dinsdag 11 oktober 2011

KUIFJE

De maandag was zo’n dag zonder sap, zonder zin. De mir was eruit, om met Marten Toonder te spreken. Ik wil niet zeggen dat ik depressief was, dat woord gebruik ik niet ijdel en reserveer ik voor ernstigere dips, maar ik blaakte niet bepaald van levenslust. In zo’n bui ga ik me zorgen maken. Om het even om wat. Maar zorg één is, dat deze laaggestemdheid aan zal houden. Dat zulk gepieker vaak een zichzelf bevestigende voorspelling wordt, en dus teweegbrengt waar het bang voor is, door een soort negatieve zelfhypnose als het ware, weet ik natuurlijk wel; en ik probeerde me ertegen te verzetten. Positief denken! Zo besloot ik, toen ik het nachtlampje uitknipte, eens fijn te gaan overwegen waar ik vanmorgen een stukje over zou schrijven. Uren later lag ik nog wakker. Het onderwerp dat ik gekozen had uit de lijst van mogelijkheden dijde uit tot enorme proporties. Toch was het aanvankelijk simpel geweest. De Congolese student Bienvenu Mbutu Montondo begon onlangs een rechtzaak, waarin hij eiste dat het stripalbum Kuifje in Afrika uit de handel wordt genomen, wegens de racistische teksten en tekeningen die het bevat. Hergé had het boek, oorspronkelijk Kuifje in Congo geheten, al eens een jeugdzonde genoemd, en het in 1946, zestien jaar na verschijnen, hertekend en gekuist. De zwarten waren nog steeds dom en kinderlijk en hadden nog even dikke en rode lippen, maar de scherpste kantjes van superieure witte vrolijkheid waren eraf. Deze censuur ging voor Montondo niet ver genoeg. Uit de handel met die handel, of dan tenminste een strook bijleveren waarop de historische context wordt geschetst van al deze naïeve rassenwaan. Dat laatste wordt overigens in Amerika, waar men verder gevorderd is in het politiek correcte denken, al gedaan. Ook is het album daar van de jeugdafdeling naar de schappen voor volwassenen verhuisd. Ik ergerde me aan deze kwestie, zoals ik me ook ergerde toen ik een paar maanden geleden las dat het woord nigger (the N-word, zeggen de Amerikanen) bij een heruitgave verwijderd moest worden uit het werk van Mark Twain. Waar is het einde? Het 'nikkertje' Flop uit de Pa Pinkelman-verhalen van Godfried Bomans moest dan zeker ook verdwijnen, en de uitgever moest zich op zijn knieën verontschuldigen voor het feit dat de Sjors en Sjimmie-strips ooit zomaar wekelijks onder de jeugd konden worden verspreid, als erfenis van koloniaal denken, als zaad voor haat. En gisteren nog las ik in Tom Poes en de Atlantiër van de eerder genoemde Marten Toonder keer op keer het woord Berber, als synoniem voor stomkop en primitieveling. Moet Bommel niet ook eens kritisch geredigeerd worden? In tijden waarin men nog heilig geloofde in materiële vooruitgang en industriële ontwikkeling en de Westerse maatschappij als verder gevorderd in beide zaken beschouwde dan pak weg Afrika, was het vanzelfsprekend om het over primitieve volkeren te hebben. Alleen romantici benijdden die hun vermeende naïveteit. Tegenwoordig zijn we de schaduwzijden en onvolkomenheden gaan inzien van onze ‘vooruitgang’ en verlangen we en masse terug naar een zuivere cultuur op menselijke schaal, die zo mooi strookt met alle idealen van duurzaamheid en geofilie. In zo’n tijd past het wereldbeeld van de jonge Hergé niet meer. Maar moeten we het daarom ook achteraf gaan corrigeren? Moeten we onze cultuur met terugwerkende kracht censureren? Opnieuw tekenen, met rood potlood? Toen mijn gedachten zich uitbreidden naar het Van Heutsz-monument (tegenwoordig: Monument Indië-Nederland) en de metamorfose van onze vaderlandse helden tot oorlogsmisdadigers, en dat je eigenlijk de hele kunst van de Gouden Eeuw als verdacht moest beschouwen, net zoals de door koloniale uitbuiting verworven rijkdom van de Oranjes, begon de kwestie me boven het hoofd te groeien. Ik poseer graag als amateurfilosoof, maar dit soort complexe zaken ressorteert onder het vakgebied van de ethici. Die hebben ervoor gestudeerd, laten die het maar uitzoeken, was mijn laatste gedachte voor ik eindelijk in slaap viel.

2 opmerkingen:

Geerten Meijsing zei

Datzelfde is ook gebeurd met de kroeskoppen en nikkers uit de vroege Bob Evers-boeken, die ik gelukkig nog in de oude hardkaft-edities bezit. In die boeken heeft de uitgeverij (niet Willem Waterman zelf) ook de auto's gemoderniseerd voor de pockets, en, nec plus ultra, de sfeervolle oude jazznummers vervangen door de Beatles. Het bestuur van het Bob Evers Genootschap ijvert al 35 jaar voor het behoud van de oorspronkelijke teksten en het oorspronkelijke zetsel. Vergeefs! Ad fontes, zou Guépin gezegd hebben.

Geerten Meijsing zei

zie afbeelding