar vanuit hun ooghoeken blijven zien, dat ze naar zichzelf kijken als in een spiegel die hun door de ander wordt voorgehouden. De woorden vloeien uit hun mond, gedachte wordt onmiddellijk taal, er is geen filter tussen binnen- en buitenwereld. Twee meisjes samen kunnen de hele wereld aan. En dat is maar goed ook, als die wereld zo hard en lelijk is als een armoedige buitenwijk van de Sardijnse stad Cagliari.
Als ik meisjesvriendschappen hiermee idealiseer komt dat doordat de film me sterk herinnerde aan de kinderjaren van mijn dochters, en dus een beetje weemoedig maakte, en ook door de tweede gedachte, die van persoonlijke aard: misschien ben ik toch meer een vrouwenman dan ik dacht.
Ik leg dat uit. Mijn vader heeft in zijn leven maar een paar vrienden gehad. Hij vindt vrouwen interessantere mensen. Het stoere gedoe van mannen vermoeit hem. Ik ben een man van vele en goede vrienden. Maar sinds ik boven alles op zoek ben naar openheid en waarachtigheid in menselijke omgang, merk ik dat die met vrouwen makkelijker te bereiken is. Vrouwen kan ik niet voor de gek houden. Het heeft geen zin een façade op te trekken, ze kijken er dwars doorheen met hun laserblik, de intonatie van mijn stem is voor hun gevoelig oor al genoeg om mijn werkelijke stemming prijs te geven, ook als ik die goed verborgen denk te houden. Vrouwelijke intuitie heet dat. Het komt er misschien op neer dat vrouwen meer op hun instinct lijken te vertrouwen en zich niet laten misleiden door woorden. Vroeger maakte me dat verlegen, tegenwoordig vind ik het prettig, omdat die kwetsbaarheid me goed uitkomt. Net als mijn vader ben ik moe van ronkende mannenpraat. Ik wil me niet meer groot houden!
Na afloop van de film zat ik met twee vrouwen, mijn vriendin en mijn lieftallige peetdochter Aurora, in het café van de bioscoop. Mijn stemming was laag, die dag. Maar ik hoefde die niet op te krikken, ik hoefde me niet te vermannen in hun gezelschap. Stoerheid overbodig, ik was onder vrouwen dus mocht ik me als een chick gedragen. Ik mopperde en sputterde, maar eigenlijk betekende dat juist dat mijn dip alweer voorbij aan het gaan was. Als ik me niet zo veilig had gevoeld, zo ‘doorzien' (of ‘begrepen’, als u dat liever leest), dan had ik waarschijnlijk geen stom woord gezegd. Dan was ik in mijn sop gaar gekookt.
Leve de meisjes!
(Nagedachte: om dezelfde reden waarom meisjesvriendschappen dieper gaan zijn ze ook vluchtiger: je ontgroeit zo'n vriendschap zoals je een bepaalde fase van jezelf ontgroeit. Jongens scheppen een gemeenschappelijk territorium waarop ze zich beiden thuis voelen, hoewel het niet helemaal samenvalt met hun persoonlijkheid; zoiets kan een leven lang mee.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
en waar wonen ze? In Meisjesland..
Peter B.
Dichterbij dan je denkt!
Je nagedachte is volgens mij een goede observatie.
Ik heb weinig goede vrienden. Misschien maar één. Die vriendschap gaat al ruim 45 jaar mee. Inderdaad op basis van dat gemeenchappelijke territorium. Maar ik hoef me niet groot te houden en veel ronken doen we ook niet. Status speelt geen rol.
Als keeping up appearances in vriendschappen wel noodzakelijk is, dan zijn het geen echte goede vrienden, denk ik.
Vriendschappen zijn wèl ineens wel een thema in de openbare discussie aan het worden. Dat boek van Bert Wagendorp ('Ventoux') wil ik nog wel eens lezen..
Vrouwen hebben vaak meer doorzicht in de persoonlijkheid en gevoelens van de personen tegenover hen; dat klopt in grote lijnen wel, denk ik. Of laat ik zeggen: ze zijn er veel sterker op gericht en niet altijd vanuit een puur empatische instelling. Ze zijn vaak zelf partij bij hun observaties. Een lastig kantje daarvan is dat ze altijd denken te weten wat een ander van hèn denkt. Dan wordt die nadruk op het persoonlijke soms een sta-in-de-weg.
Hier laat je wat; daar vind je wat.
Leve de meisjes; prima, maar ik zet ze allang niet meer op het voetstuk waar ik ze dertig jaar geleden zelf heb opgezet, vanuit een misplaatst idee over hun achtergestelde positie. Dat heeft mij niet geholpen en hen ook niet.
Jongensvriendschappen. Je schept met jongens een gemeenschappelijk territorium en dan... gaan ze emigreren. Gemeenschappelijk territorium weg en op zijn best gaat de vriendschap in de sluimerstand. Dat is de wereld van vandaag, of in elk geval die van mij.
Een reactie posten