Aan beide deskundigen moest ik deze dagen herhaaldelijk denken. Het concert, waarover ik vorige keer schreef, kwam met de dag dichterbij. Goed beschouwd was er niks aan de hand, vroeger had ik voor zo’n optreden in een klein theatertje mijn hand niet omgedraaid. Ik had wel andere, grote concerten in beroemde zalen om me druk om te maken! Maar om redenen die te ver voeren om hier allemaal op te sommen was dit optreden precies die berg aan het worden waar de therapeut voor gewaarschuwd had. Ik greep weliswaar niet naar de fles, maar voelde me goed beroerd.
De avond kwam. De avond ging goed. ‘Zie je wel?’ zeiden mijn dierbaren, ‘je kunt het nog, waar maak je je zo druk om?’ En of ik dan niet opgelucht was? Ja, natuurlijk, opgelucht wel. Maar niet de opluchting van een klare hemel na noodweer. Troebele wolken bleven voor de zon trekken, en van sereniteit was geen sprake. De berg bleef achter mijn rug voelbaar, ik bevond me nog in zijn slagschaduw.
De dag erna wandelde ik door de regen en probeerde mijn hoofd leeg te maken. Ik liep een cd-winkel binnen. Mijn blik viel op een bekend gezicht. Lachend met een gitaar in haar handen: Leonie. Ik sloeg het cd-boekje open en las, bij de dankbetuigingen, de naam van mijn zoon. Een warm gevoel doorstroomde me, en opgeluchte tranen prikten even in mijn ogen. Misschien had mijn therapeut toch gelijk: laten anderen de fakkel maar overnemen! Er is een tijd voor alles. Ik wil die spanning en die spotlights niet meer. Ze hebben me veel gebracht, maar in deze fase van mijn leven ontnemen ze me meer dan ze me geven. Ze slaan me uit het lood, en dan is het lood van de wijnfles niet ver weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten