dinsdag 9 oktober 2012

STROOM

Ik moest vanochtend denken aan een pocketboekje dat bij ons thuis rondslingerde. Ik geloof dat het een tijd lang op mijn vaders nachtkastje lag. De schrijver ervan was Bertrand Russell. Russell (1872-1970) was een filosoof, wiskundige, Nobelprijswinnaar, vrijdenker en zelfverklaard agnost uit Wales. Ik heb de indruk dat hij enigszins in vergetelheid is geraakt, hoewel alleen al zijn boek Why I Am Not a Christian het juist in deze tijd zou verdienen aandachtig gelezen te worden. Daarin voert hij niet alleen logische argumenten aan tegen het bestaan van God, maar hekelt hij vooral de kwalijke gevolgen van elke georganiseerde religie. Russell was in die tijd, de jaren zestig en zeventig, enorm populair. Een instituut, een gelauwerd orakel. Misschien was het juist die populariteit die, net als in het geval van bijvoorbeeld Hermann Hesse, maakte dat hij door een volgende generatie weer werd veronachtzaamd.
In dat boekje van het vaderlijke nachtkastje schrijft Russell ergens dat hij als jongeling erg ongelukkig was, zelfs uitgesproken depressief, en een einde aan zijn leven had proberen te maken. Nu, aan het natuurlijke eind van datzelfde lange leven, was hij integendeel een gelukkig man. Voor de zoekende lezer, die zelf ook wel een beetje gelukkig wil worden, beschrijft hij de weg die je daarvoor moet gaan. (Ik put dit alles uit mijn onbetrouwbare geheugen, dus corrigeert u mij gerust als ik het mis heb). In Russells geval begon het leven als een klein, individueel stroompje. Kronkelend, arm aan water, onzeker van zijn richting. In de loop der jaren wies dat aan tot een kalme, brede rivier. Zijn perspectief werd ruimer, het persoonlijke wel en wee minder belangrijk, de wereld waarvan hij deel uitmaakte van groter belang. Daarin, aldus Russell, school het geheim van het geluk.
Zoals u weet als u mijn stukjes met iets meer dan vluchtige aandacht hebt gelezen is het mijn streven om minder in mijn eigen navel te staren en te leren vertrouwen op de ongewisse maar machtige levensstroom; te lopen op het pad dat Tao heet, en al dat eeuwige piekeren en twijfelen nu eindelijk eens los te laten. Dat gaat met horten en stoten, met vallen en opstaan. Misschien wordt u moe van het meekijken op de thermometer, of liever de seismograaf van mijn gemoedstoestand, maar één klein mijlpaaltje wil ik toch graag met u delen.
Zondag was de première van de door mij geschreven Linnaeuscantate, in de Hortus Botanicus in Amsterdam. Ik had daar erg tegenop gezien en was als een aanstaande vader zo nerveus, maar alles werkte mee om de uitvoering tot een succes te maken: zangers en muzikanten waren op dreef, het publiek was talrijk en goed gehumeurd, de oktoberzon scheen vriendelijk de koepel van de grote palmenkas binnen, nu en dan kwaakte een watervogel, alles verliep soepel en klonk mooi, en er was tot slot een ovationeel applaus. Kortom, alle reden tot tevredenheid.
Alleen, er was één dingetje. Over mijn eigen aandeel als zanger was ik minder gelukkig. Dirigeren vraagt een totaal andere energie dan zingen. Je hartslag versnelt, je adem gaat hoog zitten van al dat zwaaien. Toen ik me omdraaide om de Latijnse woorden van Carolus Linnaeus te vertolken merkte ik meteen dat mijn stem niet helemaal deed wat ik wilde. Maar (en dat is eigenlijk de portee van dit stukje, en de aanleiding om Bertrand Russell uit de kast te halen) - na afloop stelde ik dat minpuntje een beetje spijtig vast maar was ik desondanks gewoon tevreden, trots en blij. Dat mijn eigen radertje in het grote geheel wat roestig had gedraaid vond ik jammer, maar niet meer dan dat. Ik bezin mij op manieren om het een volgend maal beter te smeren, dat dan weer wel, maar ik loop sinds zondag met lichte tred door de wereld, en blik met kalme voldoening om me heen. Eindelijk opgenomen door de stroom waarvan ik deel uitmaak.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Toch zou ik graag weer dat kleine beekje willen zijn. Zo'n lieflijk stroompje met - vooruit -
een enkele waternimf die zich schuil houdt tussen de wortels van de wilg.

Gefeliciteerd met de geboorte van je eerste klassieke compositie en dat er nog maar veel mogen volgen,

Peter B.

Roberto zei

't Enige dat me echt bij is gebleven betreffende Bertrand Russell, is dat hij nogal vreselijk leed aan halitosis. Wat moet een rationeel denkende, intellectuele man daar nu mee?

Roberto zei

Trouwens, het is ondertussen bijna onmogelijk om je reactie nog gepubliceerd te krijgen vanwege de volstrekt onleesbare anti-bot-check. En nu probeer ik het weer! Ik haat mezelf...