Vandaag zou mijn moeder vijfentachtig zijn geworden.
Ik vraag me wel eens af hoe mijn leven eruit zou hebben gezien als zij er nog zou zijn. Misschien wel heel anders, maar zeker weten doe je dat nooit. Ik probeer me een parallel universum voor te stellen waarin haar dood, nu zeventien jaar geleden, niet heeft plaatsgevonden. Welke consequenties had het uitblijven van die dramatische gebeurtenis gehad? Ik vermoed dat mijn leven iets rustiger was verlopen. Dat ik me veiliger had gevoeld. Maar even goed is het mogelijk dat mijn weg dezelfde was geweest en dat ik van mijn moeder vervreemd was geraakt. Ook als ik nu een foto van haar zie is het soms of ik naar een vreemde kijk. In je jeugd is je moeder je moeder, punt uit: een zo allesomvattend en vertrouwd begrip dat je er nauwelijks een gedachte aan wijdt. Als je ouder wordt, afstand neemt en beter kijkt zie je eigenaardigheden die er altijd al geweest moeten zijn, maar alleen jou niet waren opgevallen. Je moeder was een mens, ook voor ze jouw moeder werd. En is daarna diezelfde mens gebleven.
De dood schept de grootst mogelijke afstand, en vanuit die positie wordt je blik nog objectiever. Ik ben vaak verbaasd als ik in Zuid-Holland kom en in de brede gezichtsvorm van de vrouwen daar en in hun zangerige accent iets van mijn moeder terugvind, die uit Delft kwam. Mijn moeder was niet alleen een individueel mens voor ze mijn moeder werd, maar ook nog eens een product van een bepaalde streek, van een bepaalde traditie. Ze was dus tegelijk algemener en specialer dan die vanzelfsprekende moeder van mijn kindertijd.
Ik heb een doos met oude brieven en verhaaltjes van haar. Toen ik die na haar dood opende werd ik erg bedroefd en verward door het beeld dat uit die woorden oprees. Ik kon, zo vlak na haar begrafenis, de stem van mijn moeder als meisje en jonge vrouw niet verdragen. Ik zette de doos hoog op een kast en besloot die later eens op mijn gemak te gaan bekijken, als de wond niet meer zo vers was. Ik heb het nog steeds niet gedaan.
De eerste jaren na haar dood zei ik altijd: ik hoef niet naar haar graf, ze leeft voort in mijn hoofd. En dat was ook zo. Er ging geen dag voorbij of ik dacht aan haar, zag haar voor me, hoorde haar stem. Haar imprint waakte over me als een bewaarengel.
Die vertrouwdheid over de scheidslijn van de dood heen is met de jaren minder geworden. Het beeld is vervaagd. Mijn moeder is onherroepelijk gaan behoren bij het verleden. In deze wereld zou ze niet passen. Ik moet mentaal te veel aanpassingen maken om me haar voor te kunnen stellen als vijfentachtigjarige.
Maar soms zie ik opeens iets van haar in mijn zuster, of in mijn jongste dochter. Iets kleins maar onmiskenbaars. Een oogopslag, een beweging van de mond. En dat geeft me dan even een sterk en warm gevoel. Ha mam, je bent er dus toch nog? Gefeliciteerd!
3 opmerkingen:
een goede en mooie tribute aan oma. Ik ben blij dat ik een paar van haar trekjes heb gekregen. Ook al zal ik dat zelf nooit zien.
Nog steeds heb ik die ene akelige herinnering van haar in het ziekenhuis bed. Maar dat koester ik want zo weet ik dat ik tenminste nog iets van haar weet. Hoe klein het ook is. Gefeliciteerd oma!
Maria heeft hetzelfde profiel, onmiskenbaar.
Mijn moeder is nu 2 jaar geleden overleden 98,5 jaar oud. Ik voel precies wat je bedoelt. Mooi stukje.
Mooi geschreven!
Een reactie posten