Volgens mijn vriendin ben ik een gewoontedier. Eerlijk gezegd geloof ik niet dat dat helemaal waar is. Gewoontedieren zijn wezens die elke dag volgens een vast patroon leven en daar tevreden mee zijn. Tevreden ben ik zelden, en dat vaste patroon vertoont nogal wat onregelmatigheden en sleetse plekken. Als ik al onwrikbare routines heb dan zijn die vooral ingesteld uit de behoefte om orde te scheppen. In mijn hoofd gaat het nogal chaotisch toe, dus dan is het prettig als de buitenwereld zich een beetje koest houdt en zo voorspelbaar mogelijk is. Ik ga zo mogelijk elke dag even koffie drinken en de krant lezen in hetzelfde café. Ik ben daar ooit mee begonnen om elke dag even onder de mensen te zijn en het beviel me, ik bleef er plakken.
Maar vaak denk ik: er zijn meer dan duizend cafés in Amsterdam, waarom altijd deze ene?
Als argument pro komt me een dichtregel van Kopland te hulp, die niet over cafés gaat overigens: “Er is gekozen voor deze ene, en deze is goed”. De waarheid is echter dat ik vaak denk aan overspel. Ik kom veel aantrekkelijke koffiehuizen of fijne verwarmde terrasjes tegen waar ik even wil gaan zitten. Maar iets houdt me tegen. Die mensen daar kennen me niet. Ze kijken naar me, ze letten op me. Ik ben daar niet anoniem en veilig, zoals in Wildschut, waar ze me wel kennen en me ongevraagd een koffie verkeerd brengen, als ik verdiept in de krant ben en vergeet te bestellen. Dat ik daar in grand café W. dus eigenlijk helemaal niet anoniem ben en dat ze achter mijn rug om waarschijnlijk van alles over me speculeren deert me dan vreemd genoeg weer niet.
Zoals met koffiehuizen gaat het ook met belangrijkere zaken. Ik zou wel willen, maar durf niet goed. Als ik dus al een gewoontedier ben dan is dat uit lafheid, niet uit vrije keuze.
Gewoontes kunnen een keurslijf en een kerker worden als je het gevoel hebt dat ze je zijn opgedrongen door je eigen laffe en lakse gebrek aan ondernemingszin. De veiligheid die je erin zoekt voelt dan als beveiliging. De zekerheid als verzekerde bewaring. Je zit vast in een sleur waar je liever uit zou breken.
In drukke, spannende en rommelige tijden kan ik intens naar mijn vaste gewoontes en mijn vertrouwde routineuze leventje verlangen. Werken, wandelingetje, Wildschut, het achtuurjournaal, een leeslampje en een boek: als ik eenmaal maar weer zover ben, dan… Ja, wat dan? In mijn verbeelding ben ik dan gelukkig, en tevreden. Maar helaas duurt de tijd waarin ik me behaaglijk overgeef aan de kleine rituele handelingen van de dag en met volle overtuiging een gewoontedier ben altijd maar kort. Al heel snel mis ik al die opwinding en drukte weer, en heb ik zin tegen de muren van mijn knusse kooi te schoppen.
Zo zit ik hier een volstrekt overbodig stukje te tikken alleen omdat de gewoonte me dat voorschrijft. Straks zal ik, tenzij ik onderweg door een meteoriet word getroffen, op mijn vaste plek aan de leestafel zitten. Maar liever nam ik de trein naar pakweg Lissabon.
2 opmerkingen:
Die trein naar Lissabon (ook nog een nachttrein, zeker..), daar hebben we het al eens over gehad, geloof ik. Niet doen.
Ik ben ook een gewoontedier en ik heb er geen moeite mee om dat volmondig te erkennen. De plezantste verklaring die ik er voor heb is dat het inderdaad, zoals zoveel, een vorm van compensatie is. In dit geval voor het feit dat je vaak diep in je rijke gedachtenwereld zit en geen behoefte hebt om na te denken over allerlei triviale zaken.
Vind je dat niet een veel mooiere verklaring dan de chaos in je hoofd, waar je het zo druk mee hebt en die geen verandering van spijs toestaat?
Zou het zo kunnen zijn dat mensen die niet zo'n rijke gedachtenwereld hebben zich vervelen en juist daarom steeds weer wat anders willen en van de weeromstuit ook nog al eens achter elke nieuwe trend aanhollen?
Je beschrijft al dat je jezelf niet gevangen voelt in die gewoontes. Zij die verandering als credo hebben voelen zich vanzelfsprekend ook niet gevangen. Maar is dat terecht?
Ik schrijf het allemaal een beetje naar me toe, natuurlijk. Maar het idee dat een mens geen vaste gewoontes zou mogen hebben is weer een van die romantische ideeën, die een eigen leven zijn gaan leiden. Mensen leiden er uit af dat je dan ook wel geen greintje creativiteit in je lijf zult hebben, bijvoorbeeld.
Als mede-gewoontedier had ik even de behoefte om dat beeld om te draaien.
Ik ben het geheel met je eens.... maar ik veroordeel de gewoonte niet, ik wilde alleen dat ik er meer van kon genieten.
Een reactie posten